CD-recensie

 

© Aart van der Wal, september 2008


 

 

Ensemble Syntagma -
Stylems: Italiaanse muziek uit het Trecento

Ensemble Syntagma: Mami Irisawa (sopraan), Akira Tachikawa (countertenor), Bernhard Stilz (blokfluiten), Benoît Stasiaczyck (slagwerk), Sophia Danilevski (tromba marina), Anne Rongy (fiedel), M. Art (harp) o.l.v. Alexandre Danilevski (luiten, colichon, fiedel, clavichord, portatief-orgel).

Challenge Classics CC72195 • 59' •

www.challenge.nl


De veertiende-eeuwse muziek (Het Italiaanse Trecento staat voor 1300) kenmerkt zich vooral door haar oorspronkelijkheid en vindingrijkheid, de complexe melodieën en harmonieën en, misschien wel de belangrijkste ontwikkeling, de introductie van de maatnotatie. De dominantie van de Franse school, die de Italiaanse muziek gedurende ruim een anderhalve eeuw had beheerst, leek daarmee te zijn afgeschud.

Die maatnotatie had voor de muziekwereld dezelfde betekenis als de uitvinding van het wiel. Het was nieuw, de mogelijkheden moesten nog in volle omvang worden verkend, maar het opende avontuurlijke perspectieven. Het was Johannes de Muris die in 1319 de theorie met zijn Notia artis musicae in een ware stroomversnelling bracht, in 1322-23 gevolgd door Philippe de Vitri met zijn Ars nova. De eerste voorbeelden vinden we terug in een kopie van de Roman de Fauvel uit 1317-19. De mensuur vergrootte de combinatie van stemmen, zowel horizontaal (melodie) als verticaal (harmonie).

De Trecento-stijl is vaak gekenschetst als overdreven gelikt, droog en cerebraal, maar in de beste voorbeelden ervan ligt de dramatiek hoog opgetast. Mits verstandig en terughoudend toegepast schept deze stijl het beeld van objectiviteit. De muziek was niet langer de slaaf van het woord of een poëtische voorstelling, maar ging haar eigen weg, met de vele nuances die daarbij hoorden. Het betekende ook dat componisten niet langer als dichters werden beschouwd, hun composities waren daarvoor te zelfstandig geworden. Het was een openbaring dat muziek veel meer kon betekenen dan literatuur, in een omgeving die tot dan toe door het dichterlijke woord werd gedomineerd. Het in de zelfstandige, feitelijk nieuwe muziek verbeelde gevoelselement kreeg plotsklaps alle ruimte, hoe banaal de teksten soms ook waren. In Dante Alighieri's tweede deel van zijn essay Vulgari eloquentia, geschreven tussen 1303 en 1305, dat de liedkunst als onderwerp heeft (van de geplande vier delen voltooid hij er slechts twee), wordt gewag gemaakt van muziek die het beste is gediend met middelmatige dichtkunst, waarmee het belang van de muziek nog eens uitdrukkelijk wordt onderstreept.

De aldus verworven muzikale vrijheid leverde een geheel nieuwe dimensie op: die van de ironie en het eufisme, door zogenaamde antifrase. Dat horen we ook op deze cd terug, zoals in Amor, Tu Solo 'L Sai, een ballade van Don Paolo da Firenze (ca. 1355-ca. 1436), waarin de opgewekte muziek volkomen tegengesteld is aan de lamentaties in de tekst. Dit beeld wordt nog versterkt door de twee stemmen die zich in tegengestelde ritmische patronen bewegen.

Het Ensemble Syntagma heeft al eerder laten blijken zowel over de juiste stem- en instrumentale middelen als over de voor de vroege muziek vereiste inzichten te beschikken (klik hier). De composities van o.a. Bartolino da Padova (ca. 1365-1405), Donato da Firenze (tweede helft van de veertiende eeuw), Ghirardello da Firenze (ca. 1320/25-ca. 1362/63) en een aantal anonieme componisten hadden zich naar mijn oordeel geen betere vertolkers kunnen wensen. De opname (Chapelle St. Augustin, Bitche, Frankrijk) is - om het met een woord samen te vatten - subliem.

Een punt van kritiek: in het begeleidende boekje is geen concrete informatie te vinden over de gebruikte instrumenten en de stemverhoudingen, wat toch wel een behoorlijke omissie mag worden genoemd. Wie niet weet wat een 'colichon' is en op internet gaat zoeken zal waarschijnlijk bedrogen uitkomen. Dat soort zaken hoort gewoon in het boekje te staan, punt uit.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links