CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2021

Mozart Momentum - 1785

Mozart: Pianoconcert nr. 20 in d, KV 466 - nr. 21 in C, KV 467 - nr. 22 in Es, KV 482 - Fantasie in c, KV 475 - Pianokwartet nr. 1 in g, KV 478 - Maurerische Trauermusik KV 477

Leif Ove Andsnes (piano), Matthew Truscott (viool), Joel Hunter (altviool), Frank-Michael Guthmann (cello), Mahler Chamber Orchestra o.l.v. de solist
Sony 19439742462 • 2.15' • (2 cd's)
Opname: febr. 2020, Sendesaal Radio Bremen; nov. 2020 Philharmonie, Berlijn

   

De langdurige lockdown dwong de meeste musici om zich te bezinnen over de vraag: "wat nu?" Een van de voor de hand liggende antwoorden: streaming vanuit huis of een lege zaal. Of anders richting studio om - uiteraard onder strikte handhaving van de coronaregels - een of meerdere opnamen te maken. Dat laatste deden ook de Noorse pianist Leif Ove Andsnes en het Mahler Chamber Orchestra, die dit album volspeelden met uit 1785 daterende werken van Mozart, een verre van gelukkig jaar voor de componist. De opnamen vonden plaats van 21 tot 25 februari 2020 in de Sendesaal van Radio Bremen en van 8 tot 10 november in de Berlijnse Philharmonie. En daar is het overigens niet bij gebleven, want in de lente van 2022 staat het tweede Mozart-album gepland, dan geheel gewijd aan het jaar 1786.

Andsnes (1970, Karmøy) behoort tot de generatie pianisten die zo is geschoold en zich heeft ontwikkeld dat vanuit interpretatief oogpunt hij excelleert in vertolkingen die consequente gedegenheid uitstralen, knap zijn gestructureerd en technisch tot in de puntjes afgewerkt. Een andere, uit geheel andere 'bron' afkomstige eigenschap is die van de - het klinkt ietwat paradoxaal - 'weloverwogen spontaniteit' door het aanboren van zich minuscuul zich ontvouwende, maar verfrissende elementen binnen een nauw geconstrueerd parcours.

En dan is er zijn veelal geprezen toegankelijkheid als mens en musicus. Dat veel recensenten met hem weglopen heeft mogelijk mede daarmee te maken: de uitermate sympathieke indruk die hij altijd weet te wekken. Ik mocht dat ook zo ervaren, in november 2009 in in Brussel, naar aanleiding van de introductie van Pictures Reframed, een project dat hij samen met de Zuid-Afrikaanse graficus Robin Rhode (1976) had ontwikkeld (klik hier). We zaten toen ruim een uur bij elkaar en gaf hij er blijk van echt open te staan voor de hem gestelde vragen. In mijn gesprek met Rhode kwam dat eveneens duidelijk tot uitdrukking: "An open artist," vond hij.

Andsnes is zeker geen dirigent in hart en nieren, maar wel iemand die musici weet te inspireren. Dat blijkt zonneklaar uit deze opnamen die wat mij betreft geen enkele wens (nou ja, één dan: de cadensen in de Mozart-concerten, waarover straks meer). Want geen enkel misverstand erover: dit is echt Mozart-spel van de hoogste orde, zij het deels zeker niet nieuw. Immers, we kennen Andsnes' opname reeds van het Pianoconcert KV 466, al is die inmiddels bijna 15 jaar oud. Toch blijkt Andsnes aan deze nieuwe registratie een extra dimensie te hebben toegevoegd: onmiskenbaar meer beethoveniaans dan in 2007, waar het orkest zich van harte bij heeft aangesloten. Ook is het spel van het Mahler CO beter afgewerkt, getuigt het van groter klankraffinement dan dat van de Noorse collega's (die overigens op de keper beschouwt toen zeker een uitstekende prestatie neerzetten).

