CD-recensie
© Basia Jaworski, december 2022 |
In deel twee (het eerste is helaas aan mijn aandacht ontsnapt) van wat een overzicht van een eeuw ‘Liedkunst 1810–1910' moet worden, verdeeld naar 'decades', komen liederen aan bod die gecomponeerd zijn tussen 1820 en 1830. Daar men er zowat de beste liedzangers voor heeft geëngageerd die we tegenwoordig rijk zijn maakt het project tot één van de beste uitgaven op dat gebied, zeker van de laatste decennia. Het programma is zeer gevarieerd en kent noch grenzen noch (sub)genres, en de emoties wisselen elkaar in rap tempo af. Oostenrijk, Rusland, Frankrijk, Duitsland en Italië staan broederlijk naast elkaar, een soort EU avant la lettre waarin elk land zijn individuele karaktereigenschappen behoudt. Maar zelfs binnen een genre van één componist is er ruimte gereserveerd voor emotiewisselingen. Zo wordt Schuberts ‘Auf der Brücke' naar de tekst van de ijlende Schulze – hier zeer intens vertolkt door Christopher Maltman – opgevolgd door diens ‘Im Frühling', waarin door dat prachtige ‘zoetje' dat de stem van John Mark Ainsley zo eigen is, de heftige emoties worden geneutraliseerd. Het door Maltman gezongen ‘Erlköning' en het daarop volgende ‘Herr Oluf' van Carl Loewe zouden een schoolvoorbeeld moeten zijn van hoe de liederen gezongen moeten worden. Ook Sarah Connolly's interpretatie van de drie ‘Ellens Gesangen' behoort tot de beste ooit. Malcolm Martineau, aan wie we ongetwijfeld het project te danken hebben, behoort al jaren tot de beste liedbegeleiders. Moeiteloos weet hij de verschillende emoties over te brengen en het is ook zonder twijfel zijn verdienste dat de uitgave van de eerste tot de laatste noot extreem boeit. De liederen zijn zeer zorgvuldig opgenomen, met een afgewogen balans tussen de zangers en de pianist. Ook de presentatie laat niets te wensen over. Alle teksten zijn (in twee talen) afgedrukt en de introductie door professor Susan Youens is zeer interessant om te lezen. Top! index |
|