CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2016

 

Fin de Siècle

Büsser: Appassionato op. 34
Chausson: Pièce op. 39
Debussy: Beau Soir
Durosoir: Vitrail
Enescu: Concertstuk
Hahn: Soliloque et Forlane
Honnoré: Morceau de concert
Hüe: Thème varié
Ravel: Deux melodies hebraiques (Kaddish)
Vierne: Deux Pièces op. 7

Lawrence Porter (altviool), Simon Crawford-Phillips (piano)

Hyperion CDA68165 • 62' •

Opname: oktober 2015, Concert Hall, Wyastone Estate, Monmouth (VK)

 

Misschien was het Friedrich Nietzsche's lijvige 'Der Antichrist' uit 1888 waarin de afbrokkelingssymboliek rond het fin-de-siècle trefzeker wordt aangekondigd. En anders wel de Marxisten die tegen de in hun ogen verstikkende 'decadentie' te hoop liepen. Het proces van afbrokkeling was begonnen, de Europese cultuur kwam in een niet meer te stuiten draaikolk terecht, waarin aldus Carl Schorske 'ieder gebied zich onafhankelijk van het geheel verklaarde, en elk brokje op zijn beurt weer in kleinere brokjes uiteenviel. De concepten waarmee culturele verschijnselen in het denken konden worden vastgelegd, kwamen terecht in deze genadeloze mallemolen van veranderingen. Niet alleen de voortbrengers van de cultuur, maar ook de analytici en de critici werden het slachtoffer van deze verbrokkeling. Alles leek heterogeen, samenbindende processen raakten gedesintegreerd en wat alleen nog leek te resteren was, zo schreef Arnold Schönberg, 'een dodendans van principes'. Het bleek een ideale voedingsbodem voor de avant-gardistische kunstuitingen, onverschillig of die alom nu wel of niet werd gewaardeerd of gesteund.

In Frankrijk kon het impressionisme (een term die Debussy en Ravel verafschuwden) onder dergelijke omstandigheden goed gedijen, al was het beslist niet zo dat er geen muzikale expressievormen van minder 'buitenissige' aard waren die rond 1900 de aandacht trokken. Wie daar nog aan mocht twijfelen: het nieuwe album 'Fin de Siècle' van het Britse label Hyperion ligt voor, geheel gewijd aan muziek voor altviool en piano uit die ook in artistiek opzicht zo belangrijke eeuwwisseling. Verbazingwekkend genoeg waren drie werken nog niet eerder opgenomen (Henri Büssers 'Appassionato', Georges Hüe's 'Thème varié' en Léon Honnoré's 'Morceau de concert'.

Het is evenmin zo dat die nieuwe expressievormen de oude wisten te verdringen. In tegendeel, ze konden uitstekend naast elkaar gedijen. In het rijk geïllustreerde 'The French Symphony at the Fin de Siècle' van Andrew Deruchie wordt uitvoerig stilgestaan bij componisten als Saint-Saëns, Franck, Lalo, Chausson en D'Indy die zich ergens in het midden van een soort Tweestromenland bevonden, met aan de ene kant de drang naar vernieuwing en aan de andere het behoud van het 'goede en vertrouwde', samengevat het traditionele. Ze stonden daar, te midden van al die bruisende golfbewegingen rond impressionisme, Jugendstil en Cancan. Deze nieuwe cd is een getrouwe afspiegeling van dat dualisme, van de spagaat waarin menige componist, zich wel of niet daarbij comfortabel voelend, toen bevond. Het heeft iets kameleontisch, deze creatieve exercitie langs zo verschillende, zo veelzijdige en veelkleurige stukken, waarbij niet zozeer in de tijd als wel stilistisch soms grote stappen moeten worden gezet. Bijvoorbeeld van Durosoirs Vitrail naar Chaussons 'Pièce'.

De altist Lawrence Power en de pianist Simon Crawford-Phillips vormen het ideale duo om deze facetrijke stukken zo tot leven te brengen dat ze ieder voor zich als werkelijke pièces de résistance worden ervaren. Het is het beste compliment voor deels volkomen in de vergetelheid geraakte muziek die daar echter niet thuishoort.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links