CD-recensie

 

© Aart van der Wal, januari 2016

 

Schumann: Pianoconcert in a, op. 54 - Konzerstück op. 92 (Introduktion und Allegro appassionato) - Introduktion und Allegro op. 134 - Kinderszenen op. 15 (Träumerei)

Jan Lisiecki (piano), Orchestra dell'Accademia Nazionale di Sante Cecilia
o.l.v. Antonio Pappano

DG 479 5327 • 59' •

Opname: september 2015, Santa Cecilia, Rome

https://www.youtube.com/

   

Hoe moet het spel van de Canadese pianist Jan Lisiecki worden gekwalificeerd? Hij wordt op 23 maart a.s. 21 en officieel is hij dus geen 'wonderkind' meer. Op YouTube vindt u filmpjes van een nog piepjonge Lisiecki die met een daarbij niet passende ernst repeteert en concerteert, waarbij hij zich van zijn leeftijdsgenoten uit met name Azië onderscheidt door zijn intense muzikaliteit ('goed spelen kunnen ze allemaal wel'). Ronduit verbluffend is zijn aanpak van Chopins Andante spianato et Grande polonaise.nog maar nauwelijks 13. De violist Pinchas Zukerman omschreef het kernachtig: "I hear an old soul."

Lisiecki speelt in een absoluut heldere stijl die in zekere zin vergelijkbaar is met dat van de (jonge) Pollini (Chopins Eerste pianoconcert, met Paul Kletzki) en Rafal Blechacz (1985- klik hier voor de recensie). Ook Lisiecki zet zijn interpretatie op vanuit de harmonie en het ritmische fundament. Wat bij Lisiecki ook sterk is ontwikkeld is de expressieve spankracht die - zoals in de doorwerking in het openingsdeel van Schumanns Pianoconcert - het dramatische discours bijna ongemerkt maar niet minder duidelijk in een hogere versnelling brengt, zonder enigerlei concessie aan de pianistieke articulatie (want die blijft als een rots overeind). Dit moet Pappano duidelijk ook hebben geïnspireerd, want hij laat het orkest dit verbluffende spel meespelen, bij wijze van spreken vol vanuit de flanken. Het Intermezzo is niet meer dan dat, maar het is hier wel de diep doorvoelde, onmisbare verbintenis tussen de beide hoekdelen. De finale is in de handen van pianist en orkest een waar klapstuk, flonkerend en zelfs brisant.

Deze uitgave bevat tevens het Konzerstück op. 92 en het veel minder bekende Introduktion und Allegro op. 134, beide voor piano en orkest, met als bonus Träumerei, het zevende deeltje uit Kinderszenen (in dit geval meer een bonus). Op. 92 en 134 (weinig uitgevoerd) zijn sowieso interessante aanvullingen, zeker zoals ze hier worden gespeeld. In op. 134 treft de donkere inleiding, diep vanuit de laagte, om allengs verwachtingsvol vaart te winnen, naar het slot toewerkend flitsend en briljant. Ook in deze stukken blijkt weer dat Lisiecki voortdurend de 'binnenkant' van de muziek opzoekt en alleen al in dit opzicht heel ver afstaat van bijvoorbeeld de wereldwijd op handen gedragen Lang Lang, voor mij een strooier met klatergoud. Bij Lisiecki geen seconde gekunsteldheid, geen moment van opgelegd pandoer, maar in zijn expressieve strijd voortdurend op zoek naar een hogere muzikale dimensie. Treffend is ook de afwisselend ferme en zachtmoedige linkerhand die uiterst detailrijke cantilenen schept.

Dat Lisiecki in zijn buitengewoon geprofileerde spel in orkest en dirigent een ideale partner heeft gevonden, zegt veel s over het algeheel hoge muzikale gehalte van deze vertolkingen. Gevoegd bij de uitstekende opname lijkt het mij dat Deutsche Grammophon met deze nieuwe release weer een 'winnaar' in huis heeft gehaald. Hetzelfde kan worden gezegd van de onlangs op Decca verschenen Brahms/Bartók met Janine Jansen en wederom het Orchestra dell'Accademia Nazionale di Sante Cecilia onder Pappano (klik hier).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links