CD-recensie

 

© Gerco Schaap, januari 2016

 

Ben van Oosten -
A Festival of English Organ Music (vol. 2)

Elgar/Martin: Imperial March op. 32
Elgar/Brewer: Chanson de Matin op. 15 nr. 1-2
Smart: Chorale with Variations in E flat major
Hollins: A Song of Sunshine
Parry: Fantasia and Fugue in G major op. 188
Wesley: Larghetto
Ireland: Capriccio in C major
Bridge: Adagio
Howells: Psalm Prelude Set 2 nr. 3
Elgar/Lemare: Pomp and Circumstance op. 39 nr. 1

MDG  3161907-2 • 74' •

 

In oktober 2014 besprak ik de eerste cd met Engelse orgelliteratuur door Ben van Oosten op het Father Willis-orgel in de Kathedraal van Salisbury en was daar behoorlijk enthousiast over. Niet alleen vanwege de expressieve vertolkingen maar ook vanwege de fraaie ruimtelijke opname, waar Engelse labels nog iets van kunnen leren. Ik meldde toen dat er nog enkele stukken over waren voor een tweede cd met Engels repertoire, en die cd is er intussen. En weer is mijn enthousiasme niet te temperen.
Van Edward Elgar was de 'orgelkoek' wel op, want buiten zijn Organ Sonata en de Vesper Voluntaries heeft Elgar geen orgelwerken geschreven. Maar geen nood. Sir George Clement Martin, organist van St Paul's Cathedral in Londen van 1888 tot 1916, maakte in 1897 een arrangement van Elgars Imperial March, een orkestwerk dat Elgar in hetzelfde jaar schreef ter gelegenheid van het 60-jarig regeringsjubileum van koningin Victoria. Het stuk wordt tegenwoordig zelfs vaker op orgel uitgevoerd dan door orkest. Een majestueuze binnenkomer, gevolgd door een bewerking van Elgars Chanson de Matin, een bijzonder sfeervol werkje, oorspronkelijk voor viool en piano. Aan het eind van de cd horen we nog zo'n pareltje: het Chanson de Nuit uit hetzelfde opus; beide stukjes werden voor orgel bewerkt door Elgars vriend Sir Herbert Brewer.
Van Henry Smart koos Ben van Oosten niet het bekende (en ook wel erg brave) Air with Variations in A gr.t. maar het minder vaak gespeelde Choral with Variations in Es gr.t.
Waar ik me altijd weer over verwonder, is hoe een organist-componist als Alfred Hollins, die zelf het licht in zijn ogen moest ontberen, zo'n stralende en lichtvoetige Song of Sunshine heeft kunnen componeren. Ben van Oosten speelt hem gelukkig niet zo snel als de meeste Engelse organisten.
In Sir Hubert Parry's elf minuten durende Fantasia and Fugue in G op. 188 zijn onmiskenbaar invloeden van J.S. Bach en Max Reger te horen. Het stuk kent een lange ontstaansgeschiedenis; de eerste versie ontstond in 1877; vijf jaar later herschreef Parry de Fantasia en in 1912 schreef hij een geheel nieuwe fuga. Maar toen was het dan ook een concertstuk van formaat dat nog altijd repertoire houdt.

Het programma van deze cd is weer even logisch opgebouwd als dat van Volume 1. Na het doorwrochte werk van Parry gaan we iets terug in de tijd en horen een Larghetto in fis kl.t. van Samuel Sebastian Wesley. Het is geschreven voor een huisorgel - en daar zal het ook best aardig op klinken - maar op een kathedraalorgel als dat van Salisbury krijgt het extra allure. Het expressieve thema wordt gepresenteerd op de Hobo; daarna volgt een omspeling van het thema op een solofluit, begeleid op het Swell met daaraan toegevoegd een zachte Vox Humana: een hemelse combinatie! Na een doorwerking op het 'full Swell' zijn we in slechts enkele maten weer terug in de hoofdtoonsoort en gaat de zwelkast dicht. Orkestraal spel van de bovenste plank!
Van de 'Engelse impressionist' John Ireland had ik natuurlijk graag diens Elegiac Romance gehoord, maar in het kader van de logische programmaopbouw is het opgewekte Capriccio in C Major natuurlijk een betere keus. Leuk dat daarin nog ergens de melodie van 'À toi la Gloire' opduikt.
De ernst keert terug in Frank Bridge's Adagio, een gedragen stuk dat via een crescendo toewerkt naar een dramatische climax, waarna het oorspronkelijke thema in de strijkers terugkeert en pianissimo eindigt.
Van Herbert Howells koos Van Oosten een van diens minder vaak gespeelde Psalm-Preludes, namelijk de opwindende derde uit de tweede set, gebaseerd op het derde vers van Psalm 33 ('Zingt Hem een nieuw lied').
Aan het eind van de cd zijn we weer terug bij Engelands grootste componist: Edward Elgar en zijn eerste mars Pomp and Circumstance, voor orgel bewerkt door Edwin Lemare. Een beter pleidooi voor Engelse orgelmuziek kan ik niet aandragen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links