CD-recensie

 

© Aart van der Wal, augustus 2021

Marin Marais (1656-1728) - La Rêveuse et autres Pièces de Viole

Klik hier voor het programma

Sophie Watillon en Friederike Heumann (gamba), Xavier Díaz-Latorre (theorbe en barokgitaar), Evangelina Mascardi (barokgitaar), Luca Guglielmi (klavecimbel)
Alpha 617 • 60' •
Opname: maart 2002, Église Saint-Rémis de Franc-Wâret, Namur (B)

   

De Parijse componist Marin Marais (1656-1728) liet ons maar liefst zo'n 600 stukken na voor een tot drie gamba's en basso continuo, met daarnaast dan nog een behoorlijk aantal triosonates, suites voor gamba, viool en klavecimbel en een handvol tragédies en musique. Dat de gamba in zijn oeuvre centraal stond heeft natuurlijk alles te maken met zijn enorme virtuositeit op dit instrument. Marais behoorde tot de beste gambisten van zijn tijd. Dat hij - anders dan veel van zijn collega's - met zijn bijzondere spel Europa niet is doorgereisd mag enige verwondering wekken. Tot aan zijn dood bleef hij echter tamelijk honkvast en trouw verbonden aan de vorstenhoven van Lodewijk XIV en XV.

Marais' Suites en Pièces de Viole(s) zijn buitengewoon creatieve stukken die niet alleen de meesterhand van een grote instrumentalist verraden, maar ook in compositietechnisch opzicht van zich doen spreken. Hij moet veel hebben opgestoken van zijn compositieleraar, Jean-Baptiste Lully (Marais componeerde zijn tragédies in de typische Lully-stijl), maar zijn oor ook goed te luisteren hebben gelegd toen hij als gambist verbonden was aan de keizerlijke hoforkesten.

 

Het was 'Monsieur' Sainte-Colombe (ca. 1640-1700) die de viola da gamba ('beenviool') in Frankrijk sterk propageerde, al zullen eerder zijn enthousiaste leerlingen - waaronder Marais (die in 1701, als hommage aan zijn gestorven leraar, Tombeau pour Monsieur de Sainte-Colombe postuum aan hem opdroeg) - en zijn bijna 400 virtuoze stukken voor een en meerdere gamba's daarin wel een leeuwendeel hebben gehad. Monsieur Sainte-Colombe (zijn voornaam is onbekend gebleven, vandaar 'monsieur') gaf zelf slechts sporadisch concerten en bovendien uitsluitend thuis, waar hij dan samen met zijn beide, ongetwijfeld getalenteerde dochters placht te musiceren. Het staat allemaal meeslepend beschreven in Pascal Quignards kostelijke Tous les matins du monde (ISBN 2070387739). Marianne Kaas zorgde voor de Nederlandse vertaling, onder de titel Geen ochtend ter wereld (ISBN 789028250161). Maar er is ook de uit 1991 stammende, gelijknamige film, met schitterende beelden en kleuren in de regie van Alain Corneau.

Het in de zestiende eeuw vrijwel uitontwikkelde instrument had oorspronkelijk zes in kwarten gestemde snaren, waaraan Colombe nog een zevende toevoegde. Dat was letterlijk een gevoelige snaar, speciaal geëigend voor het cantabile-spel. Deze beenviool - met name de grotere modellen - werd, net als de later hieruit ontwikkelde cello, tussen de benen geklemd, maar met dat verschil dat de gamba wel en de cello geen verschuifbare, chromatische fretten kent.

Suites en pièces
Marais' enorme oeuvre voor een en meerdere gamba's was niet zozeer bedoeld om in zijn geheel te worden uitgevoerd, maar diende meer als een reservoir, een compendium waaruit naar behoefte en speltechnische mogelijkheden kon worden geput. Zo omvatten de suites tussen de zeven en eenenveertig(!) afzonderlijke stukken, die in dezelfde toonsoort zijn gecomponeerd en aldus ad libitum kunnen worden samengesteld, zoals op deze twee cd's trouwens ook het geval is. De basis ervan vormen de vele bekende dansvormen (Allemande, Courante, Sarabande en Gigue), aangevuld met préludes, chaconnes en fantasieën.

Op dit album, een heruitgave (het werd eerder door Alpha uitgebracht in 2002, toen onder het catalogusnr. 036) maken de chaconne, fantaisie, grand ballet, caprice en muzette de dienst uit in een fantasierijk samengestelde afwisseling waarin ook een aantal andere vormen een verdiend plekje hebben gekregen. Dat een chaconne van Sainte-Colombe als openingsnummer is gekozen getuigt eveneens van goede smaak; en zeker omdat het recital wordt afgesloten met Marais' 'Tombeau pour M. de Sainte-Colombe', een muzikale hommage aan zijn grote tijdgenoot. Het langste stuk, 'Caprice ou Sonate uit Boek IV van 1717, geënt op het wereldbekende 'La Folia' (of 'Les Folies d’Espagne'), maakt door het bijzonder virtuoze karakter misschien nog wel de meeste indruk. Al zou ik zeker niet willen scheiden van dat andere juweeltje, waaraan de titel van het album is ontleend: 'La Rêveuse', waar in in de eenvoudige melodie (in het bijna geheimzinnige f-klein) zoveel poëzie en evocatie ligt opgeslagen dat het niemand onberoerd kan laten, dit subliem geschilderde muzikale portret van een 'dromer'.

Van het solo- en ensemblespel straalt het raffinement en de verfijning af, maar wordt ook de spirituele inslag gelukkig niet gemist. Muziek die vol schoonheid is en ook als zodanig wordt vertolkt, geholpen door de uitstekend gedoseerde opname.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links