CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2023 |
Volgens de Vlaamse pianist Wouter Valvekens (*1997) dient de piano een compagnon te zijn en geen martelwerktuig. En: "Ik heb maar één leven om de helft te spelen van wat ik zou willen spelen, dus ik kan er maar beter werk van maken." Afgestudeerd aan de conservatoria van Mechelen en Brussel haalde hij zijn master aan de Royal Academy of Music in Londen en studeert hij momenteel bij Piet Kuijken. Zijn collega's Igor Levit en Alexander Melnikov behoren tot zijn grote favorieten, hij won de nodige prijzen en droomt ervan om samen met Prokofjev een wandeling te maken (en het dan uiteraard met hem vooral over muziek te hebben). Hij zou o zo graag horen hoe Brahms zijn Eerste pianoconcert speelde. Valvekens, de vraaggesprekken met hem laten er geen twijfel over bestaan, praat gemakkelijk, losjes uit de hand, maar serieus genoeg om de aandacht vast te houden. Wat dan tevens voor dit recital geldt. Op Et'cetera verscheen in de lente het album Masques, naar de gelijknamige titel van het driedelige pianowerk van Karol Szymanowski waarmee het recital wordt geopend, gevolgd door het niet of nauwelijks bekende De legende der begoochelde torens van Emmanuel Durlet. Waarna we in zeér bekende wateren terechtkomen, met Schumanns Carnaval, Chopins Barcarolle op. 60 en met als ‘uitsmijter' Liszts Valses Caprices d'après Schubert. Valvekens is een pianist van formaat: zijn pianistiek is technisch vlekkeloos en hij ontlokt de meest betoverende klankkleuren aan zijn instrument. Qua vertolking behoort hij tot de pianisten die graag zoeken naar een oorspronkelijke, verbeeldingsvolle insteek zonder daarbij echter in overdrijving te willen vervallen. Dat staat zo ongeveer gelijk aan dansen op het slappe koord omdat het ondanks de beste bedoelingen al snel kan leiden tot gekunsteldheid, vreemde tempi of rare accenten, uit de pas lopende structuren en zo verder, maar Valvekens zoekt de oorspronkelijkheid gelukkig in de beperkte marges van het notenbeeld, met als uitkomst zonder meer betoverende sfeertekeningen (sfeer is in deze pianostukken een onmisbaar ingrediënt), gehuld in een rijk uitgedost kleurenpalet en zonder enig hol virtuoos wapengekletter dat al zo snel vermoeiend uitwerkt. Het algehele beeld is betoverend, meeslepend (het ‘verhaal'), fris en levendig, soepel en precies, en lyrisch zonder in sentimentaliteit te vervallen. De interpretatieve vrijheid die hij zich toemeet lijkt veelal intuïtief, maar daarover krijgt de toehoorder nooit zekerheid. Dat het zo overkomt, quasi improviserend, vind ik evenwel een regelrechte pre. Kortom, dit is een uitstekend geslaagd recital waarnaar het met plezier terugkeren is! index |
|