CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2023 |
Twee gewéldige cd's met bovendien deels bijzonder repertoire, al betreft het ook twee bewerkingen van respectievelijk Yves Balmer (*1978) en Emmanuel Ceysson (*1984), de laatste tevens de harpist op de beide albums. De fluitiste Juliette Hurel zal zeker bij de liefhebbers van het Rotterdams Philharmonisch Orkest een bekende naam zijn, want zij bekleedt er al sinds 1998 de eerste lessenaar; en hoe. Maar ook de cd's met kamermuziek waarin zij instrumentaal kan schitteren hebben hoge ogen gegooid en hier opnieuw bewijst zij haar grote klasse als vooraanstaand muscienne. Maar ook de overige musici mogen er zijn: ze staan qua spel op een vergelijkbaar hoog niveau, maar er is meer dan dat, want het is ook het bijna intuïtieve karakter dat van deze uitvoeringen afstraalt. Kortom, we hebben te maken met kortgezegd een schoolvoorbeeld van werkelijk héérlijk musiceren, ogenschijnlijk frank en vrij, maar met veel gevoel voor detail, wat weer alles te maken heeft met het gemeenschappelijk streven naar optimale helderheid. Het valt er evenzeer vanaf te horen dat deze musici elkander voortdurend hebben weten te inspireren en dat ze zich in dit exquise repertoire als een vis in het water moeten hebben gevoeld. De bedenkingen die ik al vooraf had ten aanzien van de bewerking van Debussy's Proses lyriques, oorspronkelijk voor zangstem en piano maar op deze uitgave voor sopraan en strijkkwartet (de bezetting staat in het boekje niet correct afgedrukt), liet ik al snel varen mede dankzij de indringende vertolking van de Belgische sopraan Jodie Devos. Terwijl het strijkkwartet qua kleuring onmiskenbaar bijdraagt aan het dichterlijk-lyrisch karakter van de vier deeltjes (De Rêve, De Grève, De Fleurs en De Soir). Zoals er evenmin een bezwaar kan bestaan tegen de bewerking voor septet (fluit, klarinet, harp, strijkkwartet) van Ravels Ma mère l'oye (Moeder de gans), dat door de kamermuzikale intimiteit hier in een nieuwe dimensie klinkt (al blijft het origineel desondanks zowel onovertroffen als onvervangbaar). Balmers Fragments soulevés par le vent is duidelijk Frans georiënteerd en vraagt meerdere luistersessies om de waarde ervan voldoende te onderkennen. Wat het per saldo een fascinerend stuk maakt. Speltechnisch is het alleen al door de verschillende bijzondere technieken evenmin een sinecure, maar het Quatuor Voce slaat zich er niet alleen dapper doorheen, maar heeft het - en dat is belangrijker - goed in de vingers. Het klankbeeld is kristalhelder, wat des te meer opvalt wanneer weergegeven door elektrostatische speakers. Magnifiek! index |
|