CD-recensie

 

© Aart van der Wal, januari 2021

The Silence Between

Stravinsky/Dushin: La baiser de la fée (divertimento)

Takemitsu: Distance de fée

Debussy/Heifetz: Beau soir

Schwertsik: Unterwegs nach Heiligenstadt

Poulenc: Vioolsonate FP 119

Pieter van Loenen (viool), Tobias Borsboom (piano)
TRPTK TTK 0058 • 59' • (sacd)
Opname: juli 2020, Wesvest90, Schiedam

   

Claude Debussy zou eens gezegd hebben dat muziek de stilte is tussen de noten. Áls hij het zo gezegd heeft? Cryptisch is het wel. Pieter van Loenen en Tobias Borsboom hebben er, zo blijkt uit de toelichting, stevig over nagedacht en gediscussieerd en er hun eigen inzichten op losgelaten. De titel van dit nieuwe album, 'The Silence Between', stemt in elk geval tot nadenken.

Dat de stilte een wezenlijk kenmerk van een compositie kan inhouden staat overigens als een paal boven water: ik herinner slechts aan de symfonieën van Bruckner, maar ook - het is slechts een willekeurig voorbeeld - aan het Scherzo van Beethovens Negende. Zelfs de stilte van niet meer dan een seconde kan wat dit betreft voldoende zijn. En om enigszins van dit pad af te wijken: Mahler zei zelfs dat het belangrijkste niet in de noten staat.

Discussiëren over de stilte(s) in de muziek heeft iets filosofisch in zich, terwijl puur beredeneerd vanuit de praktijk van het luisteren het vaak niet eens opvalt, of slechts onbewust wordt waargenomen. Stilte die deel uitmaakt van de voortgaande beweging, van het muzikale proces als geheel, wat eraan vooraf is gegaan en wat erop volgt. Van Loenen benadert het ook nog vanuit het perspectief van het (nog) lege muziekvel, die abstracte ruimte waaruit de muziek moet gaan ontstaan. En als die noten er eenmaal staan? Dan is er nog steeds de stilte omdat die noten door musici pas tot leven kunnen worden gebracht, hoorbaar worden gemaakt. Anders is het niet meer dan dode letter (behoudens natuurlijk voor degenen die de muziek in hun hoofd kunnen verbeelden bij het aanschouwen van de partituur).

Maar de eerlijkheid gebiedt tegelijkertijd dat aan het fenomeen van de stilte niet speciaal een album hoeft te worden gewijd. De beide heren gun ik van harte hun zoektocht naar de stilte tussen de noten, maar mij gaat het er in dit geval slechts om hoe ze de noten - met inbegrip van de wel of niet gesuggereerde stilte(s) - gestalte hebben geven. En dan word ik toch wel stil van wat ze hebben gepresteerd, te beginnen bij de bijzonder lastige Vioolsonate van Poulenc, waarvan de beide hoekdelen echt het uiterste vragen aan precisie en kwistig rondgestrooid aplomb. Stravinsky's diverterende 'Le baiser de la fée' is ook al zo'n voltreffer (de vier door Samuel Dushkin op aanwijzing van Stravinsky zelf in 1932 bewerkte vier deeltjes stammen uit de oorspronkelijk in 1928 gecomponeerde balletmuziek). Takemitsu's 'Distance de fée' is in de handen van dit tweetal ronduit betoverend. Het stuk lijkt eenvoudiger dan het daadwerkelijk is: alleen al het samenspel tussen violist en pianist vraagt van beide groot inlevingsvermogen. Subliem gerealiseerd is ook de stap naar Debussy's 'Beau soir' (in de bekende bewerking van Jascha Heifetz). De sfeer van een zwoele zomeravond is meesterlijk getroffen, waarna de tocht wordt voortgezet naar Heiligenstadt, al een grote verrassing op zich. De Oostenrijkse componist Kurt Schwertsik (1935) liet zich daarbij inspireren door Beethovens Vioolsonate in A, op. 30 nr. 1, gecomponeerd tussen 1801 en 1802, en aldus in het tijdvak van het Heiligenstädter Testament, geschreven op 6 oktober 1802 in Heiligenstadt, het toen nog pittoreske wijndorpje, een van de vele rondom Wenen. Ik was er nog vrij kort geleden en werd door de vele nieuwbouw en het afzichtelijke benzinestation al snel weggejaagd (al blijven Pfarrplatz en Beethoven-gang zeker nog wel aantrekkelijke toeristische trekpleisters). Dat Schwertsik zijn 'Unterwegs nach Heiligenstadt' een sterk eigentijds gezicht heeft meegegeven spreekt bijna als vanzelf. Van Loenen en Borsboom laten u de tocht intens muzikaal meebeleven.

Dan ten slotte nog iets over de opname, waarbij ik met de musici begin, want je moet als musicus toch wel van erg goede huize komen om de analytische opnametechniek die Brendon Heinst al vanaf de oprichting van TRPTK zeer hoog in het vaandel heeft, als het ware te 'overleven'. Ieder nootje dat niet pasklaar is wordt meedogenloos aan de microfoons, converters en speakers doorgegeven, waar tegenover staat dat als alles klopt, het luisterfeest uw deel is. Mits ook uw spullen thuis daartegen zijn opgewassen, natuurlijk. Ik heb voor de aardigheid deze cd gedraaid op zowel topapparatuur als een huis-tuin-en-keuken-apparaat en dan blijkt dat in het laatste geval het algauw een onaangename affaire wordt. Wat hier niet opgaat is wat Onno Scholtze eind jaren tachtig, toen bij Philips Classics, mij eens influisterde: "Het moet aan de keukentafel net zo goed klinken als in de salon." Toch heb ik volledig begrip voor wat TRPTK nastreeft: een zo optimaal mogelijke opname (en de beste, kostbaarste spullen die daarvoor worden aangeschaft). En de tijden zijn veranderd: zo is er nu DXD 352.8 kHz. Als je als opnametechnicus het beste van jezelf wilt geven hoef je dus niet per se aan die keukentafel te denken, vind ik. Ik beluisterde de opname ook op twee hoofdtelefoons: een AKG K1000 en een Sony MDR CD3000 en ik was verbijsterd over alleen al de transparantie en definitie, tot in het kleinst denkbare detail (dat dan op Spotify de klankkwaliteit terugloopt is een voor de hand liggende conclusie). Aldus is 'The Silence Between' in alle opzichten een schitterend album. Met het afsluitend compliment aan het adres van Matthijs Jongepier die voor een perfect gestemde en geïntoneerde Steinway D zorgde. Het moet voor Borsboom een ware lust zijn geweest om op dit instrument te spelen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links