CD-recensie
© Aart van der Wal, januari 2025 |
Het musicologisch aangestuurde bronnenonderzoek heeft de historiserende uitvoeringspraktijk weliswaar vleugels gegeven, maar ook een zekere mate van dogmatisme met zich meegebracht. Gelukkig zijn inmiddels vrijwel alle uitvoerende musici ervan doordrongen geraakt dat de gekozen bron niet meer kan of mag zijn dan grondslag voor de interpretatie, hetgeen op zich weer heeft geleid tot een grote verscheidenheid aan opvattingen. Het is die verscheidenheid die onze tijd kenmerkt en niet die van zo'n drie eeuwen terug. Gelukkig maar! In mei van het vorig jaar besprak ik het album Berlin Harpsichord Concertos van het door de violist Johannes Prahmsoler in 2008 opgerichte en geleide Belgische Ensemble Diderot, toen samen met de klavecinist Philippe Grisvard (die eveneens op dit nieuwe album te horen valt). De kern van hun interpretatie lag voor mij in de bevlogenheid ervan, maar ook in het uitzonderlijk hoge spelpeil. Tegenwoordig, met alle denkbare verworvenheden van de digitale opname- en bewerkingstechnieken, zijn we door en door verwend geraakt met technische volmaaktheid, en wel dusdanig dat we in de concertzaal niet anders verwachten; al weet eenieder die echt kritisch luistert dat dit niet meer dan een utopie kan zijn. Een ongewenste utopie zelfs, wie er even over nadenkt. Het Ensemble Diderot is binnen de kaders van de historiserende uitvoeringspraktijk een topensemble, hetgeen perfect aansluit bij de vocale en interpretatieve prestaties van de bas Nahuel Di Pierro, die deze lumineuze aria's op werkelijk grootse wijze vertolkt, in Monteverdi's L’incoronazione di Poppea even glansrijk bijgestaan door de tenoren Nicholas Scott en Guillaume Gutierrez, en de bariton Nicolas Brooymans. Hier is in alle geledingen de bevlogenheid troef, worden de spanningsbogen raak getroffen en is het spirituele gehalte al even hoog. Het met zorg samengestelde programma biedt het nodige contrast en bevat zelfs enige wereldpremières. Magnifiek! index |
|