CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2023 |
Het klinkt wellicht enigszins blasé, maar wie ten aanzien van dit album vooraf langs de 'deelnemerslijst' loopt weet eigenlijk al wat er te verwachten valt: sublieme uitvoeringen. Want slechts sporadisch laat een topensemble ons in de steek. Geen topmusicus die jegens zichzelf en degenen met wie hij samenwerkt niet de hoogste eisen stelt, zowel wat betreft de techniek als de interpretatie. Van het sluiten van welk compromis ook is zelden of nooit sprake en áls er tijdens repetities sprake is van meningsverschillen zijn, dan worden die op datzelfde topniveau gewoon opgelost. Wat eenieder met eigen oren kan vaststellen is de romantisch-expressieve warmte waarvan deze beide werken (en wat Schumann betreft zij niet alleen) zijn doordesemd. Zozeer zelfs dat daardoor het 'wedijverende' element naar de achtergrond verschuift. Net zo fascinerend zijn de stemmingswisselingen waaraan de componist zijn discours heeft onderworpen, zoals in het tweede deel van het Pianokwintet, 'In modo d'una marcia. Un poco largamente', waarin de marsachtige episode met grote inventiviteit en lichtend vakmanschap schijnbaar moeiteloos wordt omgetoverd in fraai uitgesponnen lyriek. Evenzo contrastrijk zijn de beide trio's in het Scherzo, het eerste warm-lyrisch, het tweede sterk chromatisch en uitermate onrustig pulserend. Het zijn zo van die kwaliteiten die niet alleen Schumanns kamermuziek tot zo'n facetrijke ervaring maken. Dan het ensemble, waarvan de leden qua samenspel al jarenlang met elkander vergroeid zijn geraakt en daardoor op het hoogst denkbare niveau musiceert, vervuld van wat ik het beste kan omschrijven als 'gedisciplineerde passie', met voorts als belangrijke kenmerken de voortdurend opvlammende spiritualiteit en het muzikanteske karakter, hetgeen ook zijn weg vindt in de geweldige spanningsopbouw en de ravissante stemvoering, het melos geëtaleerd in zulke vloeiende lijnen dat iedere gedachte aan een gekunsteld parcours al bij voorbaat wordt uitgesloten. De instrumentale balans is al even fraai, zoals ook de fraseringen en tempi dat zijn. De opname is eveneens een juweel. Kortom, er is sprake van een van de beste vertolkingen van beide werken binnen de Schumann-discografie. Waarbij tevens opgemerkt dat Alexander Melnikov al eerder aan beide stukken heeft vastgelegd, toen samen met het Jerusalem Quartet en de cellist Kyril Zlotnikov, waarover ik helaas aanmerkelijk minder enthousiast was (hier door mij besproken). Het instrumentarium mag eveneens bijzonder heten. Citerend uit het cd-boekje: Isabelle Faust Anne Katharina Schreiber Antoine Tamestit Jean-Guihen Queyras Alexander Melnikov index |
|