|

CD-recensie
© Aart van der Wal, september 2018
|
Yiddish Glory - The Lost Songs of World War II
Afn Hoykhn Barg (Op de Hoge Berg) -
Shpatsir in Vald (Een wandeling in het bos) - Yoshke Fun Odes (Yoshke uit Odessa) - Kazakhstan - Mayn Pulemyot (Mijn mitrailleur) - Shelakhmones Hitlern (Poerimgeschenken voor Hitler) - Taybls Briv (Taybls brief aan haar man aan het front) - Misha Tserayst Hitlers Daytchland (Misha losgescheurd van Hitlers Duitsland) - Chuvasher Tekhter (Dochters van - Chuvashia) - Mames Gruv (Mijn moeders graf) - Babi Jar - Tulchin - A Shturemvind (Een stormwind) - Fir Zin (Vier zonen) - Kazakhstan (herhaling) - Nitsokhn Lid (Overwinningslied - Homens Mapole (Hamans nederlaag) - Tsum Nayem Yor 1944 (Gelukkig Nieuwjaar 1944)
Alexander Sevastian (accordeon), Mikhail Savichev (gitaar), David Buchbinder (trompet), Sergej Erdenko (viool), Artur Gorbenko (viool en piano), Shalom Bard (klarinet), Psay Kolenko, Isaac Rosenberg, Sophie Milman en Sasha Lurje (zang)
Six Degrees Records (zonder catalogusnummer) • 65' •
|
|
|
Yiddish Glory, The Lost Songs of World War II. Toen ik de titel las, sloeg de schrik me al bij voorbaat om het hart. De zoveelste poging om commercieel munt te slaan uit de verschrikkingen van de Holocaust? We weten het maar al te goed hoe het is gegaan met het vermarkten van de literaire nalatenschap van Anne Frank, slechts een van de vele voorbeelden. De talloze boeken en films die aan haar zijn gewijd, Anne in het theater, Anne in de musical. De vertekende beelden die het heeft opgeleverd, het gecosmetiseerde gehalte ervan, maar ook de kassa's die nog steeds rinkelen. Maar wie eenmaal de filmopnamen heeft gezien die het Engelse leger maakte van de 'ontruiming' van Bergen Belsen lijkt voorgoed genezen. Echt graven in dat afschuwelijke verleden, dat doe je aan de hand van origineel documentatiemateriaal, van in die tijd gemaakte foto- en filmopnamen, maar ook van die ruim negen uur durende, onopgesmukte documentaire die Claude Lanzmann medio jaren tachtig het licht deed zien en die ons met de neus op de gruwelijke feiten drukt. Zonder gelikte voice-overs en zonder 'bijpassende' muziek, zonder artistiek vormgegeven poespas, maar gewoon recht voor zijn raap. Zoals het toen geweest moet zijn, met de getuigen die het weten konden. Dat gemêleerde gezelschap van daders en slachtoffers, van omstanders, van opportunisten en wegkijkers. En voor wie dat nog niet genoeg is, is er het overvloedige filmmateriaal uit de Amerikaanse, Duitse en Russische archieven. Wat moet je dan nog met een musical? Een gerenoveerd Achterhuis?
Het begin
In de jaren negentig van de vorige eeuw vonden medewerkers van de Vernadski-bibliotheek in Kiev een aantal niet nader aangeduide, stoffige dozen volgestouwd met uit de oorlogsjaren overgeleverde joodse muzikale folklore. De inhoud werd vervolgens - zoals het in iedere bibliotheek wordt gedaan - gecatalogiseerd, maar daar bleef het vooralsnog bij. Tot de Canadese wetenschapper Anna Shternshis (u vindt hier haar curriculum vitae - ze was ook bij de projectie van dit album betrokken), ermee werd geconfronteerd en het grote historische belang ervan direct onderkende. Niet alles in de dozen was nog goed leesbaar, de tand des tijds had ook hier zijn werk gedaan, maar er was meer dan voldoende materiaal om er zich een nauwkeurig beeld van te kunnen vormen. Voor Anna was het allemaal volkomen nieuw, ze kende geen enkele tekst, geen enkel lied, maar voor haar een reden temeer om zich er als onderzoeker in vast te bijten, de oorsprong ervan zoveel mogelijk te achterhalen.
|
 |
|
Moisei Beregovski |
Beregovski
Uit de aangetroffen verzameling bleek dat het om liedteksten ging die afkomstig waren van gewone mensen, die met de komst van de nazi's hun hel op aarde hadden beleefd, ontheemd waren geraakt, in getto's en kampen terecht waren gekomen, om uiteindelijk te worden vermoord. Of die vlakbij huis al waren omgebracht, geëxecuteerd en in zelf gegraven greppels gedumpt. Daarmee was het een nalatenschap die gekoesterd diende te worden, maar ook ter kennis moest worden gebracht van een breed publiek.
