CD-recensie
© Kees de Leeuw, mei 2025 |
Voor liefhebbers van de muziek van Anton Bruckner zijn het zeker wat betreft de vele aan hem gewijde concerten mooie jaren. De tweehonderdste geboortedag op 4 september 2024 kreeg in Oostenrijk veel aandacht, maar ook elders, in Duitsland en Nederland en zelfs in landen zonder Bruckner-traditie als Spanje, Frankrijk en China was er volop aandacht voor het symfonisch oeuvre van de grote Neder-Oostenrijker. Zelf bezocht ik in de afgelopen jaren tientallen Bruckner concerten, waarvan diverse malen in Duitsland en zowaar in België, waar de componist - al even traditioneel - helaas weinig aandacht krijgt. Een van de meest gedenkwaardige concerten was echter zónder orkest en met slechts één vertolker, de organist Hansjörg Albrecht (1972) die in juli 2024 optrad in de Sint Bavo in Haarlem. Hij voerde er de orgelbewerking van de Zevende symfonie uit, met daarnaast nog een orgelwerk van Philip Maintz (*1977), waarin op de symfonie wordt gereflecteerd. Hansjörg Albrecht is dirigent en organist die diverse orkestwerken voor orgel bewerkte van onder meer Liszt, Dvorák en Wagner. Zijn Bruckner-project is opmerkelijk omdat er weliswaar een aantal organisten zijn die een of meer Bruckner-symfonieën op hun programma hebben, maar verder niemand die dit op integrale leest heeft geschoeid. En van de minder bekende symfonieën bestaan er sowieso amper of geen opnamen. In tegenstelling tot wat ik eerder schreef (klik hier), is de eerste symfonie die Bruckner in 1863 componeerde, de zogenaamde 'studiesymfonie' of 'symfonie nr. 00', als afstudeeropdracht bij zijn docent Otto Kitzler, wel degelijk op cd vastgelegd. Het opus werd gecomponeerd tussen de Eerste en Tweede symfonie, later door Bruckner als 'ongeldig' weer ingetrokken. Dirigent ChristianThielemann, beschermheer van dit project van Albrecht, nam een paar jaar terug met de Wiener Philharmoniker alle elf symfonieën op. Het muzieklabel Oehms heeft de cd's van een nummering voorzien die aansluit bij die van de symfonieën. Eigenlijk had dus de cd met de 'Nulde' symfonie (nr. 00) als deel 00 moeten worden uitgebracht, maar vreemd genoeg werd het deel 10. Gelukkig zijn uiteindelijk alle elf symfonieën door Oehms uitgebracht. De complete box, The symphonies, is in prijs verreweg het meest voordelig ten opzichte van de losse uitgaven, ook al mist u dan bij de affzonderlijke uitgaven meegeleverde fraaie en verhelderende tekstboekjes. Albrecht maakte voor de symfonieën gebruik van de transcripties van onder meer Erwin Horn en Eberhard Klotz, niet alleen ervaren organisten maar ook kenners van Bruckners oeuvre. Wat betreft de totale cyclus is de negende symfonie opvallend. Hierbij koos Albrecht voor de vierdelige versie in de voltooiing van Gerd Schaller, vooral bekend als dirigent van de Philharmonie Festiva, een orkest dat alle versies van Bruckners symfonieën uitbrengt op het Hänssler-label. Speciaal voor dit project componeerde een aantal hedendaagse toondichters voor iedere symfonie hun 'visie' onder de titel 'Fenster zu'. Meermalen deed Philip Maintz dit, maar in dit geval was het Enjott Schneider (*1950), die conventioneler uitpakt dan Maintz. Wat niet wegneemt dat het een heel mooi initiatief is . In een aantal gevallen werden de cd's aangevuld met arrangementen van Hansjörg Albrecht, zoals uit het Requiem. Op deze laatste cd maakte Edwin Horn een soort reconstructie van een improvisatie van de inwijding van het nieuwe orgel van de firma E.F. Walcker uit Ludwigsburg in de Stephansdom in Wenen in 1886. Dit aan de hand van visitekaartjes waarop Bruckner twee thema's genoteerd had. Hij gebruikte die vaker om daarop thema's te noteren die hij later gebruikte in zijn concerten waarin hij meestal ook improviseerde. In dit geval verwijzen de thema's naar de finale van de Achtste symfonie die de componist toen onder handen had. Horn zorgde voor een stijlgetrouwe, waardevolle en prachtige improvisatie. De studiesymfonie is eenvoudiger van opzet dan de latere symfonieën maar het transcriberen zal toch niet eenvoudig zijn geweest. Alleen al deze inspanningen van Albrecht en het aandeel van Tonmeister Martin Fischer verdienen grote lof. Er werd in de reeks opnamen telkens gekozen voor een plaats die verbonden kon worden aan het leven van Bruckner. In 1869 bezocht Bruckner Frankrijk, met als hoogtepunt een concert op het Cavaillé-Coll orgel in de Parijse Notre-Dame, met onder gehoor César Franck en Camille Saint-Saëns, die hun lof niet onder stoelen of banken staken. Voor de belangstellenden, er zijn op YouTube diverse filmpjes te vinden over dit project. Hansjörg Albrecht attendeerde mij tijdens een ontmoeting met hem na het concert in Haarlem nog op de toen nog te verschijnen documentaire Anton Bruckner – In The Realm Of Sound | Im Reich der Töne, die inmiddels eveneens op You Tube staat. Een aanrader! index |
|