CD-recensie
© Aart van der Wal, juni 2024 |
Ik ben blij met dit album omdat het behoudens Schuberts Fantasie D 934 geen repertoire betreft dat discografisch tot op het bot is afgekloven, een probleem (als het zo althans genoemd mag worden) dat zich steeds sterker manifesteert naarmate de tijd en dus de aldus aangelegde 'voorraad' vordert. Wat moeten we met de zoveelste Eroica, al wordt die dan - zoals eerder door mij besproken - uitgevoerd door het Budapest Festival Orchestra onder Iván Fischer? Het is een willekeurig voorbeeld op dit 'overwoekerd pad'. Verademing dus als we weer eens Messiaens uit 1933 stammende Fantaisie mogen horen, een weliswaar vroeg werk, maar waarin al de voorbode te horen is van het Quatuor pour la fin du temps, het 'kwartet voor het einde der tijden'. Hij schreef het tijdens zijn verblijf in het kamp Stalag VIII-A, in het Duitse Görlitz, waar het, temidden van 400 gevangenen en bewakers, op 15 januari 1941 door vier medegevangenen op deels geleende instrumenten ten doop werd gehouden (de componist overdreef stellig toen hij beweerde dat er toen 5000 mensen naar luisterden). Interessant is ook Stravinsky's Divertimento, een suite samengesteld uit uit de balletmuziek bij Le baiser de la fée (De kus van de fee), in vrijwel hetzelfde jaar (1934) ontstaan als Messiaens Fantaisie. Zowel het Divertimento als Le baiser wordt in het muziekbedrijf nog steeds stiefmoederlijk bedeeld. Goed dus dat het Divertimento (hier voor viool en piano in het arrangement van Samuel Dushkin en dus niet in de veel rijkere orkestversie, wat aan het belang ervan overigens niet afdoet) op deze cd is gezet. Dan Robert Schumanns Märchenbilder, vier buitengewoon fraaie stemmingsbeelden vervuld van muzikale poëzie, waarvan met name het slotdeel (langsam, mit melancholischen Ausdruck) van een diep ontroerend gehalte is. We horen het stuk hier niet voor altviool en piano, maar voor viool en piano, al past het 'bronzen' karakter van de altviool weliswaar iets beter bij dit werk. Schuberts Fantasie werd in het interbellum nog gerangschikt onder de gratuite huismuziek, zoals zoveel werken van deze Weense 'biedermeier' (eerder in deze context een diskwalificatie dan een compliment). Wat daarbij toen en in sommige kringen nog steeds over het hoofd wordt gezien is dat 'der Schwammerl' (zoals hij door zijn vrienden werd genoemd, ofwel een grote paddenstoel in Oostenrijks dialect), gemeenlijk afgeschilderd als 'burgermannetje', in nauwelijks tien jaar de reuzenstap wist te maken van muzikaal dolende adolescent naar de grote werken als de 'Unvollendete' en de 'Große C-Dur' symfonie, de monumentale laatste drie pianosonates D 958, 959 en 960 en het fenomenale, diep doorvoelde Strijkkwintet, naast natuurlijk de liedcylcus Winterreise en de onvoorstelbare diepgang van de laatste losse liederen, door de muziekuitgever als cyclus samengebracht onder de door hem bedachte titel Schwanengesang, eerst na de dood van de straatarme componist uitgegeven. Schubert voltooide de Fantasie in december 1827, nog geen jaar voor zijn dood (hij overleed op 19 november 1828). Het is tevens zijn laatste compositie voor viool en piano, waarvan hij de eerste uitvoering nog heeft mogen beleven, in januari 1828, in de Landhaussaal in Wenen, door de violist Josef Slavik en de pianist Carl Maria von Bocklet. Hoe het daar is verlopen weten we niet, maar wel dat het alleen al technisch voor beide instrumentalisten een bijzonder lastig werk is dat zich ook interpretatief niet zo gemakkelijk laat realiseren. Volgens