CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2025 |
Collega Siebe Riedstra typeerde Sophie Yates als de ‘Grande Dame van het Britse klavecimbel (klik hier), ‘niet alleen door haar virtuoze spel, maar ook door de boeiende repertoirekeuze en de musicologische inzichten, die ze toont in een uitgebreide toelichting van eigen hand'. Dit uiterst positieve beeld keert onverkort terug op dit album, inmiddels Yates' vijftiende in de Chandos-reeks, met klavecimbelwerken uit de tijd dat Louis XIV over Frankrijk de scepter zwaaide, van 1643 tot 1715. Vandaar de gekozen componisten: Jean Henry d'Anglebert (1629-1691), Nicolas Lebègue (ca. 1631-1702), Jean-Baptiste Lully (1632-1687), Louis Couperin (ca. 1626-1661), Gaspard Le Roux (ca. 1660-ca. 1707), Nicolas Lebègue (1631-1702) en Jacques Champion de Chambonnières (ca. 1601-1672).
Natuurlijk zocht Yates een bij dit programma passend instrument. Dat werd een kopie van het Vaudry-klavecimbel (ca. 1680), dat kan worden bewonderd in het Londense Victoria & Albert Museum. Het beschikt over twee manualen en heeft een bereikt van 4,5 octaven. Als opnamelocatie werd gekozen voor het zeventiende-eeuwse, intieme Hassage Manor in Somerset, optimaal geschikt voor muziek die in de de appartementen van de Zonnekoning en de Parijse salons tot klinken werd gebracht. Het is daarbij misschien goed om te weten dat het Versailles van de zeventiende eeuw heel anders was dan het enorme, weelderige paleis zoals we dat we vandaag de dag kennen. Eerst in het laatste kwart van die eeuw – na twintig jaar werk door architecten, ontwerpers en de landschapsarchitect Le Nôtre – vestigde Lodewijk XIV zich er permanent. Muziek was uiterst belangrijk aan het hof en bood werk en bescherming aan een groot aantal componisten, dansers, docenten, theater- en instrumentenmakers, wat een belangrijke artistieke cultuur met zich meebracht. De werken in de door Yates opgenomen anthologie komen alle voort uit dit zo creatieve tijdperk, zoals ook de vertegenwoordigde componisten mede of zelfs merendeels werden gevormd aan dat puissant rijke en prestigieuze hof. Terwijl hun muziek daarentegen juist intiem en verfijnd is, uitdrukkingskracht hoger werd gewaardeerd dan klankkleur. index |
|