CD-recensie

 

© Emanuel Overbeeke, mei 2025

William Christie - The Complete Erato Recordings

Klik hier voor het inhoudsoverzicht

Warner 021732276995 (61 cd's)
Opname: 1994-2011

 

William Christie, nu begin tachtig, is van de generatie na Leonhardt en Harnoncourt, maar gelet op zijn aanpak hoort hij tot hun voorgangers. Hoewel hij als twintiger Amerika ontvluchtte omdat hij niet wilde dienen in Vietnam, is hij in veel opzichten een leerling van de Amerikaan Ralph Kirkpatrick, een van de grootste klavecinisten uit de speelwijze en generatie van voor Leonhardt en iemand van wie Christie vooral zijn tijdgebonden trekken heeft overgenomen. Op zijn beste momenten verenigde Kirkpatrick swing met zwier en ritmische precisie, op de mindere kreeg zijn spel iets metronomisch en verlangt de luisteraar naar meer souplesse. Zo meester, zo leerling. Beiden stellen de continuïteit en de architectuur boven het bijzondere van momenten en zoeken de expressie meer in subtiliteiten dan in grote gebaren, met dat verschil dat de leerling zich toelegde op ander repertoire. Dat Christie primair een dirigent is en alle leden van een ensemble dezelfde kant op moest zien te krijgen waardoor een zekere stroomlijning op de loer ligt, terwijl Kirkpatrick vrijwel uitsluiten optrad als solist, is dan een ondergeschikt punt. Er s geen wezenlijk verschil in aanpak tussen de enige cd in de box met Christie als klavecinist (met vioolsonates van Händel) en alle overige. Christie maakte vooral naam met vertolkingen van Franse barokmuziek die, toen hij aan zijn carrière begon, nog amper bekend was waardoor Christie nu begrijpelijk vooral met dat repertoire wordt verbonden. Die band gaat heel ver. Hij dankt zijn faam vooral aan uitstekende vertolkingen van werken waarvan op dat moment vaak geen andere uitvoering bestond, hoewel ‘zijn muziek' ook anders kan klinken, luister maar naar een jongere collega als Minkowski en voorgangers als Rosbaud en Paillard. Hoort men in korte tijd veel van de Amerikaan, dan blijkt zijn aanpak niet alleen zeer dominant, maar ook tamelijk eenkennig. Net als Reinbert de Leeuw met Satie en Kurtág, Haitink met Mahler, Glenn Gould met Bach en Hindemith heeft Christie een ‘kernaanpak' die al zijn uitvoeringen doordesemt, niet alleen van zijn kernrepertoire. Bijna alles in deze box van 61 cd's (en deze bevat nog niet eens alle opnamen van Christie) klinkt ritmisch zeer precies, neigend naar het mechanische, transparant van klank, met veel aandacht voor de grote lijn en verrassende details in de instrumentatie en telkens voortvarend en energiek, ook in verstilde muziek. Hij maakt daarbij amper onderscheid tussen religieuze en niet-religieuze muziek, vocale en instrumentale momenten, theatrale en niet-theatrale muziek, Franse en niet-Franse. (Bij Minkowski hoor ik meer zwier en souplesse.) Dat blijkt vooral als Christie zich begeeft buiten de Franse barokmuziek. Of dit authentiek Purcell, Monteverdi, Mozart, Cherubini en Händel is, weet ik niet (wie weet het wel?), het is in ieder geval authentiek Christie. Als hij enigszins van deze aanpak afwijkt, is dat denk ik niet omdat hij voelt of weet dat andere muziek een andere benadering vraagt, maar omdat zijn solisten nog dominanter zijn dan hij, met name Renée Fleming, Natalie Dessay, Natalie Stutzmann en Susan Graham. Dat zijn solisten die niet primair bekend staan om hun affiniteit met Franse barokmuziek, maar wel bij dezelfde maatschappij onder contract staan. De overige vocalisten behandelt hij vaak als instrumentalisten waardoor de individuele timbres soms niet goed uitkomen.

Een gevolg van Christie's aanpak is dat de clichés van een stijl meer op de voorgrond komen, met name bij Franse muziek. Een ander gevolg is dat bij Franse barokmuziek het verschil vervaagt tussen Rameau en de andere Fransen. Dat is in dit geval prettig, want ik heb Rameau vaak persoonlijker gevonden dan zijn landgenoten. Nu winnen de anderen aan kracht.

Een gevolg van in korte tijd 61 cd's van één musicus beluisteren is dat men meer let op de uitvoering dan op de muziek. Concentreert men zich op het laatste, dan blijkt de Franse barokmuziek een toonbeeld van voortvarendheid en rijkdom in klank, mede dankzij de Amerikaanse energie van Christie. Omdat hij op dit terrein minder concurrenten heeft dan in Mozart, Purcell en Monteverdi, boeiden de Fransen mij het meest, ook de religieuze werken waarin de klankvariatie veel kleiner is.

Vergeleken met eerdere uitgaven van deze cd's moet de luisteraar het stellen zonder informatie in tekstboekjes, maar die is gedeeltelijk elders te vinden. Veel titels zijn dankzij de box gelukkig weer verkrijgbaar en het grootste compliment dat men deze box kan geven is dat men vergeet dat deze muziek ook anders kan klinken. De kracht van de uitvoeringen wint overtuigend van redelijke tegenwerpingen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links