CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2020 |
De Moldavische violiste Patricia Kopatchinskaja weet altijd weer te verbazen door haar intense muzikaliteit, virtuositeit en avontuurlijke programmering. Voor haar niet de zoveelste Brahms, Beethoven of Mozart, maar een voortdurende zoektocht naar bijzonder materiaal, met daardoor op haar weg muziek van componisten als Vivier, Eötvös, Ligeti, Holliger, Kurtág, Hartmann, Oestvolskaja, Say en Mansoerian. De muziekliefhebber die met haar op avontuur wil vaart er wel bij! Dat geldt in niet mindere mate voor de voorliggende cd met - typisch Kopatchinskaja die van verrassingen houdt - vijf (over)bekende vioolconcerten van Vivaldi die worden afgewisseld met moderne composities in verschillende instrumentale samenstelling. Dat dit 'werkt' heeft ze, zij het in een heel andere samenstelling, al eerder laten horen met het album 'Death and The Maiden' (hier besproken). Het is het vaak beproefde concept van juxtapositie, het naast elkaar plaatsen van muziek uit verschillende stijlperioden. Maar dat 'werkt' alleen als een dergelijk programma met zorg en dus goed overdacht is samengesteld. Zo niet, dan mondt het uit in een waar ratjetoe waarbij het ene opus het andere niet versterkt maar zelfs kan verzwakken. Maar niet bij Kopatchinskaja. De precieze opbouw van het programma vindt u in de kop van deze recensie. De ingenieuze transities zult u eerst moeten horen alvorens het te kunnen geloven! Het is dus niet zomaar een mengeling van oud en nieuw geworden, maar ze heeft een heel aparte wereld op zich geschapen waarin niet alleen de muziek van Vivaldi in een geheel ander licht wordt geplaatst. Wat daarbij zeker mede een wezenlijke rol speelt zijn de verschillende instrumentale combinaties die voor een daaraan toegevoegd zeer contrastrijk beeld zorgen: naast Kopatchinskaja's vioolsoli is er een net zo illustere rol weggelegd voor bekende barokinstrumenten als teorbe, blokfluit, klavecimbel, cello en violone (voorloper van de contrabas), naast het gebruikelijke 'authentieke'strijkerskorps. De afsluiting van deze spetterende cd is niet minder opzienbarend: Bartóks 'Szól a Duda', ofwel de 'Doedelzak', in dit geval bewerkt voor blokfluit en viool en ontleend aan nr. 36 van de 44 Vioolduo's Sz 98. Bovendien het bewijs dat sommige bewerkingen een echte aanwinst kunnen betekenen. Kopatchinskaja is niet alleen kritisch wat haar eigen spel betreft, maar kijkt wat dit betreft ook scherp om zich heen. Over het in dit facetrijke strijdperk tredende instrumentaal ensemble Il Giardino Armonico onder leiding van Giovanni Antonini hoeft u zich dus geen enkele zorg te maken; maar gelet op de lovende recensies die dit ensemble ook bij ons ten deel viel wist u dat uiteraard al. De opname is net zo puik. index |
|