CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2022 |
Wie uitsluitend de titel van dit album in ogenschouw neemt zal er misschien niet direct voor warmlopen (wat trouwens voor menig boek ook geldt!), maar wat zich onder deze 'motorkap' bevindt blijkt wel degelijk muzikaal interessant en bovendien qua uitvoering van hoog artistiek gehalte. Om nog even bij de metafoor te blijven: zo slaat u twee vliegen in één klap. Op het eerste gezicht lijkt het misschien op het zoveelste barokprogramma dat vooral vanuit het gezichts- en hoorveld van de historiserende uitvoeringspraktijk steeds weer opnieuw leven wordt ingeblazen, maar het blijkt toch echt een onweerstaanbaar album te zijn dat zich uitsluitend heeft toegelegd op het muzikale leven in de Britse hoofdstad rond het midden van de achttiende eeuw. Natuurlijk levert dit prompt een aantal zéér bekende namen op: Charles Avison, Francesco Geminiani, Nicola Porpora, Georg Friedrich Händel, Johann Adolph Hasse en Giovanni Battista Cirri, componisten die het toen behoorlijk voor het zeggen hadden en met behulp van slimme uitgevers en aanpalend zakelijk inzicht danig aan de weg timmerden. Dat deze cd desondanks niet meer biedt dan slechts een bescheiden doorkijkje in die zo muzikaal bruisende wereld is, mede gelet de tijdsduur van de cd, nu eenmaal onvermijdelijk, al vind ik het wel jammer dat dit programma is samengesteld volgens het al jarenlang beproefde receptenboek van menige klassieke-radiozender (zoals dat van Radio 4, de zender die, met name in de ochtend, zelfs er het patent op lijkt te hebben en wel zodanig dat ik er daarom zelden naar luister, nog afgezien van het eindeloze gezwets dat de verschillende programma's ontsiert, de net zo blijkbaar onvermijdelijke slechte uitspraak van buitenlands namen en begrippen en de voortdurende 'drive' om de luisteraar het toch vooral maar naar de zin te maken met slim uitgekozen, maar helaas weinig toevoegende muziekjes). Maar afgezien van deze kritiek wat de samenstelling van deze uitgave betreft, pakt het geheel wel degelijk uit als een heus luisterfeest waarin allerlei genres voorbijkomen, zoals het 'solide' concerto grosso, de fuga en de opera-aria, maar ook heuse Schotse traditionals in geraffineerde instrumentale bewerkingen en niet te vergeten Geminiani's pittoreske bewerking van een in die tijd bekend Brits volksliedje. Alleen al het zo fraai in de cello solo opbloeiende, dit album openende 'She's sweetest when she's naked' (de titel alleen al maakt tijdloos.) blijkt een waar schot in de roos te zijn, evenals het net zo effectief afsluitende 'The bottom of the punch bowl', beide van James Oswald (1710-1769). Not to be missed! Wie hem niet kent: hij was niet alleen een in zijn tijd goed aangeschreven Schotse toondichter, maar ook een veelgevraagde bewerker en cellist die bovendien een zeer succesvolle muziekuitgeverij dreef. Deze 'chamber composer' van koning George III heeft ook een groot aantal instrumentale arrangementen van Schotse volksliedjes op zijn naam staan, waarvan er vijf dit album sieren. Het is de Franse celliste Ophélie Gaillard die als de leading voice in deze muziek zowel bruisend, fonkelend als energiek het voortouw neemt en er samen met haar instrumentaal ensemble de nodige swing aan weet te geven terwijl de - zij het bescheiden - vocale bijdragen van Sandrine Piau en Lucile Richardot al evenmin te versmaden zijn (in Geminiani's The night her silent sable wore zorgt de mezzo gelukkig voor een lichte toets). Een apart compliment ook voor het bevlogen en technisch tot in de puntjes afgewerkte spel van het door Gaillard geleide Pulcinella dat zich ontpopt als een op barokke maat gesneden topensemble. De opname is vastgelegd in 24-bit/96kHz. Ik geloof het onmiddellijk, want het is ronduit een juweeltje van definitie, helderheid én sonoriteit. Echt, zoveel afwisselend schoons bij elkaar mag echt niet worden gemist! index |
|