CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2021


Wolfgang Amadeus Mozart - The Vienna Concert 23 March 1783

Mozart: Symfonie nr. 35 in D, KV 385 (Haffner): 1. Allegro con spirito - Idomeneo KV 366: Se il padre perdei - Lucio Silla KV 135: In un istante oh come...; Parto, m'afretto - Pianoconcert nr. 13 in C, KV 415 - Eine kleine Gigue KV 574 - Serenade in D, KV 320 (Posthoorn): 1. Andante gracioso (concertante) - Variaties in G op Unser dummer Pöbel meint KV 455 - Mia speranza KV 416: Mia speranza adorata...; Ah! non sai quel... - Symfonie nr. 35 in D, KV 385 (Haffner): 2. Andante; 3. Menuetto; 4. Presto - Ouverture Don Giovanni KV 527 - Ouverture Die Zauberflöte KV 620

Jodie Devos (sopraan), Sebastian Wienand (fortepiano), Millenium Orchestra o.l.v. Leonardo García Alarcón
Ricercar RIC 361 • 49' + 57' • (2 cd's)
Opname: mei 2016, Chapelle de l'Institut Saint-Berthuin, Malonne (B)

   

Hoewel ik weinig toegevoegde waarde zie in het reproduceren van een concertprogramma van in dit geval bijna 240 jaar geleden, vind ik wel dat een goede uitleg (een gedegen verantwoording is misschien net iets teveel gevraagd ) daarbij tenminste een eerste vereiste is. Daarin schiet het cd-boekje echter schromelijk tekort. Er wordt wel veel historische informatie over de lezer uitgestrooid, maar die staat dan deels in een tamelijkl diffuse context. Een enkel voorbeeld vinden we bij nr. 4 (een nummer blijkbaar alleen bedoeld als indeling en verder nergens naar verwijst), waarin de tenor Johann Valentin Adamsberger ten tonele wordt gevoerd. We weten dat Mozart van deze zanger een zeer hoge dunk had (hij had onder meer de rol van Belmonte gezongen in de eerste uitvoering van Die Entführung aus dem Serail). Geen wonder dus dat eveneens optrad tijdens het bewuste concert van 23 maart 1783 en wel - zo schreef Mozart aan zijn vader - in 'die scene für die Baumgarten'. Leg dan sowieso uit welke scène wordt bedoeld (op de cd niet gezongen door een tenor maar door de sopraan). Er wordt nog wel bij vermeld dat de aria 'niet moeilijk is' (nou nou...), maar welke aria het betreft moet de lezer dus zelf maar uitzoeken. Op die manier kan het een niet in verband worden gebracht met het ander.

Vreemd is ook dat het oorspronkelijke programma stevig is ingekort: Mozart speelde bij die gelegenheid niet een maar twee pianoconcerten, terwijl - volkomen onbegrijpelijk - aan het slot wel twee ouvertures zijn toegevoegd die er niet in thuishoren omdat ze pas (veel) later werden gecomponeerd: die uit Don Giovanni en Die Zauberflöte.

Het is al met al een 'replica' geworden die alleen al vanuit conceptueel perspectief de nodige vragen opwerpt. Dat geldt dan eveneens voor de (onbekende) omvang van de orkestbezetting en de akoestische eigenschappen van de oorspronkelijke locatie. Van de laatste kan worden gezegd dat de 'Akademie' plaatsvond in het Weense Burgtheater en niet, zoals bij deze dubbel-cd het geval is, in de kapel van het Saint-Berthuin Instituut in Malonne.

Mozart heeft over dat gedenkwaardige concert op 23 maart 1783 in het volgepakte Burgtheater in aanwezigheid van de keizer uitvoerig aan zijn vader bericht. Dat vormde ook de belangrijkste leidraad voor de samenstelling van dit album. Of het echter met de op dit album vastgelegde volgorde van de verschillende stukken helemaal klopt kan ik uit Mozarts schrifuren niet voldoende afleiden.

We klagen tegenwoordig over de slechte programmaopbouw die de meeste symfonieorkesten zo ongeveer tot standaard hebben verheven, maar in de negentiende eeuw kon men er wat dit betreft ook wat van. Er zijn tenminste voorbeelden genoeg van concerten waaraan enige logische opbouw ontbreekt en dan ook nog vaak ellenlang in bovendien slecht of in het geheel niet verwarmde zalen. Strooigoed met van alles en nog wat kriskras door elkaar gehusseld. Dat concert op 23 maart 1783 is daarvan een van de vele voorbeelden: alleen al een ware proef wat betreft uithoudingsvermogen voor zowel musici als publiek. Zelfs op cd blijkt het al een behoorlijke zit, en dan biedt die nog niet eens de volledige afspiegeling van het oorspronkelijke ratjetoe (met Mozart in de rol van zowel pianist als dirigent).

Geen afspiegeling van het gehele toenmalige programma, noch van het solo-instrument (Mozart bespeelde ongetwijfeld een fortepiano in KV 415 en KV 455, maar in ieder geval geen Weense Anton Walter uit 1795!), het orkest en de akoestiek. Blijft over de uitvoeringen zelf die, met uitzondering van een ware glansrol van de Belgische sopraan Jodie Devos, soepel, warm en glanzend, toch wel hier en daar de wenkbrauwen doet fronsen. De (forte)pianist Sebastian Wienand volgt braaf de noten (ook in de cadensen) en daarmee is zijn artistieke inbreng wat het pianoconcert betreft (in de solostukken is hij vreemd genoeg heel wat beter op dreef) zo ongeveer wel gemarkeerd. Hij voegt nauwelijks iets toe dat de luisteraar op het puntje van de stoel zou kunnen brengen, terwijl de bijdrage van het energiek spelende Waalse orkest met name in de forti niet uitmunt in een geacheveerd klankbeeld. Artistiek leider Leonardo García Alarcón heeft zo te horen in dit opzicht nog wel een weg te gaan. Het lijkt meer te willen dan het orkest hem technisch (nog) toestaat, met als gevolg kiezel in het spel. Bovendien: pittige tempi en felle accenten zijn prima, maar wel binnen de grenzen van het technisch haalbare. Saai kan het ook zijn, zoals in het Andante grazioso van de Posthoornserenade. Alarcón maakt veel te weinig van het door Mozart zo knap geweven, kleurrijke wisselspel tussen de blazers onderling en in het samenspel met de strijkers.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links