CD-recensie
© Gerard van der Leeuw, december 2023 |
U weet niet wie Tuttifäntchen is? Dat is het ‘zoontje’ van meester Tuttifant, de beroemde houtsnijder, die poppen snijdt voor Punoni, de eigenaar van het poppentheater. Tuttifant heeft een dochtertje, Trudel en een leerjongen, Peter. Die twee zullen als iedereen slaapt op zoek gaan naar de ster, die Peters moeder na haar dood vanuit de hemel naar de aarde heeft geworpen. Tuttifäntchen is de hoofdpersoon in het Weihnachtsmärchen mit Gesang und Tanz in 3 Bildern von Hedwig Michel und Franziska Becker. Musik von Paul Hindemith. Hindemith schreef de muziek in 1922, kort nadat hij zijn reputatie als ‘Neutöner’ (Hin damit!) gevestigd had met werken als de expressionistische eenakter Mörder, Hoffnung der Frauen op een tekst van Oskar Kokoschka (1919), de Suite voor piano (1922) en de prachtige, een schandaal veroorzakende eenakter Sancta Susanna (1922). Van dat alles is maar heel weinig te merken in Tuttifäntchen. Zie het voorspel waarin het kerstlied Kommet, ihr Hirten (het Tsjechische Nesem vám noviny) geciteerd wordt: Hooguit in de dans van de poppen, een foxtrot, is iets te merken van de Hindemith van de Suite op. 26: Qua sfeer doet Tuttifäntchen hier en daar denken aan Engelbert Humperdincks Hänsel und Gretel. De tekst van het sprookje is geschreven door Hedwig Michel (1892-1982) (1) en Franziska Becker (1874-1942) (2) Hindemiths Tuttifäntchen ging op 13 december 1922 in première in het Hessisches Landestheater in Darmstadt. Hindemith schreef een betoverende partituur vol korte deeltjes, waaronder twee melodrama’s. Het werk eindig met een mooie zetting van Adeste fideles (Komt allen tezamen). Wel heel eigentijds doet het hier uitgesproken idee van een bezielde, door de mens misbruikte, natuur aan. Aan het eind van het verhaal wordt Tuttifäntchen weer een met de natuur en vergroeit met de denneboom waar hij als stuk hout ook uit afkomstig was: Meine Tanne, nun ich dich gefunden, Dit aspect van het sprookje deed me denken aan de oproepen van filosoof Jan Warndorff te stoppen met het ‘in naam van de vooruitgang’ gedachteloos vernietigen van de natuur: ‘…. denk aan hoe ieder jaar opnieuw miljoenen sparren en andere coniferen zomaar worden gekapt voor enkele weekjes kerstsfeer, om vervolgens als vuilnis op straat te worden gedumpt.’ (3) Er is van de complete Tuttifäntchen (er bestaat ook een suite) maar één complete opname, maar dat is dan ook een voltreffer, 2012 uitgebracht door CPO. ___________________ index |
|