De aangetroffen verzameling was afkomstig van Moisei Iakovlevitsj Beregovski (1892-1961), een etnomusicoloog op het gebied van de joodse muzikale folklore in Oost-Europa. Hij had, samen met Roevim Lerner (1912-1972) van alles verzameld en vastgelegd: liedteksten, Jiddische volksliedjes, woordloze melodieën (nigunim), maar ook de typisch joodse dansmuziek: de klezmer. Hoe die dozen in de Oekraïense nationale bibliotheek terecht zijn gekomen is nooit opgehelderd, al is er wel een foto van Beregovski waaruit blijkt dat hij in 1947 in Kiev was. Wat we ook van hem weten is dat hij begin jaren vijftig een van de talloze slachtoffers was van de zoveelste stalinistische pogrom, dar hij gevangen werd gezet en na zijn vrijlating in 1961 is overleden.
Of ze daar in Kiev voldoende wisten van dit baanbrekende werk en hoe die dozen daar terecht zijn gekomen vertelt het verhaal niet, maar zelf wist Beregovski aan het einde van zijn leven van het bestaan van die dozen waarschijnlijk niets (meer) af. En Lerner waarschijnlijk evenmin.
Eerste beschrijving
Wanneer hij precies is begonnen met het aanleggen van deze verzameling is gissen, maar gezien de inhoud kan dat eigenlijk niet anders zijn geweest dan al in het begin van de jaren veertig. Dat valt dan samen met zijn verbanning in de herfst van 1941 naar een onherbergzaam gebied in Centraal-Azië. Hij was een van de talloze Russische joden die gedwongen werden gedeporteerd naar een gebied dat ze niet kenden en waar ze geen andere keus hadden dan - en dit uiteraard met de grootste moeite - hun door de stalinistische machthebbers meedogenloos afgebroken bestaan opnieuw vorm te geven. Het verhaal gaat dat Beregovski zelfs onder die benarde omstandigheden zijn werk heeft voortgezet, wat overigens logisch lijkt want anders was hij niet in staat geweest om in die oorlogsjaren zoveel materiaal te verzamelen. Voor ons is het grootste belang ervan de historische context, want zonder Beregovski zou het merendeel ervan onherroepelijk verloren zijn gegaan. De weg naar de getto's en kampen bracht niet alleen de vernietiging van menselijk leven met zich, maar ook de teloorgang van niet alleen de joodse folklore, maar ook van wat was vastgelegd of van geslacht op geslacht overgeleverd. En uiteraard de muziek die daarin een belangrijke rol speelde. Zij was het immers die als creatieve uitlaatklep kon dienen, het van zich afzingen van de tomeloze ellende, de ontberingen, de angst, het verdriet.
Ravijn
Kiev als vindplaats van Beregovski's nalatenschap, maar ook net buiten de stad de vaak beschreven dodenakker van Babi Jar (Ravijn van Oude Vrouwen), waar eind september 1941 - ach, het is maar een telling - 33.771 joden: mannen, vrouwen en kinderen, door voornamelijk leden van de in Oekraïne overal actief zijnde moordbrigades van Einsatzgruppe C, op bevel eerst geheel ontkleed, met een gericht nekschot werden geëxecuteerd, waarna ze bijna als vanzelf in de massagraven vielen, rij op rij. Niet iedereen stierf, in de haast en de chaos. Een enkeling wist te ontkomen door zich dood te houden en zich, nadat de moordbende was vertrokken, tussen de stapels lijken uit te worstelen en uit het ravijn te kruipen, hetzij licht-, zwaar of in het geheel niet gewond. Een van de ooggetuigen die het heeft overleefd schreef er een gelijknamig lied over. De tekst ervan is bewaard gebleven, de muziek is er later bijgecomponeerd.
 |
Babi Jar |
 |
Belang
De bewaarde teksten zijn ook vanuit een andere optiek belangrijk: een deel ervan vormt de eerste, vaak bijna letterlijke beschrijving van de gruwelijke misdaden die door de nazi's in Oost-Europa werden begaan. Er zijn veel wrange ooggetuigenverslagen in de collectie opgenomen waarvan de tekst tot lied is verheven. Zoals er ook teksten zijn die de bittere haat tegen de Duitsers weerspiegelen en waarin onomwonden tot uitdrukking wordt gebracht dat men hen het liefst zo diep mogelijk onder de grond zou zien. Dood aan de Duitsers, daar kwam het simpel samengevat op neer. Terwijl Stalin daarentegen juist werd geprezen om zijn moed en zijn vastberadenheid (een bekend beeld voor velen, dat pas veel later zou gaan kantelen). Zoals er ook liedjes zijn die werden gezongen door de soldaten van het Rode Leger en door de vrouwen die hun man aan het front wisten en angstig maar ook hartstochtelijk naar hun terugkeer verlangden.