Dat Andsnes in KV 466 een voorliefde heeft voor de overbekende Beethoven-cadens is uiteraard prima, maar ik had toch liever zijn eigen inbreng gezien, want dat had - en dat geldt tevens voor KV 467 en KV 482 - een echt nieuwe dimensie eraan toegevoegd. Maar een herhaling van zetten is KV 466 gelukkig toch niet geworden. Wat vooral opvalt is Andsnes' minder expressief gepolijste benadering, met de contrasten beduidend uitgesprokener, terwijl in de finale er letterlijk harde noten worden gekraakt. De tempoaanduiding Allegro assai heeft hem - en ik zie dat echt als een winstpunt - ook ditmaal niet verleid tot een te jachtig betoog: de in dit deel zeker manifeste, sterk pulserende gejaagdheid is juist fraai structureel ingebed. En evenals in zijn vorige opname koos hij voor de - overigens zeer geslaagde - cadens van Johann Nepomuk Hummel (die evenals Beethoven onder de indruk moet zijn geraakt van de enorme muzikale impact van het werk).

KV 467, voor zover mij bekend Andsnes' eerste opname van het werk, heeft, het valt gewoon niet uit te roeien, de subtitel 'Elvira Madigan' meegekregen, louter en alleen omdat het Andante is gebruikt in de Zweedse gelijknamige film uit 1967. Opnieuw is Andsnes met zijn ensemble in zijn element, met een uitstekend zo niet intuïtief gevoel voor timing en duidelijk gericht op de opera buffa stijl zoals die als een van de kenmerken in de partijen van de hout- en koperblazers te genieten valt. Andsnes laat ze echt schitteren, maar met een scherp oor voor de onderlinge balans tussen piano en orkest. Dankzij de ingevlochten minuscule versnellingen en vertragingen krijgt de expressie op treffende wijze meer gewicht, nog eens aangevuld door de fijnmazige fraseringen en de strikt heldere articulatie. Ook in dit concert heeft hij geen ruimte willen maken voor een eigen cadens, maar koos hij voor een 'warhorse': die van Géza Anda (waar overigens niets mis mee is, al is diens harmonische uitwerking tamelijk oppervlakkig).

Nieuw is ook Andsnes in KV 482, met voor het eerst de klarinet toegevoegd aan de houtblazers. Het was zeker een uitgelezen gelegenheid geweest voor een eigen - lange! - cadens, maar het werd die van John Fraser, met wie Andsnes al langer samenwerkt. Over smaak valt altijd te twisten, maar de enige kritiek die ik erop heb is dat lengte en inhoud niet goed met elkaar in evenwicht zijn (waar u uiteraard geheel anders over mag denken). Een apart compliment voor de subliem kleurende houtblazers is hier zeker op zijn plaats, maar ook de kleuringsaccenten in de strijkers dragen bij aan dit boeiende discours. Het Andante alleen al heeft alles van een prachtig uitgewerkt legato waarin de expressieve spanningsbogen niet ontbreken. In de merendeels lichtgewicht finale lag de keus voor de daarbij goed passende Anda-cadens voor de hand.

Dit positieve beeld zet zich voort in de overige werken: het Pianokwartet KV 478 mag zich verheugen in een ware modelvertolking (ik moest daarbij denken aan die door het Beaux Arts, met voor de gelegenheid de altviolist Bruno Giuranna, zij het dat dit illustere gezelschap meer vibrato in het spel bracht). Treffend is opnieuw te horen hoezeer Mozarts beide pianokwartetten, de eerste in het genre en gelijk een hoogtepunt, sterk aanleunen tegen zijn pianoconcerten uit die periode. Andsnes weet zich daarbij verzekert van het vlekkeloze en inspirerende spel van de drie zeer geëngageerde leden van het Mahler CO: Matthew Truscott (viool), Joel Hunter (altviool) en Frank-Michael Guthmann (cello).

Ook de schrijnende vrijmetselaarsmuziek krijgt een overtuigende vertolking, met als waardige hekkensluiter de Fantasie in d, KV 475, waar in het spel tussen donker (c-klein) en licht (C-groot) Andsnes' superieure kwaliteiten als solist weer overtuigend aan het licht treden. Misschien is dat niet ieder smaak, maar opnieuw is het de grandeur á la Beethoven die ditt werk een belangrijke extra dimensie geeft.

Het zou zeker minder zijn uitgepakt door een tegenvallende opname, maar daarvan is gelukkig geen enkele sprake: producer John Fraser (dezelfde van de cadens in KV 482) heeft een meesterstukje afgeleverd en pianotechnicus Thomas Hübsch zorgde voor een volmaakt geïntoneerde en gestemde Steinway. Het kan eigenlijk niet op.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links