CD-recensie
© Emanuel Overbeeke, februari 2025 |
Dit is niet de eerste opname van deze opera. Hoewel de opera zeker niet is vergeten, hoort men veel vaker van Stravinsky Le chant du rossignol, het symfonisch gedicht gebaseerd op deze opera. Dat heeft diverse redenen. De eerste akte is vrij statisch en het vervolg (waaruit het materiaal voor het symfonisch gedicht bijna helemaal afkomstig is) weliswaar muzikaal en dramatisch veel afwisselender maar om op te voeren veel kostbaarder. De euvels van de opera worden draaglijk als de uitvoering duidelijk een theatrale sfeer ademt. Zo bezien is dit een prachtige uitvoering. Ook al ontbreken op een cd uiteraard decor en regie, men hoort aan vele gebaren bij met name de zangers, dat de cd de vastlegging is van een productie in het theater. De voorstelling maakte deel uit van een double bill met na de pauze Francis Poulencs Les mamelles de Tirésias. Wellicht door die combinatie klinkt de tweede helft van de opera humoristischer en verrassender dan meestal en hebben de zangers in de eerste helft de neiging hun bijdrage dramatischer te maken dan die is. De opname is gemaakt op een moment dat Francois-Xavier Roth nog niet uit de gratie was gevallen en kon werken aan zijn muzikale ontwikkeling. (Duidt de verschijning van deze opname nu na zijn val in ongenade op een begin van rehabilitatie?) Die ontwikkeling houdt kort gezegd in dat hij de instrumenten van zijn orkest Les Siècles (orkestinstrumenten van omstreeks 1900) niet meer behandelt als lang vergeten noviteiten en curiositeiten, maar dat hij de ze behandelt als instrument, d.w.z. als middel tot en onderdeel van een muzikaal betoog waarin lijn en drama voorop staan en andere bouwstenen, onder andere instrumenten, daaraan dienstbaar worden gemaakt. Dat persoonlijke betoog past in een algemeen hedendaags betoog: weg van de onpersoonlijke precisie die Stravinsky als musicus altijd predikte en soms praktizeerde naar een betoog waarin precisie en helderheid uitstekend samengaan met een vloeiende beweging, ook in de meest metronomische momenten. Deze opera leent zich zeer goed voor die aanpak, niet alleen omdat zangers vaak meer ritmische vrijheid willen en nemen dan instrumentalisten, maar ook omdat deze benadering van de muziek geen afbreuk doet aan het drama van de compositie: de natuur heeft haar eigen wetten waarmee mensen niet ongestraft kunnen sollen. Dat die visie overkomt, is niet alleen te danken aan Roth, maar ook aan de voortreffelijke vocalisten, met name de sopraan Sabine Devieilhe als nachtegaal, de mezzo Lucille Richardot als de dood, de tenor Cyrille Dubois als de visser en de bariton Jean-Sébastien Bou als keizer. Het helpt dat zij zingen in hun moedertaal. Hun liefde voor dubbelzinnigheden en hun non-verbale emoties maken nieuwsgierig naar hun vertolking van Les mamelles de Tirésias . Hopelijk verschijnt de opname daarvan ook ooit. index |
|