CD-recensie

 

© Harry-Imre Dijkstra, januari 2022

Quarant(ain)e

Bridge: Cellosonate

Chaminade: Ma première lettre – l'Amour captif – Chanson triste – Mots d'amour

Saint-Saëns: Allegro appassionato op. 43

Respighi: Adagio con variazioni

Kusters: Gedicht: Voor de pianiste Lineke Lever

Lagoma Pombar: Gedicht : Zimurrak (Rimpels)

Oihana Aristizabal Puga (cello), Lineke Lever (piano), Wiel Kusters (spreekstem), Erika Lagoma Pumbar (zang)
Et'cetera KTC 1706 • 56' •
Opname: febr. 2021, Muziekhaven, Zaandam

   

Een cadeautje voor de 40-jarige uitvoerenden zelf: het opnemen van een album met muziek van componisten rond hun veertigste. Niet alleen een origineel concept, vooral levert het een uiterst veelzijdig en bijzonder geslaagd resultaat. Jarige musici mogen toegesproken worden, of toegezongen, en dát gebeurt ook: op de cd is zowel een gedicht voor de Nederlandse pianiste te horen, geschreven en gesproken door Wiel Kusters; voor de Spaanse celliste schreef en zong Erika Lagoma Pombar een Baskisch lied. Maar verder geen landgenoten: Engelsman Frank Bridge had het te kwaad met de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog en in zijn Cellosonate legt hij daarvan getuigenis af. De heren Saint-Saëns en Respighi uit respectievelijk Frankrijk en Italië schreven boeiende concertante cellowerken, die we nu niet met orkest maar met piano mogen genieten. En Française Cécile Chaminade mag zich zelfs de meest wonderlijke gast op het repertoire noemen: vier van haar rijpe, verfijnde liederen zijn getransformeerd tot volwaardige cellominiaturen!

De eerste track, deel één van de indrukwekkende compositie van Bridge en al geschreven in 1913, biedt direct een gulle blik in de muzikale vermogens van de twee spelende dames. Nergens lijken ze zich in te houden om de expressie het volle pond te geven. Gelukkig is de akoestische omgeving van het relatief nieuwe podium 'Muziekhaven' in Zaandam, beheerd en bewoond door het violistenpaar Milstein & Van Bellen, prachtig gevangen en horen we zelfs een van de stoelen af en toe lichtjes kraken, een vogeltje heel erg in de verte... Het draagt bij aan de intieme sfeer van het album. Na de bewogen melancholie van dat eerste deel biedt het tweede deel een amalgaam van stemmingen – Bridge comprimeerde de oorspronkelijke delen twee en drie met een toegevoegd klein scherzo tot één lang deel – die ondanks de uitbundigheid Bridge's pessimistische blik op de wereld tussen 1914 en 1917 verklankt. Voor het duo is er geen terughoudendheid, de geladen klanken lichten warm en volbloedig op.

Het eerste van de vier liederen van Chaminade, 'Ma première lettre', ontroert direct door de eenvoudige, uiterst gevoelige verteltrant van het duo en mag best het hoogtepunt van het album genoemd worden. De tekst, waarop Chaminade het stukje oorspronkelijk schreef is van tijdgenote Louise-Rose Gérard, een dichteres wier poëzie ondermeer veelvuldig werd gebruikt voor liederen van de componisten Chabrier en Mazellier. Het handelt over de verloren herinnering aan een teruggevonden briefje uit de jeugd en de gedachte dat ook de motivering voor het schrijven van een liefdesbrief misschien vergeten wordt, als men die later ooit terugvindt. Dit kleine, lieve gegeven komt muzikaal als een gelaten acceptatie over, een bijzondere prestatie van de componiste. Ook in de andere liederen weet Chaminade een sterke kleuring te geven aan de diverse teksten van louter tijdgenoten, maar zonder twijfel is de omzetting naar cello een gelukkige en kan het duo zich in de romantische klanken uitleven.

Het Allegro appassionato op. 43 van Camille Saint-Saëns had een meer solistische benadering van de celliste mogen hebben, want als kamermuziek werkt het stuk niet optimaal. De dames vertrouwen wellicht te veel op de kracht van het samenspel, maar aangezien de piano hier een samenvatting van het orkest vertegenwoordigt is de rolverdeling wezenlijk anders. Het Adagio con Variazioni van Ottorino Respighi biedt wel ruimte voor zo'n aanpak, dankzij de uiterst lyrische vormgeving van de variaties, de idiomatische pianopartij, maar ook omdat er substantiële soli voor de piano in het werk te vinden zijn. De uitvoering is zeer organisch en gaaf afgewerkt. Indrukwekkend is bovendien het sterke overzicht van het duo over het complete werk, dat twaalf minuten duurt. Dat maakt het beluisteren ervan tot een bijzondere ervaring.

En dan nog de voorkant, de cover van het album...een spannend en intrigerend portret, de spelers en profil met schijnbaar fluorescerende verfstippen en –strepen op de huid: zeer origineel en prachtig passend bij de muzikale inhoud van deze cd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links