CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2022

Dutch Masters

Klik hier voor het inhoudsoverzicht

Arthur en Lucas Jussen (piano), Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Karina Canellakis
Deutsche Grammophon 48198597 • 93' • (2 cd's)
Opname: mei 2020 & dec. 2021, MCO Studio 1, Hilversum & TivoliVredenburg, Utrecht

Vanaf 29 april a.s. beschikbaar

 

Willem Pijper (1894-1947) toonde zich al medio jaren twintig van de vorige eeuw ernstig bezorgd over de staat van het muziekleven in ons land. Hij zag daarbij vooral de diepe kloof tussen componist en vertolker, om er nogal venijnig aan toe te voegen dat de oorzaak moest worden gevonden in de 'anti-muzikale dispositie van de gemiddelde landgenoot, die opgegroeid is in de overtuiging dat muziek uit Italië behoort te komen, of tenminste uit Duitsland, en die, sceptisch als bijna altijd, een wantrouwen aan de dag legt voor inlands goed. De Hollander heeft zijn wijn, zijn graan, zijn tabak en zijn muziek altijd behoorlijk geïmporteerd, en hij weet niet beter of het hoort zo. Hij is geenszins onwillig om tot het inzicht gebracht te worden dat een Nederlandse muziek precies even "goed" kan zijn als een Franse of Oostenrijkse, maar hij wil dat dan eerst wel eens horen. De Nederlandse koopman koopt desnoods op een monster, zelden op een plaatje, maar nooit op een anonieme aanbeveling.'

Nu, een eeuw later, zijn er nog steeds de klaagzangen over de veronachtzaming van de vaderlandse muziek, zij het dan met name door de vaderlandse symfonieorkesten. In de sector solo-optredens en kamermuziek en bij de ensembles zijn er gelukkig wel genoeg goedwillende Nederlandse musicite vinden zijn die in hun programma's, zowel op het podium als in de studio, een plekje weten in te ruimen voor de Nederlandse scheppende toonkunst, zowel wat betreft de 'oude' als de 'nieuwe' muziek.

Daartoe mogen ook de broers Arthur en Lucas Jussen worden gerekend, want ook zij brengen al geruime tijd de Nederlandse muziek onder de publieke aandacht, zij het minder frequent dan bijvoorbeeld hun collega Ralph van Raat. Hun initiatieven op dit vlak kunnen niet hoog genoeg worden gewaardeerd in een ook financieel nogal weerbarstig klimaat waarin het bovendien wat de Nederlandse muziek betreft toch zo ongeveer neerkomt op roeien tegen de stroom in. Zij het dat hun populariteit dusdanig is dat die ook wat de programmering betreft bepaald wel tegen een stootje kan.

In de komende week, om precies te zijn op 29 april, verschijnt bij hun 'huislabel' Deutsche Grammophon maar liefst een dubbelalbum uitsluitend gewijd aan muziek van Nederlandse componisten. In het bijgeleverde persbericht valt te lezen dat ze hiermee een ode hebben willen brengen aan zowel het 'heel veel moois van eigen bodem' als aan hun voormalige leraar Ton Hartsuiker (klik hier), die hen al vanaf jongs af aan op het spoor zette van de moderne vaderlandse muziek.

Iedere keuze is arbitrair, maar dit dubbelalbum biedt wel een - zij het nogal beperkte - doorsnede van bijna een eeuw Nederlandse muziek, uit de aard der zaak alleen werken voor respectievelijk twee piano's en piano vierhandig. Het mag dan een relatief korte periode zijn, een feit is wel - en Lucas merkt dat fijntjes op- dat een scheppings- noch een herscheppingstraditie de Nederlandse muziek ooit heeft aangekleefd, maar dat binnen die eeuw wel degelijk sprake is geweest van een behoorlijke scheppingsdrift, al neem ik Lucas' zéér enthousiaste uitspraak dat 'Nederlandse componisten zichzelf opnieuw uitvonden', wel met een korrel zout.
Het is misschien aardig om daarbij te vermelden dat zowel Together van Theo Loevendie (1930) als In Unison van Joey Roukens (1982) speciaal voor de beide Jussens is gecomponeerd (met op de laatste bladzijde een hondsmoeilijke paukensolo van twee minuten om vader Paul Jussen, paukenist bij het Radio Fil, stevig op de proef te stellen!)

