![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2019
|
Het kan: volle zalen trekken met vernieuwende programma's. Het lukt het Nederlands Blazers Ensemble al decennialang. Programma's die niet zomaar uit het niets ontstaan, maar waar - soms stevige - discussies aan de grote vergadertafel in het pand aan de Korte Leidsedwarsstraat in Amsterdam aan voorafgaan. Ik was er getuige van en het was hartverwarmend om te zien en te horen hoe ver de persoonlijke betrokkenheid bij een ensemble kan gaan. Zo'n halve eeuw geleden maakte ik voor het eerst 'live' kennis met het NBE, toen in de foyer van de Rotterdamse Doelen (het concertgebouw was bij wijze van spreken nog nagelnieuw) rond het middernachtelijk uur de formatie onder leiding van Edo de Waart aantrad met Mozarts Gran Partita KV 361. Er was zoveel publiek op afgekomen dat er geen notenkraker meer bij kon. In het jubileumboek Luchtfietsers en wegbereiders schreef de componist David Dramm:
U kunt er hier meer over lezen. Het NBE valt in geen enkel hokje te duwen, zelfs niet in de categorie van uitsluitend blazers, want er is veelal sprake van een wisselende bezetting waarin ook andere instrumenten een belangrijke rol mogen vervullen. Dat laatste hangt ook samen met de componisten en hun muziek die ten tonele worden gevoerd. Vooral wereldmuziek, en dan in de meest brede en gevarieerde betekenis van het woord. Ook deze nieuwe cd is daarvan het zoveelste klinkende bewijs: Bachs Hohe Messe en . muziek van de Iraniër Ali Ghamsari, de virtuoze bespeler van de tar of tär, een vijf- tot achtsnarige luit, een typisch op de volksmuziek gericht instrument dat al eeuwenlang in onder meer Iran (het voormalige Perzië) in gebruik is. In dit veelkleurige en veelzijdige programma dat in de herfst van het vorig jaar volle zalen trok, komen wel twee heel bijzondere werelden samen: die van de lutherse Bach en die van het uit het het zevende-eeuwse Arabië eeuw stammende soefisme of tasawwuf, de in de islam gewortelde mystieke traditie, met als voornaamste inspiratiebron de liefde voor God, in Hem over te gaan, het materiële af te zweren en het eigen ik niet meer centraal te stellen. In het dagelijks leven is een belangrijke plaats ingeruimd voor onthouding en contemplatie maar ook voor de sofistische literatuur en poëzie. Wie deze pantheïstische extaseleer aanhangt verwacht het hoogst denkbare geluk in de uiteindelijke vereniging met God. Dan is er de muziek waarmee de dansen van de derwisjen wordt ondersteund. De derwisj treedt met zijn magische uitstraling in veel soefiverhalen op. Hij is het die Gods liefde en wijsheid uitstraalt, als goede raadgever fungeert en bovenal over immense toverkrachten beschikt. Hij kent het spel van de metamorfose, verorbert organen van de overledenen, verplaatst zich op een paard door de lucht en deelt vruchtbaarheidsfruit uit. Ook hier speelt het mystieke element een belangrijke rol, zoals hij komt uit en verdwijnt in het niets. Het lijkt zo op het eerste gezicht op een sprookjesvertelling, maar schijn bedriegt, want er zit veel meer achter. Het soefisme ontsluit als gedachtegoed een indrukwekkend universum en is daarom ook in het Westen een belangrijke, verre van modieuze geloofsrichting, zeker onder intellectuelen. Terwijl het voor veel auteurs, componisten en uitvoerende musici door de eeuwen heen een belangrijke inspiratiebron is geweest en nog is. Dat Bachs Hohe Messe en de wereld van het soefisme elkaar echt kunnen raken is zeker niet verwonderlijk, want bezien vanuit de verschillende religieuze tradities zijn de raakvlakken desalniettemin evident. Het was daarom een uitstekende, zij het niet direct voor de hand liggende gedachte om de beide werelden muzikaal met elkaar te verbinden. Met als belangrijkste stap daarin de opdracht van het NBE aan de jonge Nederlandse componiste Mathilde Wantenaar (1993) (onlangs ging van haar het koorwerk Dit zijn de bleeke, bleeklichte weken bij de NTR ZaterdagMatinee, in première) om door middel van uiteenlopende arrangementen die verbinding muzikaal overtuigend tot stand te brengen. Daardoor fungeerde ze als het ware als arrangeur annex reiziger tussen twee op zich verschillende planeten. En dat deed ze meer dan voortreffelijk door typisch Perzische melodieën, harmonieën en ritmes inventief te verbinden met die van Bach en omgekeerd. Interessant is ook dat zij er daarbij in is geslaagd om het zo belangrijke mystieke element niet alleen te behouden, maar ook in een eigentijdse context te plaatsen. Ali Ghamsari zei over dat laatste:
Het NBE en de voor dit uitdagende project speciaal aangetrokken solisten hebben met grote inzet en overtuigingskracht getekend voor een overrompelend, ja zelfs bijzonder opzienbarend programma dat niet alleen grenzen doet vervagen, maar dankzij zowel de uitmuntende als gedurfde instrumentale en vocale inbreng grandioze vergezichten oproept. Panorama's ook die een volkomen nieuwe wereld ontsluiten. Wie de zang van Haleh Syfizadeh, de klankmogelijkheden van de tar en het spel van Ghamsari niet kent wacht bovendien een regelrechte sensatie. index |
|