CD-recensie
© Aart van der Wal, september 2024 |
In augustus 2021 besprak ik hier het door Alpha uitgebrachte album La Rêveuse et autres Pièces de Viole met Sophie Watillon en Friederike Heumann op gamba, Xavier Díaz-Latorre op teorbe en barokgitaar, Evangelina Mascardi op barokgitaar en Luca Guglielmi op klavecimbel. Ditmaal is het niet Alpha, maar Harmonia Mundi en met een afwijkend programma door…La Rêveuse met Florence Bolton en Emily Adoulin op gamba, Benjamin Perrot op teorbe en barokgitaar en Carsten Lohff op klavecimbel. De naam van het ensemble is ontleend aan het gelijknamige stuk van Marin Marais voor gamba en teorbe uit diens Vijfde Boek. Voor niet-ingewijden ligt verwarring ten aanzien van de naamgeving mogelijk op de loer, maar het onderscheid lijkt mij desalniettemin duidelijk genoeg. De viola da gamba heeft evenals de gitaar 'fretten' op de hals en telt zes tot zeven snaren. De strijkstok wordt anders vastgehouden, dus niet bovenhands zoals bij cellisten. De maten van de gamba verschillen aanzienlijk. De kleinste telg is de uitstekend hanteerbare ‘dessus de viole': het spelen met het instrument op schoot is geen enkel probleem. Dat is anders bij de ‘basse de viole', want de forse afmetingen laten alleen nog de speelpositie tussen de benen toe. Het nog grotere familielid, de violone, wordt evenals de contrabas staande bespeeld. Alle instrumenten brengen een schitterende klank voort en lenen zich uitstekend voor kleine ruimten, eigenschappen die mede de populariteit van de gamba verklaart. Geen wonder dus dat de gambafamilie in Renaissance en Barok prachtige muziek heeft opgeleverd, zoals dat ook gold voor de typisch Britse Consort Music, ensembles die waren gevormd door een of meerdere instrumenten uit de gambafamilie. Zoals er toen ook ‘broken consorts' overal te vinden waren, als naast de gamba sprake was van ook andere instrumenten. Een groot aantal componisten schreef muziek speciaal voor de gamba, waaronder niet de minsten, zoals in Engeland William Byrd (1542-1623), Thomas Robinson (1560-1610), John Dowland (1563-1626) Orlando Gibbons (1583-1625), William Lawes (1602-1645), John Jenkins (1592-1678) en Henry Purcell (1659-1695). In Duitsland was het vooral Diet[e]rich Buxtehude (1637-1707) en in mindere mate Johann Sebastian Bach (1685-1750) die ten aanzien van het instrument een voortrekkersrol vervulden. In Frankrijk lag de lat hoog dankzij Monsieur de Sainte-Colombe (1656-1728), Marin Marais (1656-1728) en Robert de Visée (1650-1730) die in het genre de toon aangaven. U kunt hier over die rijke gambageschiedenis het nodige lezen. Dat ook Sainte-Colombe op dit album is vertegenwoordigd op dit album heeft alles te maken voor de diepe bewondering van Marais voor zijn vroegere leermeester. Robert de Visée was een groot virtuoos op de luit, gitaar, teorbe en gamba, en evenals Marais in dienst van Louis XIV, de Zonnekoning, belangrijk beschermheer van de schone kunsten. Vanuit historisch perspectief en ‘vertaald' naar onze tijd schuilt de belangrijkste rol van Marais voor ons uiteraard in zijn componeren voor de gamba, neergelegd in vijf boeken gevuld met zo'n 550(!) composities voor een tot drie gamba's, geschreven in de periode 1686-1725. Een van de discografische hoogtepunten op dit vlak is nog steeds de opname op het reeds lang vervlogen muzieklabel L'Oiseau-Lyre (ooit deel uitmakend van de Decca-groep) met een selectie uit Boek IV van de Pièces de Viole, uitgevoerd door Vittorio Ghielmi en Christophe Coin (gamba), Pascal Monteilhet (luit) en Christophe Rousset (klavecimbel). De dansen en karakterstukken: ze zijn ook bij La Rêveuse in de beste handen. De historiserende uitvoeringspraktijk staat het muzikanteske plezier geen moment in de weg, welsprekendheid en raffinement stralen van deze vertolkingen af en ook de verfijnde ornamentatie draagt ertoe bij dat deze stukken maar ook het instrumentarium optimaal tot hun recht komen. Aldus schetst dit Franse ensemble een uitermate fantasierijk en spiritueel beeld van een kunstvorm die gelukkig niet ten prooi is gevallen aan de vergetelheid. Er is zelfs een film van gemaakt met in de hoofdrol de gambist Jordi Savall, bijgestaan door acteurs die de rol van respectievelijke Monsieur de Sainte-Colombe en Marin Marais vervullen: Tous les matins du monde. De opname is eveneens voortreffelijk geslaagd en het cd-boekje biedt veel informatie. Alles bijeen genomen dus een prachtuitgave. index |
|