de pianist Nikolai Lugansky behoort het zelfs tot de moeilijkste muziek ooit voor de piano gecomponeerd. Het duo Baeva-Kholodenko draait er echter schijnbaar de hand niet voor om. Alena Baeva, geboren in 1985 in Kirgizië (of Kirgistan), toen nog onder sovjet-bewind, studeerde aan het Tsjaikovski Staatsconservatorium in Moskou om daarna in Frankrijk lessen te volgen bij Mstislav Rostropovitsj. Ten slotte studeerde zij in Zwitserland bij Seiji Ozawa en in Israël bij Shlomo Mintz. Talent en intensieve studie wierpen al spoedig hun vruchten af. Zo won ze Ze won ze in 2001 het Henryk Wieniawski Concours en in 2004 het Niccolò Paganini Concours. Naarmate haar carrière zich voorspoedig ontwikkelde kwamen er steeds meer orkesten en ensembles in beeld. Met Paavo Järvi onderhoudt ze een bijzondere en warme artistieke band. Ze speelde met een groot aantal orkesten en ensembles en onderhoudt bovendien een warme artistieke band: de dirigent nodigt haar regelmatig uit voor optredens met het Estonian Festival Orchestra en het NHK Symphony Orchestra in Tokio. Anders dan menige andere collega (die als wereldreiziger het jaar doorkomt met slechts een paar soloconcerten) heeft Baeva maar liefst ruim veertig soloconcerten op haar repertoire, waaronder veel moderne en eigentijdse werken. Met de Oekraïense pianist Vadym Kholodenko vormt ze - zoals ook op deze cd te horen is - een duo van groot artistiek formaat. Daarnaast speelt ze kamermuziek met o.a. Martha Argerich, Steven Isserlis, Misha Maisky en Lawrence Power.In eigen land kennen we haar van haar optredens met de philharmonie zuid (nu Philzuid) en het Orkest van de Achttiende Eeuw. Ze maakte ook een aantal cd-opnamen (ze zijn o.a. op Spotify te vinden). Alena Baeva bespeelt de 'ex-William Kroll' Guarneri del Gesù uit 1738. De carrière van Vadym Kholodenko (Kiev, 1986) belandde in een stroomversnelling na het winnen van het Van Cliburn Concours in 2013, todat zich op 17 maart 2016 een groot persoonlijk drama aankondigde in het verlies van zijn beide dochters, Michela (1) en Nika (5). De beide kinderen waren thuis in Benbrook (hij had in 2014 zijn geboorteland verruild voor het Amerikaanse Texas) om het leven gebracht. Tijdens de aan de begrafenis van zijn beide kinderen voorafgaande herdenkingsdienst speelde Kholodenko het Andante uit Brahms' Derde pianokwartet, samen met drie leden van het Fort Worth Symphony Orchestra waarmee hij - met een platencontract van Harmonia Mundi op zak - al een aantal opnamen had gemaakt. Kholodenko en Tsigankova waren vijf jaar met elkaar getrouwd toen in de zomer van 2015 de echtscheiding zich aankondigde. Vanaf augustus was het echtpaar al gescheiden van tafel en bed. Het mag een wonder heten dat Kholodenko uiteindelijktoch de draad van het normale leven toch weer wist op te pakken, weer engagementen aannam. De vertolking van de vier werken op dit album tonen veel karakter. We horen een fraai samenspelend koppel dat een gloedvolle toon paart aan moeiteloze techniek. De volle, rijke toon van Baeva mengt zich volmaakt met de sonore en kristalheldere vleugelklank in een parcours waarin de evocatieve aspecten even verbeeldend aan bod komen als de gelaagde stemvoering. Dit zijn zonder uitzondering ontwapenende uitvoeringen die fris en spontaan klinken, menigmaal zelfs intuïtief in de onderliggende spanningen en de met zorg en verfijning toegepaste tempowisselingen. Kortom, dit is een recital dat er echt toe doet en aldus beschouwd mag worden als een belangrijke discografische aanwinst. index |
|