CD-recensie
© Emanuel Overbeeke, mei 2021 |
De liefhebber van vocale muziek van Berio komt de laatste tijd royaal aan zijn of haar trekken. Vorig jaar verscheen (op BIS 2391) een cd met als hoofdwerk Berio's schitterende Coro plus Cries of London, fantastisch uitgevoerd door het Norwegian Soloists' Choir, nu is er weer een cd met dit werk plus de even aanstekelijke Folk Songs, even schitterend uitgevoerd door het Franse gezelschap Les cris de Paris. Wat beide koren bindt is het vermogen een weldadig gevoel voor humor, theater en quasi-anarchie te combineren met een uiterste aan beheersing en strengheid op een wijze dat de twee elkaar niet storen maar versterken. Omdat de stukken nu klinken als typisch jaren-zestigmuziek en wellicht daarom nu zelden te horen zijn, is het interessant de nieuwe uitvoeringen te vergelijken met uitvoeringen van deze en andere stukken van Berio uit dit tijdvak. Het grootste verschil is dat in oudere opnamen er meer sprake lijkt van losheid en achteloosheid en dat daarin, mede dankzij de opnamekwaliteit van dat moment, eerder een totaalklank domineert, terwijl in de nieuwe de differentiatie hoogtij viert. Maar al is Berio de meester van de ludieke fragmentatie, de stukken klinken als uit één stuk, ongeacht tempo, lengte en bezetting. De helderheid van klank en structuur doen gelukkig geen enkele afbreuk aan de humor en het plezier in de verrassing. Die houding weerklinkt ook in de stukken op de cd die men weinig hoort. Folk Songs is een terecht veel gehoord paradepaardje voor zangeressen die graag de beste moderne muziek zingen, maar hier krijgen we niet de bekende versie voor orkest, maar de minder gehoorde voor kamerensemble. Cries of London lijkt hermetischer maar is net zo theatraal als de Folk Songs. De uitvoering van Les cris de Paris is, hoewel duidelijk anders, al net zo meeslepend als die van de Norwegian Soloists' Chor, wat veel zegt over de potentie van het werk. Minder grillig dan deze twee hoofdwerken op de cd zijn de veel kortere die veel eenduidiger zijn: Sequenza III, de beste demonstratie van wat de modernistische omgang met taal kan opleveren; O King dat later terecht kwam in Sinfonia; een arrangement van het Beatles-liedje Michelle dat laat horen hoe subtiel Berio bij al zijn grappenmakerij ook is; There is no tune en E si fussi pisci zijn twee werken van de oudere Berio die de leuke grilligheid van het vroegere werk een bijna klassiek-romantische overzichtelijkheid meegaf. Elk weldenkend mens hoopt zo oud te worden. Dit is kortom muziek voor wie geestelijk jong wil blijven. En bij zulke uitvoeringen is men dat met liefde. index |
|