CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2023 |
Al in de eerste regels van de inleiding in het cd-boekje wordt door Christine Lemke-Matwey een lans gebroken voor dit niet alleen op het eerste gezicht nogal bizar samengestelde programma:
Ik vind het tamelijk ver gezocht, maar misschien nog belangrijker: het sterk caleidoscopisch karakter ervan doet de afzonderlijke stukken, overwegend miniaturen, elkaar eerder verzwakken dan versterken. Zelfs de programmamakers van NPO Klassiek bakken het niet zo bruin... De dames Prohaska en Kopatchinskaja ('PatKop') hebben zo hun eigen motivering: ‘mixed, but thematically stringent'. De klemtoon lag op de zoektocht naar geschikt repertoire voor stem en viool, wel of niet gearrangeerd. Waarbij qua gemaakte keuzes de vriendschap tussen hen beiden eveneens een rol van betekenis zou hebben gespeeld. Maar niet iedereen leest de liner notes of vindt in het geschrevene aansluiting bij de muziek zelf. Voor zover het wordt begrepen althans, want wat moet je met zo'n opmerking dat dit ‘de emotionele exploratie is van hun gemeenschappelijke perspectieven als vrouwen binnen het muziekbedrijf.' Helpt de titel ons op weg? Geenszins:
Ondanks alle gespendeerde woorden is de werkelijkheid dat Prohaska en Kopatchinskaja een programma hebben samengesteld dat puur muzikaal (en dat lijkt me toch het belangrijkste criterium) kop noch staart heeft, vlees noch vis is, veelal omdat de verschillende deeltjes uit hun verband zijn gerukt en als eenzame ruiters zonder paard hun opwachting moeten maken. En om het nog erger te maken: hoe kun je het in hemelsnaam bedenken om op dat prachtige, diep bewogen slot van Frank Martins Maria Triptychon (het Stabat Mater) het platvloerse Kuppellied van het duo Hanns Eisler en Bertolt Brecht te laten volgen? Ik heb er geen idee van hoe het publiek deze 'happening' (met Kopatchinskaja aan het roer is dat begrip nooit ver weg) heeft ervaren, toen het ensemble met dit programma in december 2019 aantrad in de Grote Zaal van de Rotterdamse Doelen. Of anders de door Radio 4 verzorgde uitzending hebben meegemaakt. Toen al kreeg ik het idee van een als los zand aan elkaar hangend theaterstuk waarin de meest vreemde arrangementen ten tonele werden gevoerd, met als belangrijkste thema's treurnis, woede, angst en zelfs cynisme. De zondige mens die een muzikaal podium kreeg. Ach ja. Maar staat er nog iets tegenover deze nogal negatieve connotaties? Ja, want er wordt fantástisch gemusiceerd, door Prohaska die als een stilistische kameleon de sterren van de hemel vocaliseert en door Kopatchinskaja die haar viool laat zingen, knarsen en gloeien, met Camerata Bern als het ideale, door Kopatchinskaja geleide begeleidingsensemble manifesteert. Wie de grote muzikale kwaliteiten van deze vertolkers op de eerste plaats stelt mag zich aldus in een bijzonder fraai album verheugen. Wie aan de muziek de meeste waarde toekent zal een teleurstelling moeten incasseren. Zo verging het mij. De arrangementen zijn van respectievelijk Michi Wiancko en Wolfgang Katschner. Het bezwaar ertegen tekende zich tijdens het beluisteren al snel af: het merendeel van de bewerkingen past niet bij de muziek vanuit haar historische context. index |
|