CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2022

Intrada

Brandt: Konzertstück nr. 1 op. 11 - nr. 2 op. 12

Glazoenov/Goldstein: Albumblad

Honegger: Intrada H 193

Goorhuis: Canzoni*

Enescu: Legend

Françaix: Sonatine

Gershwin/Dokschitzer: Rhapsody in Blue

Omar Tomasoni (trompet), Femke IJlstra (saxofoon)*, Jeroen Bal (piano)
Channel Classics CCS SA 44322 • 58' • (sacd)
Opname: juli 201, MCO, Hilversum

   

De Italiaan Omar Tomasoni is met ingang van het seizoen 2013/14 solotrompettist bij het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO). Daarnaast doceert hij aan het Conservatorium van Amsterdam. Er is nogal het een en ander aan voorafgegaan, zoals solotrompettist bij de orkesten van de Scala in Milaan, Maggio Musicale Fiorentino en Santa Cecilia in Rome, het Mozart Orchestra, Mahler Chamber Orchestra en European Youth Orchestra (in 2003 werd hem voor zijn hoog gewaardeerde betrokkenheid bij en activiteiten voor dit ensemble de bronzen medaille van de Italiaanse Republiek uitgereikt). En daarmee is het overzicht niet eens volledig.

Op Channel Classics verscheen enige weken terug het album Intrada, de titel verwijzend naar het gelijknamige werk van Arthur Honegger op deze cd, maar misschien ook wel om nog een reden: dit is namelijk Tomasoni's debuutalbum. En om gelijk maar met de deur in huis te vallen: en wat voor een album. Hij had het zelf in zijn voorwoord niet beter onder woorden kunnen brengen: ‘Dit album is een weerspiegeling van de artiest die ik nu ben'. De directe aanleiding: de geboorte van zoon Siebe, een uitermate gelukkige gebeurtenis en sterk daarmee contrasterend de pandemie die het concertbedrijf eerst geruime tijd lamlegde en vervolgens gebukt ging onder een stortvloed van ernstige beperkingen.

Op dit album musiceert de protagonist te midden van twee eveneens zeer gewaardeerde collega's: pianist Jeroen Bal die vanaf begin 2019 solopianist is bij het KCO (volgens het orkest de eerste in zijn geschiedenis) en Femke IJlstra, sinds 2018 als saxofonist aan het orkest verbonden. Ze is jammer genoeg alleen te horen in de Canzoni voor trompet, saxofoon en piano, die Rob Goorhuis (1948), speciaal in opdracht van Tomasoni heeft geschreven. Dat de toondichter speciaal voor IJlstra een plekje in zijn compositie heeft vrijgemaakt hangt ongetwijfeld samen met het feit dat zij met Tomasoni samenwoont.

En passant: IJlstra was in de lente van 2019 een van de weinige musici die het in het openbaar durfde op te nemen tegen het in haar ogen ‘verrotte' vergoedingssysteem dat met name de talloze zzp'ers in de sector treft. Ze verzette zich in de media onder meer hevig tegen de gratis toegankelijke lunchconcerten, waarvan werd geacht dat musici die gratis en voor niks verzorgden (terwijl zaalwachters, licht-, geluids- en pianotechnici wel keurig werden betaald...) Het door de hoboïste Dorine Schoon opgerichte Platform voor Freelance Musici richtte zich dan ook voortvarend tegen deze onbegrijpelijke wantoestanden in het professionele muziekbedrijf. ‘Voor jou tien anderen' was het adagium dat terecht steeds meer weerstand begon op te roepen. Alsof musici hun boodschappen gratis konden halen (zij het wel bij de Voedselbank…)

Maar terug naar deze uitgave, waarvan het programma inventief is samengesteld en gelukkig de verleiding werd weerstaan – als die er al was – om zonder al teveel inspanning met popie jopie stukken goede sier te maken. Integendeel, als het merendeel ervan überhaupt al bekend is (al kent zeker iedere trompettist minstens wel de jonglerende Konzertstücke van Vassily Brandt, 1869-1923), dan nog zal men er eens even echt voor moeten gaan zitten om al dit schoons op zijn juiste waarde te kunnen schatten. Maar als dat zo verloopt is het wel gelijk een blijvertje, denk ik. Want om het op mijzelf te betrekken: ik weet zeker dat ik dit album nog menigmaal zal beluisteren. Want het is niet alleen de pure virtuositeit, zijn het niet alleen de onwaarschijnlijkste capriolen, maar ook de net zo fenomenale articulatie, het kleurenspel (timbre!), de dynamische gradaties en de expressiviteit die Tomasoni aan zijn instrument weet te ontlokken. Dit zijn zo van die stukken waarin dergelijke aspecten in bonte afwisseling met verve en groot elan kunnen worden gepresenteerd. En dat gebeurt hier ook. Knap is ook Canzoni van Rob Goorhuis, vol fleur en sfeer, tevens bijzonder fraai ingekleurd door Tomasoni's partner IJlstra (ze treden regelmatig samen op). Jeroen Bal is voor beiden een ware rots in de branding en Jared Sacks heeft het allemaal tot in de puntjes vastgelegd.

Toch een paar puntjes van kritiek: het lettertype op de achterzijde van de cover is slecht leesbaar. De geboortedatum van Goorhuis zou aldus net zo goed 1918 in plaats van 1948 kunnen zijn… Dat de liner notes ook in het Japans zijn afgedrukt wijst op de verwachting dat de cd ook daar (hopelijk gretig) aftrek zal vinden. Het blijft trouwens merkwaardig dat een puur Nederlandse product dat niet in de laatste plaats is bestemd voor de vaderlandse markt niet wordt vergezeld van een toelichting in het Nederlands, maar wel in het Duits, Engels en Japans. En dan ook nog geschreven door een Nederlander! Ik ken het antwoord al: de kosten... Wel alle waardering voor de gedetailleerde vermelding van de door Tomasoni bespeelde instrumenten: drie trompetten (Bes, C, Es), kornet en bugel. Zelfs de mondstukken worden niet overgeslagen. Dat zie je niet vaak. Dat Bal speelt op een ‘piano' en IJlstra op een ‘saxofoon' ligt in de lijn der verwachting... De cd werd uitgebracht in de serie First Chairs Royal Concertgebouw Orchestra.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links