CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2025 |
Het is verre van vanzelfsprekend dat op een liedrecital waaraan meer dan een handvol vocalisten deelnemen de term ‘subliem' mag worden losgelaten. Want meestal is er wel een of zijn er meerdere zangers die daaraan afbreuk doen. Op dit door Signum Classics uitgebrachte dubbelalbum met het complete liedoeuvre van Maurice Ravel (1875-1937) zijn het er maar liefst vijftien die alle zonder uitzondering die term wel degelijk verdienen, want dit is liedkunst van de hoogste orde, alles tot in de perfectie samenkomt: technische beheersing, muzikale interpretatie en stijlbewustzijn. En dit alles met als instrumentale inspiratiebron het fenomenale pianospel van Malcolm Martineau, naast de al even kleurrijke bijdragen van de fluitistes Lisa Friend en Anna Stokes, de klarinettisten Julian Bliss en Matt Glendening, de celliste Cara Berridge en het Sacconi Quartet. Dit Ravel-jubileum (dit jaar wordt herdacht dat de componist 150 jaar geleden, op 7 maart 1875, in het Franse Ciboure werd geboren) betekent feitelijk het vervolg op voorafgaande verkenningen van het Franse liedrepertoire, eveneens uitgebracht door Signum Classics, met ‘mélodies' van Gabriel Fauré, Francis Poulenc en Henri Duparc, drie tijdgenoten van Ravel. Ook bij die eerdere uitgaven waren de verschillende liederen over meerdere vocalisten verdeeld, een procedé dat enerzijds weliswaar risico's met zich brengt, maar anderzijds voor extra afwisseling kan zorgen. Zoals dat laatste ook op dit Ravel-album het geval is. Een pre is ook dat de liederen in hun chronologische volgorde te horen zijn, wat tevens een blik werpt op de wijze waarop de componist zich (ook) in dit oeuvre heeft ontwikkeld. Al is al vanaf het prille begin zowel het grote vakmanschap als het gevoel voor raffinement en finesse evident; zoals al blijkt uit de in 1893 ontstane Ballade de la Reine morte d'aimer. Twee eigenschappen die op zich al veel van de zanger vergen. Zoals ook de sterk gevarieerde stemmingsbeelden en het evocatieve karakter van deze muziek er niet om liegen, variërend van het amoureuze tot het bittere, van humor tot het illusoire, van het melancholieke tot het sensuele en erotische. Maar ook de spanningen worden bepaald niet uit de weg gegaan, zoals in Aoua!, het tweede lied uit de Chansons madécasses. Niet zo'n vreemde gedachte dus om voor dit bijzonder veeleisende en inhoudelijk zo sterk verschillende repertoire een rijke schare aan vocalisten te selecteren. Hoewel de meesten van ons de driedelige liedcyclus Shéhérazade vooral zullen kennen in de orkestversie, horen we het hier in de versie uit 1911 met begeleiding door piano en fluit, maar de facetrijke kleurenwaaiers zijn er in deze uitvoering niet minder om. Prachtig opgenomen is dit een uiterst welkome bijdrage aan het Ravel-jaar 2025. index |
|