![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2016
|
Deze cd vormt de afsluiting van een grote Europese tournee die Amsterdam Sinfonietta in februari 2014 samen met de Amerikaanse bariton Thomas Hampson ondernam. "De titel van het album is een metafoor voor de onvermijdelijkheid en constante beweging van de natuur en het lot," zegt Hampson. Het was een uniek programma met in het hart ervan bewerkingen van liederen van Hugo Wolf, Johannes Brahms en Franz Schubert. De arrangementen stammen van David Matthews en Bob Zimmerman (Schuberts 'Ständchen'). Ze zijn niet nieuw, dergelijke bewerkingen. Niet alleen maakten componisten als Mahler, Wolf, Berlioz, Liszt en Richard Strauss orkestbewerkingen van hun eigen liederen met pianobegeleiding, maar er waren ook componisten die liederen van anderen hebben bewerkt of georkestreerd. Zo orkestreerde Anton Webern in zijn jonge jaren (1903) een aantal Schubert-liederen, waarbij de rol van de piano werd overgenomen door strijkers, dubbelbezet hout en hoorns. In 1934 volgde zijn orkestratie van Schuberts zes Duitse Dansen. Ook Max Reger liet zich op dit vlak niet onbetuigd. En dan was er natuurlijk Luciano Berio die onder meer Gustav Mahlers 'Lieder aus der Jugendzeit' voor zangstem en orkest bewerkte. Liszt maakte van Schuberts Wanderer-fantasie een heus pianoconcert, maar schroomde er ook niet voor om het lied terug te brengen naar uitsluitend de piano, getuige zijn vele liedbewerkingen voor piano solo. Dergelijke arrangementen zijn een kwestie van winst en verlies. De winst is het grotere bereik (de arrangementen maken de liederen prima geschikt voor de grote concertzalen en trekken mogelijk door hun opzet een groter, misschien zelfs wel ander publiek), het verlies schuilt in de intimiteit die het lied sterk aankleeft maar door die grote(re) bezetting wel deels verloren gaat. Er zijn wel meer voors en tegens te noemen, maar het is zondermeer prettig dat die bewerkingen er wel zijn. Ze werpen een ander licht op het origineel, al valt of staat alles uiteraard bij zowel de kwaliteit van de bewerking als van de vertolking. Amsterdam Sinfonietta heeft wat dit laatste betreft een reputatie hoog te houden en dat lukt hier uitstekend, met tevens fraaie en warme soli van de concertmeester Candida Thompson. David Matthews toont zich weer een verbeeldingsvolle en kundige bewerker. Hij heeft als componist en arrangeur zijn sporen op dit vlak eveneens meer dan verdiend. Dat de zegepalm mede uitgaat naar de Amerikaanse bariton Thomas Hampson lijkt een vanzelfsprekendheid: hij is inmiddels 61 en behoort nog steeds tot de beste liedzangers van dit moment. Zelfs als het er echt op aankomt (zoals in Wolfs 'Rattenfänger') zingt hij met zijn enorme ervaring in dit repertoire met gemak over de slijtplekken heen. Het Nationaal Vrouwen Jeugdkoor levert onder leiding van Wilma ten Wolde een kostelijke bijdrage aan Schuberts 'Ständchen', magisch bewerkt door Bob Zimmerman. 'Dover Beach' van Barber werd oorspronkelijk voor zangstem en strijkkwartet gecomponeerd, maar deze versie voor strijkorkest mag er ook zijn. ____________________ index |
|