CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juni 2010

 

 
   
   
   

Fantasy - A Night at the Opera

Verdi/Krakamp/Briccialdi: Fantasie over La traviata

Verdi/Doppler/Gamzou: Fantasie over Rigoletto.

Tsjaikovski/Braunstein: Parafrase over Jevgeni Onegin (aria van Lenski).

Weber/Taffanel: Fantasie over Der Freischütz.

Gluck: Orphée et Eurydice (menuet en dans van de Zalige Geesten‡).

Mozart/Fobbes: Fantasie over Die Zauberflöte.

Bizet: Carmen (entr'acte).

Bizet/Borne/Meylan: Fantasie brilliante over Carmen.

Emmanuel Pahud (fluit), Juliette Hurel (fluit)‡, Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin.

EMI Classics 4 57814 2 1 • 71' •


Dit is helemaal goed eigenlijk, al is het programma nu niet bepaald opzienbarend. Op en top virtuoos, maar ook expressief, lyrisch, cantabile, uitmuntend gefraseerd en vrij van de maniertjes die er in dit soort programma's maar al te gemakkelijk insluipen en het luisterplezier al snel bederven. Pahud is net zo bedreven op de dwarsfluit als James Galway in diens 'gouden tijd', maar waar de alom gevierde Ier nogal eens tweedimensionaal musiceerde brengt Pahud meer diepte in zijn spel. Niets gaat immers zo snel vervelen als de "virtuoos die, waar hij aanraakt, musiceert" (Nijhoff). Het slechtste wat van deze miniaturen kan worden gezegd is dat ze zeer onderhoudend zijn; en het beste dat ze de technische mogelijkheden van de Böhm-fluit tot aan de uiterste grenzen verkennen. Dit is repertoire dat alleen de allerbeste fluitisten tot een goed einde weten te brengen. De Frans-Zwitserse fluitist Emmanuel Pahud (Genève, 1970) is een van de weinige die dat klaarspelen. Voor het begeleidende orkest valt er niet zoveel eer aan te behalen, maar zowel het Rotterdams Philharmonisch als Yannick Nézet-Séguin geven Pahud uitstekend partij.

De opname werd gemaakt in studio 5 van het Muziekcentrum van de Omroep aan de Hilversumse Heuvellaan. Het team dat daarvoor verantwoordelijk was is welbekend: producer Michael Fine en opnametechnicus Wolf-Dieter Karwatky (dit duo staat achter menige Naxos-opname). MCO 5 is in opnamtechnisch opzicht best wel wispelturig, maar in dit geval was meer helderheid zeker te verkiezen geweest, aangevuld met meer differentiatie in strijkers en houtblazers.. Mogelijk ligt de oorzaak in de toepassing van een bepaalde soort galm na de opname. Ik weet in ieder geval dat de orkestklank in het MCO 5 een andere karakteristiek heeft dan nu uit de luidsprekers komt.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links