CD-recensie
© Aart van der Wal, september 2024 |
De Belgische harpiste Lise Vandersmissen heeft de uit de Italiaanse Barok stammende tripelharp, gebouwd door Simon Capp. als het ware nieuw leven ingeblazen. De ontstaansgeschiedenis ervan gaat terug naar Napels aan het einde van de zestiende eeuw. Het heeft drie parallel opgespannen rijen snaren die het instrument zijn unieke klankkleuren geeft maar tevens meer speltechnische mogelijkheden biedt dan de conventionele harp. Voor de harpiste redenen genoeg om de tripelharp uit zijn continuo-rol (het was tot nu toe vooral een typisch begeleidingsinstrument) te halen en een ware solorol te gunnen. Op dit album vervult het die missie met veel warmte, kleur en grandeur. Door de combinatie van zowel Oude Muziek als daardoor en op folk geïnspireerde nieuwe composities van Vandersmissen is het bovendien een extra boeiend programma geworden. Voor de tripelharp zijn slechts weinig solowerken overgeleverd, waaruit de voorzichtige conclusie mag volgen dat het instrument al vanaf zijn ontstaan als solo-instrument geen belangrijke of misschien zelfs geen enkele rol heeft gespeeld. Wie er toch mee aan de slag wil zal dus moeten transcriberen en arrangeren en dat heeft Vandersmissen vlekkeloos gedaan (ze is immers tevens componiste). Dat is van historisch oogpunt minder bezwaarlijk dan het misschien lijkt, want tijdens de Barok was dat bij wijze van spreken aan de orde van de dag: het ging er immers om welke instrumentalisten op de gegeven plaats en tijd present konden zijn. Als dat eenmaal vaststond kon de componist een reeds bestaande compositie gemakkelijk daaraan aanpassen (of anders wisten de musici er wel weg mee). Speurzin en ondernemingslust valt deze harpiste zeker niet te ontzeggen. Het straalt niet alleen van dit programma, maar ook van haar spel en composities af. Ze mag zich bovendien rekenen tot die musici die hun instrument niet alleen tot in de kleinste details kennen en beheersen, maar dit ook in de muziek zelf tot uiting weten te brengen; wat veel minder vanzelfsprekend is dan het lijkt. Tegelijkertijd maakt de tripelharp hier niet alleen als solo-instrument een ware inhaalslag, maar wordt ons daarnaast een menu geserveerd van merendeels onbekende barokcomposities, waar die van de harpiste uitstekend bij aansluiten. Haar spel getuigt van een volmaakte technische beheersing, ingebed in een expressief contrasterend, dynamisch en betoverend lijnenspel dat tot herhaald luisteren aanzet. De opname presenteert het instrument als een ware kleurenwaaier Aldus een bijzonder en puntgaaf album! index |
|