CD-recensie Gregor Joseph Werner,de voorganger van Joseph Haydn (1)
© Gerard van der Leeuw, januari 2023 |
Onlangs verschenen maar liefst twee erg mooie cd's (op de tweede o.a. een Requiem en een Miserere, hier eveneens besproken) met opnamen met werk van de vrijwel onbekende Gregor Joseph Werner, een componist die ik tot voor kort alleen kende uit een vrij vervelende opname van zijn curieuze Musikalischer Instrumental Kalender, het in 2020 op Accent verschenen oratorium Der gute Hirt en twee van zijn voor de kersttijd bedoelde Pastorella's Maar Werner is, hoe onbekend ook, zeker geen 'kleine jongen'. Het eerste artikel van de Convention und Verhaltungs-Norma des Vice-Kapellmeisters, gedateerd Wenen, 1 mei 1761, het contract waarmee Haydn benoemd werd tot vice-kapelmeester bij Paul Anton Esterházy, luidt in veraling als volgt:
Wie was deze voorganger van Haydn? Gregor Joseph Werner werd op 28 januari 1683 in Ybbs an der Donau geboren. Van zijn opleiding weten we weinig tot niets. Er wordt aangenomen dat hij studeerde in Melk en vaak kun je lezen dat hij, gezien zijn meesterlijke beheersing van het contrapunt, mogelijk een leerling van Fux is geweest. De grote stimulator achter deze opnamen, de Hongaars-Oostenrijkse klavecinist en dirigent Lajos Rovátkay, meent echter op goede gronden dat dit de in Wenen werkzame Antonio Caldara (1670-1736) moet zijn geweest. In 1728 werd hij hofkapelmeester bij de Esterházy's een functie die hij tot zijn dood zou bekleden. Zoals Aart van der Wal in 2013 schreef (klik hier): 'Een harde werker, deze Gregorius Josephus Werner. Met veertig missen, drie requiems, drie Te Deums, 4 offertoria, twaalf vespers, dertig oratoria (waaronder twaalf voor Goede Vrijdag), honderddrieëndertig antifonen en dan ook nog een groot aantal instrumentale en kleinere stukken kan deze Oostenrijkse componist en kapelmeester best als een - overigens zeer creatieve - veelschrijver worden be-stempeld. En een vakman was hij ook, want hij beheerste à la Fux zowel de de aloude a capella stijl als de concertante barokstijl van rond de eeuwwisseling. Wie in zijn contrapunt op zoek ging naar 'faule Stimmen' kwam er - evenals bij Fux - geen een tegen.' Dit zijn alleen al opmerkelijke uitgaven vanwege de dirigent van ensemble La festa musicale: Lajos Rovátkay, geboren in 1933 in Boedapest en derhalve ruim 90 jaar oud. En dat is aan deze levendige, van diep inzicht in deze muziek getuigende opnamen toch werkelijk niet te horen. Ik kende Rovátkay van een aantal cd's uit eind jaren 80 en begin jaren '90 van de vorige eeuw (Caldara, Fux, Tuma, Monn), maar had nadien niets meer van hem vernomen. En nu ineens deze mooie cd's. Op de eerste cd vinden we een zestal (van de onge-veer zestig!) versies van de Maria-antifoon Salve Regina, aangevuld met een even groot aantal (van de ongeveer twintig bewaard gebleven) Pastorella's . In de woorden van Lajos Rovátkay:
En over de voor de kersttijd bedoelde Pastorella's:
Werner wordt in de diverse Haydn biografieën meestal weggezet als een lastige mopperpot, die van Haydns 'nieuwlichterij' niets moest hebben. Waarbij men dan voor het gemak maar over het hoofd ziet dat Haydn 'Aus besonderer Hochachtung gegen diesen berühmten Meister' nog in 1804, bijna veertig jaar na Werners dood, een zestal fuga's van Werner bij Artaria uitgaf. Daarover de volgede keer meer. Mogelijk is de jonge Haydn zelfs nog bij Werner in de leer geweest. Dit is een prachtige cd, het beluisteren meer dan waard. Het is bijzonder te horen hoe Werner ieder Salve Regina en iedere Pastorella weer anders behandelt. De solisten voldoen zonder uitzonderingen aan zeer hoge eisen en La festa musicale speelt met elan. Bijzonder ook het meespelen van een hakkebord. Op de tweede cd o.a. een Requiem en een Miserere. index |
|