Het is een legitieme, zo niet voor de hand liggende vraag: zouden Lucas en Arthur op het podium en in de studio zich veel aan het werk van Nederlandse componisten gelegen hebben laten liggen als ze het zónder Hartsuiker als hun leraar hadden moeten stellen? Ze kregen immers jarenlang om de twee weken les van hem. Ze geven zelf het antwoord: 'Met zijn enthousiasme zette Ton ons al vanaf onze kinderjaren op het spoor van moderne Nederlandse muziek. Door hem verdiepten we ons met dezelfde fascinatie in Pijper, Wisse en Andriessen als onze leeftijdsgenoten in het verzamelen van Pokémon-kaarten,' zegt Lucas. 'Hij leerde ons dat een sonatine van Willem Pijper net zoveel schoonheid kon bieden als een Chopin-nocturne,' voegt Arthur toe. 'Wij maakten daardoor in onze jeugd geen onderscheid tussen Bach en Van Baaren of Mozart en Andriessen. We hopen dat we - zoals Ton Hartsuiker bij ons deed - onze luisteraars ook kunnen inspireren en deze misschien onbekende klankwereld met een open hart en geest tegemoet te treden.'

Dat zet me dan tevens op het spoor van Otto Ketting, die in een vraaggesprek (klik hier) met mij opmerkte dat een van de oorzaken van de heersende malaise (op het gebied van de Nederlandse muziek) verband hield met het aantreden van buitenlandse dirigenten met hun eigen voorkeuren. Die niks weten van Nederlandse componisten en het Nederlandse muziekleven. Dat was vroeger wel anders, toen Nederlandse dirigenten als Eduard van Beinum, Paul Hupperts, Willem van Otterloo, Eduard Flipse en Bernard Haitink, Jurjen Hempel, Ed Spanjaard, Lucas Vis, David Porcelijn en Jac van Steen op de bok stonden.

Wat bevestigt dit? Dat wie er niet mee in aanraking wordt gebracht niks van het bestaan ervan afweet en dat er dus evenmin om wordt gevraagd. Het betekent niets anders dan een vicieuze cirkel die niet te doorbreken valt. Feitelijk onderstrepen de broers Jussen met hun verwijzing naar Hartsuiker precies dat: nieuwe indrukken opdoen betekent kennismaking (of confrontatie) met wat (nog) niet wordt gekend. Misschien is dit wel de belangrijkste bijdrage van dit dubbelalbum. En in dubbele betekenis, want we horen twee jonge, bevlogen musici (waartoe ook een jong publiek zich voelt aangetrokken!) die Nederlandse pianomuziek op een grandioze manier op de kaart hebben gezet. Ze gelóven erin, afgezien van hun fabelachtige techniek en inzicht in deze bepaald niet gemakkelijke materie. Daarin mag het Radio Filharmonisch Orkest (vast bestanddeel van de progressief programmerende NTR ZaterdagMatinee!) onder leiding van Karina Canellakis wat mij betreft ruimhartig delen: het orkestspel in Roukens' Concert voor twee piano's is als om door een ringetje te halen.

Voor menige muziekliefhebber zal dit dubbelalbum de sleutel tot ontdekking zijn, maar hopelijk ook aansporen tot (nog) meer ontdekkingen en verdieping. Alleen al vanuit dit perspectief is Dutch Masters een niet te missen uitgave.Voor de statistiek: in het cd-boekje is de naam van medeproducer Jared Sacks verkeerd gespeld. Hij had beter verdiend! Over de speciaal voor dit album gekozen kledij van de beide heren zullen de meningen ongetwijfeld verdeeld zijn...


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links