CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2023 |
Mayrig betekent ‘moeder' in het Armeens. Het album is een hommage aan de Armeense moeders, wat in het cd-boekje verder niet wordt toegelicht, maar gelukkig spreken de Armeense, tevens in het Frans en Engels vertaalde liedteksten voor zich. De muziek eigenlijk ook, want het merendeel ervan bestaat uit veelal zoetgevooisde, koesterende en wiegenliedjes in typisch folkloristische snit die ons muzikaal intellect niet al te zeer op de proef stellen. In het cd-boekje valt niets te lezen over de massale moordpartijen onder de Armeniërs in de periode 1895-1923, waarbij het aantal slachtoffers volgens historici de een miljoen ruimschoots overschrijdt. Turkije ontkent overigens tot op de dag van vandaag dat er überhaupt sprake is geweest van volkerenmoord, dat er wel misdrijven zijn gepleegd, maar dat van een vooropgezet plan tot uitroeiing nooit sprake is geweest. Het meest vers in het collectieve geheugen ligt het jaar 1915, toen Turkse milities het hadden gemunt op alle weerbare mannen, die vervolgens in enorme aantallen werden vermoord of tot dwangarbeid werden veroordeeld, terwijl vrouwen, kinderen, bejaarden en zieken op dodenmars moesten richting de dorre Syrische woestijn, zonder enig voedsel of water. Er werd verkracht, er waren moordpartijen. Het is ‘slechts' een van de vele rampen die het land in de loop van zijn lange geschiedenis trof. (Nog onlangs waren het tienduizenden Armeniërs die zich mogelijk lijden in Nagorno-Karabach onder het nieuwe autocratische bewind van Azerbeidzjan wilden besparen en met hun schaarse bezittingen de wijk namen naar het thuisland.) Dat is dus niet het Armenië zoals dat in deze muziek - met een enkele uitzondering - van de Armeense componisten Garbis Aprikian (*1926), Komitas (1869-1935), Parsegh Ganatchian (1885-1967) en Hakob Aghabab (1875-1926) tot uitdrukking komt. De creatieve protagonist die dit album siert is Komitas, de priester die voor menige tijdgenoot maar ook voor Armeense componisten na hem een belangrijke inspiratiebron is geweest. Zijn werkelijke naam was Soghomon Gevorgi Soghomonian, de gewetensvolle ‘archivaris' van de Armeense volksmuziek die zich uitstrekt tot het huidige grensgebied van Georgië en Turkije. Hij was de eerste en tevens enige die de duizenden volksliedjes uit het gebied minutieus in kaart bracht en ze daardoor voor teloorgang wist te behoeden, zoals Béla Bartók en Zoltán Kodály dat dertig jaar later in de Balkan zouden doen. Komitas werd op 24 april 1915, op de dag dat de Armeense volkerenmoord (ook wel besmuikt aangeduid met de 'Armeense kwestie') een aanvang nam, gearresteerd maar later weer vrijgelaten. Door de vele gruwelijkheden die tegen zijn volk werden begaan, stortte hij echter in. Hij stierf in 1935, geestelijk volkomen ontredderd. Zijn werk is gelukkig bewaard gebleven, evenals zijn op grammofoonplaten vastgelegde stem en pianospel. Die ontreddering is wel terug te vinden in zijn Antuni (Dakloos), hier in Engelse vertaling:
De violist David Haroutunian, zelf Armeen, merkt in het cd-boekje over Komitas op, maar rept met geen woord over wat Komitas overkwam:
Ook Garbis Aprikian, inmiddels 97, komt aan het woord:
Maar het is Komitas die het folkloristische fundament vormt voor deze zeker kleurrijke uitgave, deels in verschillende bewerkingen, waarin de in dit zo bijzondere repertoire excellerende Franse mezzo Eva Zaïcik zich verzekerd weet van de exquise begeleiding door haar landgenote, de pianiste Xénia Maliarevitch en de reeds genoemde Armeense violist David Haroutunian. index |
|