CD-recensie

 

© Gerard Scheltens, mei 2021

The Boulanger Legacy

Lili Boulanger: Nocturne - Cortège - D'un matin de printemps

Bacewicz: Vioolsonate nr. 3

Bernstein: Vioolsonate

Piazzolla: Le grand tango

Nadia Boulanger Trois pièces: I. Moderé

Merel Vercammen (viool), Dina Ivanova (piano)
TRPTK TTK 0064 • 58' •
Opname: sept.-okt. 2020, Westvest90, Schiedam

 

Merel Vercammen is een ondernemende violiste. Dit is haar derde album, na het debuut Symbiosis met de bijzondere combinatie Poldowski-Wantenaar-Franck, eveneens met pianiste Dina Ivanova (hier besproken) en de dubbel-cd THE ZOO met nog veel gevarieerder repertoire (hier besproken). Ze houdt het initatief en de repertoirekeuze in eigen handen, regelt de financiering door succesvolle crowdfunding en schrijft zelf de liner notes. Zo verschijnt haar derde album The Boulanger Legacy, waarvan Nadia en Lili dus, de Parijse zussen, ieder beroemd op haar eigen manier, maar nauw met elkaar verbonden, het onderwerp zijn.

Ze groeiden op in een muzikaal en kunstlievend milieu. Vader Ernest Boulanger was componist, moeder Raïssa Ivanovna Mychetsky was zangeres en claimde dat een Russische prinses te zijn. Of dat waar was is nooit helemaal bewezen, maar het verzekerde haar van een positie in de artistieke beau monde van Parijs. Beroemde grootheden als Gounod, Fauré, Ravel, Koechlin en Florent Schmitt waren bij de Boulangers kind aan huis. Nadia werd verliefd op de veel oudere Raoul Pugno, haar latere pianopartner, maar een verhouding werd het niet. Ze ontwikkelde zich met steun van Fauré en Pugno tot een talentvol componiste, maar de Prix de Rome liep ze mis omdat jurylid Saint-Saëns zich tegen haar verklaarde. Ze kwam zelf tot de conclusie dat ze tekortschoot voor een carrière als componist. Haar liederen, waaronder Les heurs claires uit 1910 lijken het tegendeel te bewijzen, al is niet duidelijk hoe groot Pugno's aandeel was in deze fraaie cyclus.

Nadia richtte zich op een andere roeping en stelde zich in dienst van het volgens haar veel grotere talent van haar ziekelijke zuster Lili. Die kreeg (net als ooit hun vader) de Prix de Rome juist wel en geldt als een van de grootste jonggestorven talenten in de muziekgeschiedenis. Ondanks de toen nog vrijwel onbekende ziekte van Crohn die haar uiteindelijk fataal werd, manifesteerde Lili Boulanger zich als een zelfverzekerde componiste die inderdaad een heel grote had kunnen worden. Toen ze in 1918 op 24-jarige leeftijd overleed na op haar sterfbed haar Pie Jesu aan Nadia te hebben gedicteerd, nam die zich voor zelf geen noot meer te componeren, maar zich te wijden aan de bevordering van Lili's muzikale nalatenschap.

Daaraan heeft ze zich nauwgezet gehouden, maar Nadia's carrière nam ook een andere, hoge vlucht. Als dirigente, maar vooral als muziekpedagoog oefende ze een grote invloed uit op zo ongeveer het hele componistendom van haar tijd. Haar leerlingenlijst leest als een ABC van de muziekgeschiedenis van de 20e eeuw. Ook gevestigde musici reisden af naar Frankrijk om bij 'mademoiselle' cursussen te volgen. En de pupillen kwamen niet alleen uit de traditionele klassieke muziek: Burt Bacharach, Quincy Jones, Ástor Piazzolla, Michel Legrand staan op de lijst, net als Aaron Copland, Grazyna Bacewicz, Jacques Ibert, Darius Milhaud, Virgil Thomson, John Eliot Gardiner, Daniel Barenboim, Philip Glass, om maar een paar te noemen. Ned Rorem vroeg zich zelfs ironisch af of hij misschien de enige Amerikaanse componist was die niet bij haar gestudeerd had. Merel Vercammen citeert een ander veelzeggend bon mot van Virgil Thomson: "Every town in America has a five-and-dime (goedkoop warenhuis) and a Boulanger pupil".

Als Vercammen het heeft over The Boulanger Legacy, gaat het dus niet alleen over Lili en Nadia zelf, maar ook over Nadia's enorme rij discipelen. Dat Vercammen en Ivanova daarbij een lans breken voor de Poolse componiste Grazyna Bacewicz is kenmerkend voor hun prijzenswaardige voorkeur om de overbekende paden van het repertoire te mijden. Dat de Poolse Bacewicz (1909-1969) nog steeds op ontdekking moet wachten komt waarschijnlijk door de beschamend geringe aandacht die we nog steeds hebben voor vrouwelijke componisten. "The most underrated composer of the 20th century", schrijft Vercammen. Ik weet er nog wel een paar, maar Bacewicz is absoluut een "strong contender" naar die twijfelachtige eretitel. Haar direct aansprekende derde vioolsonate uit 1948 ademt de Franse sfeer van het interbellum, maar heeft ook allerlei contrastrijke individuele trekken die tot een persoonlijk en verrassend idioom behoren. Een ontdekking, zeker...

De vioolsonate van de 21-jarige Bernstein dateert uit 1939 en behoort strikt genomen niet tot de Boulanger-'legacy', want Lenny en 'mademoiselle' kenden elkaar toen nog niet. Maar Vercammen maakt aannemelijk dat deze rij variaties heel goed past bij een leerproces waarin Nadia vanzelf een sturende rol ging spelen. Bernstein hield levenslang contact met haar en was een van de laatsten die haar spraken voor haar dood in 1979.

Dat ook Astor Piazzolla tot Nadia's pupillen behoort is welbekend. Een beroemde anekdote verhaalt dat ze zijn muziek pas interessant ging vinden nadat hij een tango voor haar had gespeeld. Ongetwijfeld hebben haar inzichten bijgedragen aan de manier waarop hij de Argentijnse tango wist te stileren tot een autonoom artistiek genre. De Grand Tango die Piazzolla voor Rostropovitsj schreef speelt Vercammen in een door Sofia Goebaidoelina gemaakte viooltranscriptie. Dit onderdeel van de cd verscheen al eerder op single, een in de klassieke wereld bijna ongekend fenomeen.

Het album begint en eindigt met de zussen Boulanger zelf. Lili's Nocturne, Cortège en D'un matin de printemps zijn fraaie en dankbare sfeerstukken. Dat geldt ook voor de eerste, Moderé van Nadia's Trois pièces (ook eigenlijk voor cello) waaraan te horen valt dat ze met haar eigen oordeel over haar componeertalent misschien te hard was voor zichzelf. Dat schrijft Vercammen ook, maar waarom dan de bijbehorende twee stukken Sans vitesse et à l'aise en Vite et nerveusement rythmé niet ook gespeeld? Daar was nog best ruimte voor en de kwaliteit is even groot. Het is mijn enige puntje van kritiek op dit mooi verzorgde en goed doordachte album. Vercammen en haar Russische pianopartner Dina Ivanova (derde prijs Lisztconcours 2017) zijn opvallende talenten met een creatieve en originele invalshoek en de opname door Brendon Heinst laat niets te wensen over.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links