CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2023 |
Telemanns zes sonates voor twee fluiten, gerubriceerd als zijn opus 2 en voorts ingedeeld in het Telemann Werk Verzeichnis (TWV) als 40:101-106 zijn – en dat is in het overstelpende oeuvre deze Duitse barokcomponist verre van ongewoon – ware meesterwerkjes. Ze vormen de volmaakte combinatie van buitengewoon knap contrapunt en de opkomende galante stijl, met daarnaast de veelkleurigheid die ook Franse en Italiaanse invloeden verraden. Bovendien wist Telemann de speltechnische mogelijkheden van vrijwel ieder denkbaar instrument op buitengewoon inventieve wijze uit te buiten. Misschien ook goed om te weten dat van deze fluitsonates ook alternatieven voorhanden zijn: twee violen of twee blokfluiten (met de muziek van Telemann kun je, evenals met die van Bach maar ook van menige andere barokcomponist, vele kanten uit, getuige ook de vele bewerkingen die toen maar ook nu nog steeds opgeld doen). Evenals Bach zag Telemann het componeren voor slechts een of twee instrumenten zonder begeleiding niet als een beperking, maar eerder als een creatieve uitdaging. Ook deze zes sonates leggen daarvan overtuigend getuigenis af, en zeker gespeeld zoals hier door dit fluitduo dat de vele technische obstakels moeiteloos heeft overwonnen en vanuit het perspectief van de historiserende uitvoeringspraktijk een muzikantesk kleurenstempel op deze 24 deeltjes zet. index |
|