CD-recensie

 

© Emanuel Overbeeke, juni 2023

Dutilleux: Celloconcert (Tout un monde lointain)*

Dusapin: Outscape**

Victor Julien-Laferrière (cello), Orchestre National de France o.l.v. David Robertson* en Kristina Poska**
Alpha 886 • 55' •
Opname: febr. 2021 (Outscape) en febr. 2022 (Dutilleux), Auditorium de Radio France, Parijs

 

Deze cd verenigt twee relatief recente celloconcerten en bewijst wederom dat meesterwerken uit alle tijden komen. Tout un monde lointain uit 1970 hoorde ik tot nu slechts twee keer in de zaal en beide keren reageerde het publiek enthousiast. Ook Dutilleux' drie korte stukken geschreven voor de 70str verjaardag van Paul Sacher (een van hen speelde Queyras ooit als toegift na het Celloconcert van Saint-Saëns) konden telkens op grote bijval rekenen. De reden is niet dat Dutilleux in de kern conservatief is, maar dat hij een overduidelijk gevoel voor proportie, dramatiek en kern op boeiende wijze kan combineren met moderne middelen. Zelfs al doet hij in zijn meest geavanceerde details in moderniteit niet onder voor Xenakis of Boulez, zijn gevoel voor vorm en kleur is toeristischer dan bij ‘de gekende modernisten' alhoewel zeker niet altijd traditioneler. De incidentele grote drieklanken, zeer traditioneel geplaatst aan het einde van een frase, zijn voor het karakter niet minder cruciaal dan de atonale harmonieën, intrigerende orkestrale mengklanken en de gregoriaans kronkelende melodielijnen in een modern jasje. Als Webern en Boulez cerebraal zijn, dan Dutilleux zeker.

En bovenal, welke middelen hij ook gebruikt, zijn muziek is goed. Het bewijst wederom dat men muziek in laatste instantie niet verovert langs intellectuele maar emotionele weg al kan het intellect uiteraard wel helpen; dat er wat dit betreft geen wezenlijk verschil is tussen tijdvakken, landen en genres hoezeer de context ook over onze schouder meeluistert; dat goede muziek zich vaak redt ondanks een mindere uitvoering en slechte muziek zich niet ondanks een goede; dat de mindere stukken maar op één manier overtuigen en de beste op vele; dat elke domein een handvol toppers produceert en heel veel onder de top en dat dit resultaat losstaat van de context; en dat selectie op grond van kwaliteit vaak interessanter is dan op stijl.

Misschien vindt u dit open deuren (dat zijn het ook), maar in een tijd van heftige debatten over de richting van cultuur en samenleving waarin hokjesgeest en identiteitspolitiek dominant zijn en de klassieke muziek niet alleen reuzen ontbeert maar ook groot respect ontbreekt (vergelijk de manier waarop Duitsland en Nederland omgingen met corona en Finland en Nederland reageerden op de dood van Andriessen en Saariaho), lijken ze niet vanzelfsprekend. In zo'n klimaat is deze cd een welkome verschijning, ook al zullen buiten de kring van moderne muziekliefhebbers vrees ik er weinigen kennis van nemen, laat staan de symbolische waarde ervan inzien.

Het stuk van Dusapin uit 2015 staat voor het eerst op cd, dat van Dutilleux is al vele malen opgenomen. De uitvoering van Laferrière van Dutilleux is voor zover ik weet de langzaamste tot nu toe, maar het stuk kan hebben, mede omdat solist en dirigent de lange lijnen kunnen pakken en vasthouden. Ook al is het een zeer episodisch werk, ook in de episoden en zeker in de uitvoering voelt men de architectuur. De details zijn er zowel ter wille van zichzelf als van het geheel, besef van kwaliteit wint het voortdurend van aandacht voor de middelen. De cellist hoorde ik voor het eerst en hopelijk niet voor het laatst, de dirigent Robertson is hoorbaar thuis in zowel Carter en Boulez als Mendelssohn en Strauss en hij heeft een neus voor de intrigerende mix van ingrediënten die deze muziek kenmerkt.

Over de toekomst van Outscape uit 2016 ben ik minder optimistisch, ook al hebben inmiddels diverse cellisten het op hun repertoire genomen. Dusapin, geboren in 1955, is een groot vakman en heeft hier fantastische vertolkers (van deze dirigente wil ik graag meer horen), maar de muziek valt uiteen en wordt een reeks van prachtige gebaren en soms enigszins machteloze gebaren, al weet hij precies hoe hij ontroering door schoonheid moet oproepen. Dat hij het stuk schreef voor Alisa Weilerstein, verbaast mij niet: zij is bij uitstek een celliste die houdt van grote dramatische gebaren, soms enigszins ten koste van de lange lijn. Ik heb bij deze muziek enigszins dezelfde associaties als bij figuren uit de omgeving van Mozart, Chopin, Debussy en andere toppers: dit zijn de echte kinderen van hun tijd, al zijn ze niet slecht. Wie hun tijd wil bestuderen en goed wil kennen moet niet beginnen met Bach, Beethoven en Brahms, maar met Romberg, Raff en Rhené-Baton. Solist, dirigente, orkest en opnametechnici kunnen de muziek niet beter maken dan die is, al zetten zij hun beste beentje voor. Maar de muziek en de uitvoering van Dutilleux zijn er om te koesteren.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links