CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2012

 

 

Tsjaikovski: Vioolconcert in D, op. 35

Nielsen: Vioolconcert op. 33

Vilde Frang (viool), Deens Radio Symfonieorkest (Danmarks Radiosymfoniorkestret) o.l.v. Eivind Gullberg Jensen

EMI Classics 6 02570 2 • 72' •

Opname: augustus 2011,
DR Koncerthuset, Copenhagen


Om met iets merkwaardigs te beginnen: het orkest heeft in het cd-boekje en op de cover twee verschillende namen: Danish Radio Symphony Orchestra en Danish National Symphony Orchestra (in het Deens: DR SymfoniOrkestret). Gelukkig maakt het niets uit want het betreft hetzelfde orkest dat onder twee verschillende benamingen actief is: het Deens Nationaal Symfonieorkest is het grootste Deense radio-orkest, vandaar, met de concertzaal van de Deense omroep in Copenhagen als de thuisbasis. Toch had EMI wat dit betreft iets zorgvuldiger kunnen zijn, want nu lijkt het verwarrender dan het in werkelijkheid is.

Dat gezegd hebbende: hoe brengt Vilde Frang het in deze beide concerten vanaf? Al eerder soleerde zij voor EMI met prachtige toon en diep doorleefd in een aantal werken van Sibelius (diens Vioolconcert en de drie Humoresken op. 87) en Prokofjev (Eerste vioolconcert), toen met het WDR Sinfonieorchester Köln o.l.v. Thomas Søndergard. Ik had toen enige bedenkingen (klik hier voor de recensie) en nu heb ik ze ook, hoewel Frang zonder enige twijfel tot de jonge generatie topviolisten behoort en heus nog wel zal 'rijpen'. Misschien dat ze over een poosje besluit om het Tsjaikovski-concert zónder de al lang geleden uit de gratie geraakte coupures in de finale te spelen? Of ze dat 'live' ook zo doet weet ik niet, maar vreemd is het wel. Tegenwoordig doet geen enkele violist dat nog zo. De 'insnijdingen' stellen op zich niet zoveel voor, maar waarom 'knippen' als verder niemand zelfs maar op de gedachte komt dat Tsjaikovski overbodige noten in zijn Vioolconcert heeft gestopt? Coupures zijn tegenwoordig sowieso uit den boze, hoewel Claudio Abbado het in 2010 in Luzern nog heel erg bont maakte door uit Alban Bergs Lulu-suite maar liefst twee volle minuten muziek weg te scheren. Een volkomen onverantwoorde ingreep die overigens door geen enkele recensent (in binnen- én buitenland!) werd geregistreerd. Natuurlijk hebben we Abbado daarover stevig aan de tand gevoeld, maar de vele correspondentie ten spijt bleef een bevredigend antwoord uit. Kortom, het kan dus nog veel erger. Maar apropos, wie herinnert zich niet de coupures in de orkestexpositie in de beide pianoconcerten van Chopin? Dat vonden veel dirigenten nog in de jaren zeventig zo 'oninteressant' dat ze daarin maar al te graag het mes hanteerden. Wie dat vandaag de dag nog doet wordt naar de maan afgeschoten.

Frangs vertolking mag er echter zijn, met in het openingsdeel de ideale balans tussen de zich in haar volle pracht ontplooiende lyriek en haar sterke structurele greep op de materie. De lucide breekbaarheid van de Canzonetta realiseert ze ongelooflijk knap en van de briljant gespeelde finale zou je hooguit kunnen zeggen dat de puls in de doorwerking wel erg stevig wordt aangezet. Wat in het gehele concert zo sterk overtuigt zijn de vele genuanceerd stemmingswisselingen en de uiterst geraffineerd opgebouwde spanningen, die zij zo weet te markeren dat het een echt 'verhaal' wordt dat voortdurend fascineert. Zij volgt niet slaafs de grote vertolkers, maar kiest duidelijk haar eigen weg, wat een zeer boeiend discours oplevert. Des te spijtiger - ik zeg het nog maar een keer - dat ze in de finale niet gewoon het manuscript van de componist naar de letter heeft gevolgd.

Een absolute topper is onder haar handen het Nielsens Vioolconcert, dat mijn al jarenlange favoriet, Lin en Salonen met het Zweeds Omroeporkest (Sony), nu toch echt in de schaduw stelt. Frang geeft - meer nog dan Lin - een absoluut formidabel exposé van het bonte karakter van dit werk, waarvan Nielsen de structuur bewust ondergeschikt maakte aan motivische en thematische figuren die uiterst pregnant en soms zelfs vermakelijk, in wisselende kledij, hun opwachting mogen maken. Daar kan Frang als geen ander mee omgaan. Ik haalde nog even ter vergelijking Vengerov met het Chicago Symphony onder Barenboim van stal, maar in tegenstelling tot Lin domineert bij Vengerov toch vooral het virtuoze karakter van het stuk. Hij speelt herhaaldelijk over het caleidoscopische karakter van het werk heen. Frang daarentegen zet letterlijk de toon: zo kleurrijk en zo gedifferentieerd in expressie is haar interpretatie van begin tot eind een ware lust voor het oor én het hart. Dan mogen we ons verder nog gelukkig prijzen dat het Danmarks Radio Radiosymfoniorkestret o.l.v. Eivind Gullberg Jensen in beide concerten Frang formidabel partij geeft, zowel in de tutti als in de vele soli: met name de eerste fluitist mag wat mij betreft in het zonnetje worden gezet. Wat trouwens tevens voor de opnametechnici geldt, want die hebben voor een magnifieke opname gezorgd. Jammer van die coupures in de Tsjaikovski, maar desondanks een formidabele, sterk Scandinavisch (soliste en dirigent zijn Noors, het orkest Deens) getinte uitgave!

Wie op cd nog meer van Frang wil genieten kan dat, met vioolsonates van Bartók, Richard Strauss en Grieg, samen met de pianist Michail Lifits. Ze kregen er de Edison 2012 voor, in de categorie kamermuziek.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links