CD-recensie

 

© Aart van der Wal, januari 1998

 

Loewe: Erlkönig - Wanderers Nachtlied I en II - Hochzeitlied - Der Zauberlehrling - Die wandelnde Glöcke - Thurmwächter Lynceus zu den Füssen der Helena - Lynceus, der Thürmer, auf Faust's Sternwarte singend - Gutmann und Gutweib - Der Fischer - Der getreue Eckart - Der Totentanz - Wirkung in die Ferne - Der Sänger - Der Schatzgräber - Freibeuter - Der alte Goethe.

Hermann Prey (bariton), Michael Endres (piano).

Capriccio 10759 • 61' •


Met uitzondering van het slotlied zijn alle liedteksten van Goethe en aangezien ook Schubert menige Goethe-tekst van noten heeft voorzien is het best interessant om beide liedcomponisten in dit opzicht eens met elkaar te vergelijken. Dan blijkt dat Loewe in de nabijheid van Schubert niet meer dan een schaduw is. Het eerste lied, Erlkönig, maakt dit vrijwel onmiddellijk duidelijk. Schubert heeft een duidelijk concept voor ogen, hij gaat recht op zijn doel af en schept de illusie dat het gehele discours tot aan het adembenemende slot noot voor noot al onwrikbaar vaststaat als de eerste repeterende rechter-handakkoorden losbarsten. Bij Loewe is er een aarzelend begin, een zoeken ook naar de bij de tekst passende muzikale schildering van het drama, met uitweidingen die uitgesproken gedateerd aandoen. Met de beide Wanderers Nachtlieder is het al niet anders: de ontzagwekkende, zinderende oerkracht van bovenmenselijke proporties die Schubert erin wist te leggen wordt bij Loewe een soort stamelend gebed met krachteloze inhoud. Schubert schrijft terwijl Loewe beschrijft. Maar dit maakt Loewe nog geen derderangscomponist. Sterker nog: hij mag in het overzicht van het negentiende-eeuwse liederrepertoire beslist niet ontbreken: ettelijke liederen en balladen kunnen de toets van de tijd namelijk wèl met gemak doorstaan en daarvan zijn op deze cd ook ettelijke voorbeelden voorhanden.

Prey is nog steeds geen gepensioneerde Kammersänger en naar zijn technische en interpretatieve kwaliteiten te oordelen is het einde van zijn glanzende carrière nog niet vlakbij. Natuurlijk, de slijtplekken zijn er, het mezzavoce wordt zo langzamerhand een krachttoer, maar wat is gebleven is zijn grote vertolkingskracht: ieder lied staat als een huis. Endres mist de muzikale persoonlijkheid van de grote liedbegeleiders, maar reikt hier ver genoeg om een overtuigende prestatie neer te zetten.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links