CD-recensie
© Harry-Imre Dijkstra, augustus 2021 |
De jonge Franse pianiste Célia Oneto Bensaid vestigde een paar jaar geleden de aandacht op zich met haar eerste soloalbum ‘American Touches', waarop ondermeer eigen arrangementen van orkestwerken van Bernstein en Gershwin staan. Op dit tweede album vinden we opnieuw Amerikaanse muziek, nu als onderdeel van een door haar bedacht concept: om de luisteraar in een toestand te krijgen waarbij deze de muziek over zich heen laat komen als een geheel, zijn de meerdelige cycli van Ravel en Glass uit elkaar gehaald en om en om geplaatst. Bij beluistering in-één-keer heeft dat inderdaad een wonderbaarlijk effect, in ieder geval bij de paring van ‘Metamorphosis I' en 'La vallée des cloches', deel vijf uit Miroirs. De geconditioneerde oren vallen ogenblikkelijk de overeenkomsten in de composities op: vérstrekkende klankvelden met repeterende ritmepatronen en een vaak onbestemde voortgang van de muzikale lijn, die geen eindpunt als doel lijkt te hebben. Dit afdoen als een bundel sfeermuziekjes zou gemakzuchtig zijn, maar in de context van Glass' muziek blijkt ook Ravels muziek wel degelijk een bepaalde 'lounge-kwaliteit' te bezitten. Maar al snel wordt de vredige rust ruw doorbroken door een compositie van de eveneens jonge Franse componiste Camille Pépin, van wie Oneto Bensaid al diverse kamermuziekwerken heeft uitgevoerd en opgenomen. Pépin schreef, geïnspireerd op het schilderij 'Number1' van Jackson Pollock, een best volwassen maar onsamenhangende verzameling ideeën, waarvan na ruim acht minuten weinig in de herinnering achterblijft. Jammer, want thematisch past de compositie goed: Pollocks schilderij is een abstracte weergave van de weerspiegeling van het licht op het water van de Accabonac haven op Long Island bij New York, zoals Ravels cyclus ook om weerspiegelingen draait en die van Glass om een reflectie op het menselijk bestaan – zijn cyclus verwijst naar Kafka's novelle 'Die Verwandlung' ('De Gedaanteverwisseling'). Een tweede ordeverstoring op dit album ontstaat, zodra twee stukken achter elkaar van Ravel of Glass klinken: plots is de in eerste instantie opgewekte magie en spanning van de verwachting verdwenen en valt het concept van elkaar afwisselende stukken in duigen. Dan wordt het eigenlijk interessant te weten of de pianiste dit album ook in deze volgorde heeft opgenomen, of toch eenvoudigweg per cyclus en die vervolgens in de montage heeft laten opknippen. Want de uitvoeringen mogen er zijn: Oneto Bensaids vingers vliegen en glijden lenig en met speels gemak over de toetsen in Ravels ernstig-moeilijke composities en haar ideeën over karakterschetsing zijn heel goed te volgen. Soms ontbreken de muzikale komma's, de wispelturigheid en ongrijpbare stekeligheid in de eerste twee delen van Miroirs en hadden sommige muzikale afslagen in het algemeen best nog wat scherper gemogen. Daartegenover staat een uitgekiende virtuositeit, waarbij de pianiste ook handig het tempo zodanig aanpast dat de details en de kaleidoscopische bewegingen goed te beluisteren zijn. Het is dezelfde relatieve rust in haar spel die de uitvoeringen van de vijf werken van Glass aangenaam maakt. Zelfs al is de ritmische voortgang vlot, dan weet Oneto Bensaid nog steeds de focus te behouden op de motieven in de diskant. Het album sluit ze in ieder geval logisch af met 'Metamorphosis V', aangezien dat de tegenhanger is van het openingswerk op dit album. index |
|