CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2023 |
Dit album straalt om meerdere redenen autoriteit uit, te beginnen bij de schitterende, ik zou bijna willen zeggen: idiomatische vertolkingen van Het Collectief, vervolgens door de authenticiteit die de bewerkingen van respectievelijk Eduard Steuermann, Anton Webern en Alban Berg uitstralen, drie grootheden die heel dicht bij Schönberg stonden en ten slotte door Mullemans bijzonder goed geslaagde bewerking van Bergs Pianosonate. Het was Eduard Steuermann, een vroege leerling van Schönberg, die niet alleen een briljante pianist was, maar tevens een groot aantal van diens werken in première bracht (waaronder het Pianoconcert, in New York op 6 februari 1944 met het NBC Symphony Ochestra onder leiding van Leopold Stokowski, terug te luisteren op Soundcloud), terwijl Webern en Berg, eveneens voormalige leerlingen van Schönberg, later vooral naam maakten als componist. Waarbij zeker niet mag worden vergeten dat Webern daarnaast als bewerker groot aanzien genoot en bovendien een voortreffelijke dirigent was (onder meer van de zogenaamde 'Arbeiterkonzerte').
Het was dus een uitstekende gedachte om op dit album Schönbergs Verklärte Nacht op. 4 als pianotrio en de Kammersymphonie op. 9 in de bewerking voor fluit, klarinet, viool, cello en piano samen te brengen, aangevuld met Bergs eigen bewerking voor viool, klarinet en piano van het Adagio uit diens Kammerkonzert en die van Mulleman van Bergs Pianosonate. Wat dit laatste betreft: in dit illustere rijtje namen hoort die van de in Brussel wonende en werkende Tim Mulleman zerker thuis, want van hem klinkt de bijzonder indrukwekkende transcriptie van Bergs Pianosonate op. 1. Het pakt uit als zowel een nieuw stuk als tot in detail overtuigend kamermuziekwerk. Een bijzonder knappe prestatie die dankzij de inventief uitgewerkte dialogiserende vorm en de daarbij behorende instrumentale finesse veel respect afdwingt. Met een topensemble als het in België gevestigde Het Collectief kan het niet anders dan dat deze muziek tot aan de uiterste expressieve en technische grenzen wordt verkend. Alsof deze uitermate complexe stukken voor dit in 1998 in Brussel opgerichte ensemble niet meer dan een peulenschil zijn. Geen wonder dat Reinbert de Leeuw er graag mee werkte! Uit het boekje:
Waar ik nog bij wil aantekenen dat de muzikale individualiteit binnen het gegeven collectief (ook) in deze nieuwe opname inderdaad optimaal tot gelding komt. index |
|