CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2025

Mahler: Symfonie nr. 5 in cis

Tonhalle-Orchester Zürich o.l.v. Paavo Järvi
Alpha 1127 • 71' •
Opname: jan. & febr. 2024, Grosse Tonhalle, Zürich

 

In mijn recensie van Mahlers Derde symfonie onder Semyon Bychkov, onlangs verschenen op het Pentatone-label en hier besproken, verzuchtte ik dat er blijkbaar nog steeds ‘een markt voor Mahler' is, gelet op de tot krankzinnige prooporties uitgegroeide productie van Mahler-opnamen, in de jaren zestig in gang gezet na de integrale vastlegging (toen nog op het CBS- en later Sony-label) door het New York Philharmonic onder Leonard Bernstein (met de Weners nam hij de cyclus opnieuw op, met door de bank genomen nog een beter resultaat, zowel qua uitvoering als wat betreft de opnamekwaliteit). En dan was er in zijn kielzog die fameuze set met het door Bernard Haitink geleide Concertgebouworkest (de latere Berlijnse set, onverwacht onderbroken door gebrek aan interesse zijdens Philips Classics, kon er niet helemáál aan tippen).

Binnenkort is het elf dagen lang, van 8 tot en met 18 mei, Mahler-wat-de-klok-slaat in het Amsterdamse Concertgebouw, een stevig uitgedost Mahlerfestival met een keur aan dirigenten en orkesten (het programma vindt u hier).

Dit is niet het eerste Mahlerfeest. Dat dateert uit 1920, georganiseerd door bewonderaar Willem Mengelberg, ter ere van zijn vijfentwintigjarig jubileum als chef-dirigent van het Concertgebouworkest. Het tweede volgde pas in 1995, ook al ter gelegenheid van een bijzonder wapenfeit: het 150-jarig bestaan van het Concertgebouworkest en – niet toevallig - het Concertgebouw.

Het in 2020 geplande festival moest als gevolg van de corona-epidemie worden geschrapt, maar die ‘schade' wordt komende maand ingehaald met dit derde muziekfeest, met evenals in de vorige edities niet alleen aandacht voor Mahlers symfonisch maar ook voor diens liedoeuvre.

Het Tonhalle-Orchester Zürich, dat artistiek wordt geleid door de uit Estland afkomstige Paavo Järvi (1962, Tallinn), is niet uitgenodigd. Of dat jammer is? Afgaande op het zojuist verschenen album met de Vijfde symfonie betwijfel ik dat. Zeker, het is een uitvoering die van begin tot eind keurig in lijn is met de partituur, maar die keurigheid wreekt zich, want daarmee bouw je nog geen boeiende ‘vertelling' op. Een pluspunt is wel dat het Adagietto (‘Sehr langsam') niet stroperig verloopt, niet wordt gepresenteerd als onderdeel van een dodenritus, maar écht klinkt zoals Mahler het heeft bedoeld: als muzikale ‘liefdesverklaring' aan zijn Alma.

Het is primair het enorme discografische aanbod dat (ook) deze uitvoering in feite de das omdoet. Want er is hierin werkelijk niets te vinden dat het fier boven het maaiveld doet uitsteken. Wat ik het meest heb gemist is het onstuimige, de gecontroleerde chaos, het ‘Stürmisch bewegt, het 'mit grösster Vehemenz', het ‘Kräftig' en - het vloeit uit het voorgaande voort - het momentum.

Ik heb nog even teruggegrepen op Järvi's uitvoering op dvd, een uit 2013 daterende live-opname met het in Frankfurt am Main zetelende orkest van de Hessische Rundfunk (internationaal bekend als het Frankfurt Radio Symphony Orchestra), aan het eind van Järvi's chef-dirigentschap. Daaruit bleek dat zijn visie op dit werk in de loop der tijd nauwelijks verandering heeft ondergaan. Ook toen al scoorde hij beter in de laatste twee delen (derde 'Abt[h]eilung') dan in het voorafgaande drie (eerste en tweede 'Ab[h]teilung').


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links