CD-recensie

 

© Aart van der Wal, januari 2012

 

 
   
   
   
   
   
   
   
 
   
   
   
   
 

Dejan Lazic: Liaisons I, II & III

Deel 1:

Scarlatti: Pianosonate in a, K 3 - d, K 9 - in F, K 17 - in f, K 58 - - in F, K 82 - in E, K 135 - in C, K 159 - in E, K 380 - in C, K 420 - in D, K 430 - in D, K 491

Bartók: 3 Rondo's op Slovaakse volksmelodieën Sz 84 - 7 Schetsen Sz 44 - Mikrokosmos Sz 107 (uit deel 6: Dansen in Bulgaars ritme) - Kossuth Sz 21 (treurmars)

Channel Classics CCS SA 23407 • 79' • (sacd)

 

Deel 2:

Schumann: Papillons op. 2 - Waldszenen op. 82

Brahms: Klavierstücke op. 118

Channel Classics CCS SA 27609 • 68' • (sacd)

 

 

 

 

Deel 3

C.Ph.E. Bach: Pianosonate in d, Wq 63 - in Es, Wq 65Fantasie in D, Wq 117 nr. 14 - La Böhmer Wq 117 nr. 26

Britten: 5 Waltzes op. 3 - Holiday Diary op. 5 - Night-Piece (Notturno)

Channel Classics CCS SA 28511 • 69' • (sacd)

www.dejanlazic.com

 

 


Onlangs stuurde Channel Classics mij deel 3 uit de serie Liaisons Dejan Lazic en dat beviel me zo goed dat ik toen ook maar om de daaraan voorafgaande delen 2 en 3 heb gevraagd. Ik kreeg er geen spijt van.
Het lijkt zo op het eerste gezicht wat merkwaardig: combinaties als die van Scarlatti en Bartók, C.Ph.E. Bach en Britten liggen - op zijn zachtst gezegd - toch bepaald niet voor de hand, maar het werk wonderwel uitstekend. Natuurlijk zijn dit geen toevalstreffers: de Kroatische pianist (die in Salzburg opgroeide, daar aan het Mozarteum studeerde en al geruime tijd in Amsterdam woont) moet er goed over hebben nagedacht, want dit met grote zorg uitgekozen programma is zowel avontuurlijk als verhelderend. Het pakt heel goed uit, al die verschillende stijlen naast elkaar, of anders gezegd tegenover elkaar.

Lazic' creatieve manier van programmeren zegt volgens mij ook iets over een andere 'tak van sport' waarin hij uitblinkt: het bewerken van bestaande composities voor een ander instrument. Een goed voorbeeld daarvan is het Vioolconcert van Brahms, waar hij een heus Pianoconcert van wist te maken dat vrijwel iedereen in de 'business' heeft overtuigd (klik hier voor de recensie). Een minder greep vond ik daarentegen de door hem gecomponeerde cadens in Beethovens Vierde pianoconcert (klik hier), terwijl ik enige kritiek had op zijn musicologische uitleg van het werk. Die kritiek werd mij overigens niet in dank afgenomen: het is me sindsdien niet meer gelukt om de lucht met Lazic te klaren. Dat ik wel betreur, maar anderzijds heb ik groot respect voor de vasthoudendheid waarmee hij zijn opvattingen verdedigt, terwijl het mij er niet van weerhoudt om de loftrompet te steken over zowel zijn vooruitstrevende, originele programmering als zijn zeer geïnspireerde vertolkingen die bovendien technisch in ieder opzicht absoluut naadloos zijn. Want pianospelen kan Lazic: dit is eenvoudigweg wereldklasse. Dat was wel eens anders, maar als ik nu zou moeten kiezen tussen het spel van Pollini en dat van Lazic zou ik onverwijld voor de laatste kiezen. Lazic 'kijkt' naar deze muziek met de ogen van de componist.

Het is zeker wonderlijk dat een pianist zoveel affiniteit blijkt te hebben met zoveel muziekstijlen: alleen al de stap van Scarlatti naar Bartók is enorm, maar ook van de Bach-zoon naar Britten is niet gering. Wat al deze stukken - in de betekenis van de bekende rode draad - bij elkaar houdt is Lazic' meesterschap op het gebied van de werkstructuur die hij zowel horizontaal als verticaal feilloos uitwerkt. Zijn toucher in het openings-Allegro van Wq 63 houdt hij vederlicht maar geeft hij wel de noodzakelijke structurele kenmerken mee. Het slotdeel, Allegretto con variazioni, is heel mooi gefraseerd en uiterst fijnzinnig geslepen, en overtuigt misschien juist daardoor als een meesterwerk. Dat laatste kan tevens worden gezegd van Brittens tien pianostukken (de vijf walsen verschijnen hier in de door de componist in 1969 herziene versie) op deze cd: die zonder uitzondering van een weergaloze schoonheid zijn. Onder de handen van Lazic onderstrepen deze miniaturen nog eens uitdrukkelijk hoe jammer het eigenlijk is dat Britten zou weinig solostukken voor de piano heeft geschreven.

Over de opnamen niets dan goeds. Voor de statistiek: deel 1, mei 2007, deel 2 september 2007 en deel 3, september 2008, alles opgenomen in het Muziekgebouw Frits Philips in Eindhoven. Er zijn verschillen te horen, maar dat is volstrekt normaal. De hoofdzaak is dat de vleugelklank er onveranderlijk magnifiek opstaat.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links