CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2024

Horn Universe

Telemann: Suite in F, TWV 44:7/55: F4*

Mozart: Hoornconcert nr. 1 in D, KV 412

Britten: Serenade op. 31 (voor tenor, hoorn en strijkers)

Kikta/Joulain: Hoornconcert

Hervé Joulain en Karlis Rerihs* (hoorn), Kaëlig Boché (tenor), Sinfonietta Riga o.l.v. Kaspars Adamsons
TYXart TXA24195 • 66' •
Opname: okt. 23, Gerformeerde Kerk, Riga (Letland)

 

Onder de aansprekende titel Horn Universe bracht het Duitse muzieklabel TYXart onlangs een cd uit met zowel een boeiend, contrasterend programma als geïnspireerde en tot in de puntjes verzorgde uitvoeringen. Waarbij voor menigeen het Hoornconcert van de Oekraïense, in Moskou wonende componist Valeri Kikta (*1941) ongetwijfeld een ear-opener zal zijn. De Russische invasie in Oekraïne heeft niet alleen grote en zelfs onoverzienbare gevolgen gehad voor het land zelf, maar heeft ook in cultureel opzicht inmiddels diepe voren getrokken. Van Kikta weet ik niet of hij zich wel of niet heeft uitgesproken tegen de aan de gang zijnde oorlog, maar ik neem eigenlijk voetstoots aan dat de protagonist op dit album, de Franse hoornist Hervé Joulain, ook in dit opzicht niet over een nacht ijs zal zijn gegaan. In de door hemzelf geschreven toelichting steekt hij zijn (muzikale) enthousiasme voor Kikta in ieder geval niet onder stoelen of banken. Afgezien daarvan, een onbekende is Kikta niet: hij heeft door zijn enorme productie de bijnaam Onvermoeibare meegekregen, met op zijn creatieve conto honderden orkest- en vocale werken, sonates en concerten, ballet- en theatermuziek. In zijn toelichting stelt Joulain dat Kikta's composities door de bank genomen kunnen worden gekarakteriseerd door de harmonische toets van Prokofjev, de lyriek van Tsjaikovski en het apocalyptische van Sjostakovitsj (Kikta kende hem persoonlijk, al weet ik niet of hij met hem op goede voet stond).

Joulain kwam met Kikta in contact naar aanleiding van de wens van de hoornist om het Hoornconcert om te smeden in een pianoversie (omdat niet iedere hoornist zomaar kan beschikken over een orkest als begeleidende partij). Die pianoversie kwam er uiteindelijk ook, mede dankzij Ariane Jacob en Norbert Vergonjanne.

Maar daarbij bleef het niet. Joulain op zijn beurt wijzigde de orkestpartij ingrijpend, ongetwijfeld met instemming van Kikta, daarbij tevens de gelegenheid te baat nemend om fouten in de oorspronkelijke druk te corrigeren. Maar ook de dynamiek werd aangepakt, in de woorden van Joulain ‘harmonized', alles gericht op een volgens Joulain meer overtuigende uitkomst (wat in de richting van Kikta niet als een compliment kan worden opgevat…): ‘[…] what you hear is a fresh version, like a re-mastering.' Een nogal merkwaardige gang van zaken, vind ik. Het is deze versie die op dit album is vastgelegd.

De Franse tenor Kaëlig Boché heeft zich op deze uitgave over Brittens Serenade (voor tenor, hoorn en strijkers) ontfermd en dat doet hij met een goed gevoel voor drama en lyriek.

Samen met de muziekcriticus Edward Sackville-West koos Britten de lyrische teksten, waarin naast donkere schaduwen en angstige visioenen de toon wordt bepaald door liefde, verdriet, schuldigheid en dood. Dat komt in het bijzonder tot uitdrukking in twee van de acht deeltjes: Elegy (op een tekst van William Blake) en Dirge (op een anonieme vijftiende-eeuwse tekst). Vooral Dirge gaat door merg en been, met de tenor die zowel inkervend zingt als lamenteert; zoals ook door Boché. Hij kent het werk door en door en heeft het al menigmaal op het concertpodium uitgevoerd. Die ervaring betaalt zich hier duidelijk uit.

Als het op authenticiteit aankomt komt is er uiteraard slechts één opname die in aanmerking komt: die met de tenor Peter Pears en de componist zelf aan het roer van het London Symphony Orchestra, met als even onvolprezen hoornist Barry Tuckwell. Maar natuurlijk zijn er ook andere interpretaties mogelijk (muziek is immers een ‘levend' organisme, of behoort dat te zijn).

Telemanns pictorale en verbeeldingsvolle Suite in F (met daarin een dominante rol voor twee hoornisten) en Mozarts Hoornconcert (diens vier hoornconcerten behoren tot de canon van het genre) vormen de uitstekend gekozen opmaat voor deze boeiende verkenningen. Het kameleontische, door Kaspars Adamsons geleide Sinfonietta Riga bewijst zich opnieuw als een in een grote verscheidenheid van repertoire gepokt en gemazeld ensemble. Ook de opname laat niets te wensen over. Een minpunt is wel dat u voor de liedteksten (mogelijk) het internet op moet.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links