Yiddish Glory
Maar nu is er dan Yiddish Glory. Wat is daarvan echt en onecht? Er bekroop mij al gelijk een ongemakkelijk gevoel toen ik in het boekje las dat er met het oorspronkelijke materiaal danig was gerommeld en dit onder de vergoeilijkende vlag van 'muzikale archeologie'. Alleen al zo'n zinnetje: 'Psay Korolenko [.] analyzed the scarce supplementary notes, contextualized the lyrics and took a leap of imagination in order to create or adapt music for the texts, all originally written by amateur authors'. Ik moet u eerlijk bekennen dat ik hier slecht tegen kan. Wat is dan nog het onderscheid tussen echt en onecht?
 |
De musici van 'Yiddish Glory' |
'Oh mama, wie zal me 's morgens wekken? Oh mama, wie zal me 's avonds instoppen?' De tekst is uit het lied 'Mames Gruv' en beschrijft hoe een joods Oekraïens jongetje van tien jaar op 20 augustus 1945 bij het graf van zijn moeder vervuld is van verdriet en brandende haat. Natuurlijk wordt het op deze cd door een leeftijdsgenootje gezongen en natuurlijk wordt hij begeleid door professionele musici. Laten we ons vooral niet de illusie toeëigenen dat het in de Oekraïne toen net zo is gegaan. Voor wie niet verder hoort of kijkt is het misschien buitengewoon aandoenlijk, maar ik dacht alleen maar: als de teksten echt zijn is de muziek dat niet. De pogingen om iets terug te halen uit dat donkere verleden brengt onvermijdelijk de nodige 'herstel- of restauratiewerkzaamheden' met zich mee, ofwel aangevuld, verzonnen. Laat het waar zijn dat het om teksten gaat die menigeen op zijn laatste paar dagen hebben begeleid. Laat het waar zijn dat ze wortelen in een vooroorlogse traditie waar velen van ons niet of nauwelijks weet van hebben. Maar die teksten worden evengoed blootgesteld aan muziek die het beeld dat uit die teksten oprijst willens en wetens aantast. Omdat niet vaststaat dat die muziek bij die tekst hoort. En als het dan wel zo is, laat die muziek dan niet spelen door profs die dat beeld juist daardoor vertroebelen. Sterker nog, als er soms steken vallen (viool, zang), ontstaat zelfs het gevoel juist dichter bij die historie te komen!
Navraag bij Daniel Rosenberg (hij was sterk betrokken bij het project en niet alleen als zanger) leverde een meer specifiek beeld op van het materiaal dat voor dit album was gebruikt. Vaststaat dat de woorden die worden gezongen alle origineel zijn, precies zo zoals ze in die dozen bewaard zijn gebleven. Alleen in het lied 'Kazakstan' werd het woord 'Romani' toegevoegd, omdat het herinnert aan het vergelijkbare lot van de Roma. Van 'Shpatsir in Vald', 'Mames Gruv' en 'Chuvasher Tekhter' was het oorspronkelijke notenmateriaal aanwezig en is als zodanig ook gebruikt. 'Af Hoykhn Barg' dateert weliswaar uit 1940, maar wordt hier gezongen in de door Veli Shargorodskii in 1944 gemaakte versie: een oud volksliedje werd door hem nieuw leven ingeblazen en de tekst aangepast aan de actualiteit.
In het algemeen kan voorts worden gezegd dat daar waar in de teruggevonden teksten de muziek ontbrak, gebruik is gemaakt van melodieën die in die tijd populair waren. Zo moet het volgens in de jaren veertig volgens de samenstellers van dit album ook zijn gegaan, al zijn er uiteraard uitzonderingen.
Natuurlijk draait het in dit soort kwesties om serieus bronnenonderzoek. Maar als die bronnen niet of onvoldoende uitsluitsel bieden (en dat is in dit geval merendeels begrijpelijk omdat de muziek niet nieuw was, maar afkomstig uit populaire songs), blijft er niets anders over dan dat eens gezongen verleden zo goed mogelijk weer tot leven te wekken en daarbij gebruik te maken van die toen populaire tunes en goed opgeleide musici en zangers. Maar laat het dan wel gelijk helder zijn dat het daardoor wel onvermijdelijk tot een surrogaat moet leiden.
Slotconclusie
De vaak door merg en been gaande teksten schrééuwen om muziek, en dan uiteraard muziek die er rechtstreeks mee is verweven. Voor dit album is vrijwel uitsluitend gekozen voor de oorspronkelijke teksten en er wordt uitstekend gezongen en gespeeld. Maar de muziek is er merendeels ad libitum bijgezocht (niet meer dan tien procent van het totaal bevat ook de oorspronkelijke melodie), waardoor vanuit historisch perspectief een vals beeld oprijst. De keerzijde ervan is echter dat er anders waarschijnlijk niets of anders heel weinig zou zijn geweest dat buiten de kring van insiders echt de aandacht zou hebben getrokken, een aspect om tijdens het beluisteren van deze cd wel ter dege rekening mee te houden. Waarbij het wel voortdurend door mijn hoofd speelde dat het individuele vreselijke lijden en de gruwelijke dood dat in vrijwel ieder tijdperk zijn duivelse rol heeft gespeeld uiteindelijk alleen nog maar tot geschiedenis verwatert. In een ander tijdperk welteverstaan.
_______________
Klik hier voor 'Music & The Holocaust'
|
|