CD & DVD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2020 |
De Russische pianist Grigori Sokolov (1950, Sint-Petersburg) is niet de enige topmusicus die de registratie van live-concerten verre verkiest boven studio-opnamen. Sterker nog, hij zet zelfs geen voet in de opnamestudio. Bepaald geen ambivalente houding dus, mogelijk ingegeven door het feit dat wat hem betreft de studio een artistieke topprestatie niet mogelijk maakt. Hoe het precies zit hebben we nooit uit zijn eigen mond mogen vernemen, want Interviews geeft hij al jaren niet meer en de enige die er echt iets zinnigs over zou kunnen zeggen, zijn manager Franco Panozzo, zwijgt erover in alle talen. Duidelijk is ook dat Sokolov zich al jarenlang uitsluitend concentreert op recitals, wat aangeeft dat hij het feitelijk alleen voor het zeggen wil hebben, gehinderd noch gesteund door een orkest en een dirigent. Her en der klinkt het argument dat hij vindt dat er voor soloconcerten te weinig repetitietijd beschikbaar is, wat volgens mij dan meer zegt over het orkest en de dirigent dan over zijn eigen spel. Met het klimmen van de leeftijd is er nog iets anders in het spel gekomen: hij steekt de oceanen niet meer over, blijkbaar afgeschrikt door lange vluchten, de tijdverschillen en de daarmee inherente jetlag. Zijn werkterrein beperkt zich tot Europa en dat is blijkbaar meer dan genoeg. Wat zijn status als uitvoerend musicus zeker goed heeft gedaan is zijn getoonde afkeer van media-aandacht en het commerciële circus dat daarmee nu eenmaal onverbrekelijk samenhangt. Hij moet er niets van hebben en al evenmin van platenmaatschappijen die hem in een bepaalde richting willen dwingen of marketingafdelingen die qua repertoire een stevige vinger in de pap willen hebben. Het programma voor het concertseizoen deelt Sokolov traditiegetrouw in twee helften op: de eerste helft gaat in september/oktober van start, de tweede helft doorgaans medio februari. Daarmee reist hij dus door Europa. Hoe zijn keuze tot stand komt weten waarschijnlijk alleen hij en zijn manager, maar dat puur muzikale annex muziekhistorische logica de belangrijkste drijfveer is ligt voor de hand. De programma's blijken zorgvuldig samengesteld, zoals onder meer blijkt uit het contrastrijke karakter ervan. Dat zal met de gebruikelijke toegiften niet veel anders zijn, al monden die meestal wel uit in een allegaartje - als het er veel zijn. Of het jammer is dat hij in zijn repertoire geen plaats heeft ingeruimd voor eigentijdse stukken? Als er geen of onvoldoende affiniteit mee is: nee. Dat blijkt ook uit waar hij wel voor staat: de Weense Klassieken (al mag Haydn daarin wat mij betreft een meer vooraanstaande rol spelen), de Romantiek en soms een uitstapje naar de Barok (Rameau!). Live-concerten: vaak is het niet wat het lijkt of wat wordt gepretendeerd, door de vele correcties (op basis van 'patches') achteraf. In de (na)bewerkingsfase kan er danig met dat begrip 'live' worden gesjoemeld. Maar niet bij Sokolov, die dat per se niet wil, een nobel standpunt dat hij overigens deelt met sommige andere musici, waaronder de Roemeense dirigent Sergiu Celibidache (1912-1996). Zelfs een notoire hoester in de zaal of andere stoorgeluiden kunnen Sokolov wat dit betreft niet tot andere gedachten brengen. Al valt daarvan wonder boven wonder weinig tot niets te merken. Wat bij Sokolov evenmin gebeurt: van live-recitals meerdere opnamen maken en daaruit dan een selectie maken voor het eindproduct. Dan het spel van Sokolov zelf, dat alle eigenschappen in zich heeft van de intense muzikaliteit waarmee hij de muziek onder zijn handen in vuur en vlam weet te zetten. De klankrijkdom die uit de Steinway wordt getoverd, het verfijnde lijnenspel, de strikt heldere articulatie, de dynamische nuancering, de ritmische precisie en de alom tegenwoordige virtuositeit: alles staat geheel ten dienste van de partituur zoals Sokolov die met groot gezag aan de luisteraar openbaart. Er ontwikkelt zich onder zijn handen een auditief panorama dat eigenlijk zijn gelijke nauwelijks heeft, wat mogelijk mede verklaart waarom de interpretaties van Sokolov zo'n fabelachtige status hebben. Dat alles betekent nog niet dat de muzikale inzichten van Sokolov in alle denkbare opzichten zaligmakend zouden zijn. Of anders gezegd: dat er geen andere opvattingen mogelijk zouden zijn. Muziek is - gelukkig! - een levend organisme met heel veel verschillende facetten. Zo kan ik mij de ze vroege Beethoven-sonate met meer jeugdige Sturm und Drang voorstellen, minder gepolijst en bedachtzaam, maar met grotere urgentie. De Bagatellen daarentegen munten uit door een uiterst muzikanteske en contrastrijke benadering, waardoor ze zelfs de indruk wekken hun tijd vooruit te zijn. Een werk ook waarin veel erop wijst dat de componist het karakter boven het model heeft willen stellen, met de fascinerende wispelturigheid die daarmee kan worden geassocieerd: van humor tot lyriek, van weerbarstige accentuering tot bijna boosaardige wildheid. Sokolov legt deze caleidoscoop van stemmingen meesterlijk bloot en maakt daarbij tevens duidelijk dat deze kleine vorm zo klein nog niet is. Ook op een ander front biedt Sokolov het beste van twee werelden: de herfstachtige melancholie en de weerbarstige frisheid die de late Brahms zozeer kenmerken komen in deze pianowerken op. 118 en 119 optimaal tot leven: we maken kennis met vertolkingen die zonder meer tot de beste in de catalogus behoren. Anders dan die van bijvoorbeeld Emil Gilels, breder opgezet, wat zwaarwichtiger ook, conceptueel rotsvast en vol pianistisch vormgegeven fantasie. De zeven encores zijn precies wat ze zijn: toegiften, net zo schitterend geboetseerd als het 'grote werk', al komen ze op cd onvermijdelijk over als een willekeurig samengesteld allegaartje (in de zaal is de indruk uiteraard anders, al is het alleen maar door het onderbrekende applaus). Bij deze cd-set wordt tevens een dvd geleverd, de gefilmde registratie van het concert in het Auditorium Giovanni Agnelli del Lingotto in Turijn op 31 mei 2017. Fascinerend om Sokolov niet alleen te horen, maar ditmaal ook aan het werk te zien, in vergelijkbaar diep gelaagde interpretaties, intens geconcentreerd en volkomen wars van podiummaniertjes, gevangen in zijn eigen artistieke wereld. Ook in zijn gestiek staat de muziek centraal. Daar kan menige pianist nog een voorbeeld aan nemen. De opnamen zijn bijzonder geslaagd. In het cd-boekje wel veel over Sokolov maar niets over de uitgevoerde werken. Bovendien jammer dat de pianostemmer(s) niet worden genoemd, want ze leverden een subliem gestemde en geïntoneerde Steinway af. Het instrument zal volgens de boeken hoogstens vijf jaar oud zijn geweest, want het is van Sokolov bekend dat hij niet op een vleugel van oudere datum zijn kunst wil beproeven. Als het tenminste niet de zoveelste anekdote is die de muziekwereld al van oudsher teistert... index |
|