CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2021
|
Als één ding duidelijk is, dan is het wel dat Helmut Lachenmann (1935) niets op heeft met het muzikale establishment. Of in ons jargon: zijn werk beweegt mijlenver buiten de Grachtengordel. Ik noemde hem al eens een provocateur avant la lettre, deze uiterst creatieve Duitser. Er bestaat van zijn 'antitoon' of 'antiklank' scheppingen (het mag wat mij betreft ook allebei) geen enkele pendant, waardoor sommige criticasters hem gemakshalve het etiket 'enfant terrible der toonkunst' hebben toebedeeld. Ze waren dichter bij de werkelijkheid gekomen als zij Lachenmanns werk als 'uniek' hadden bestempeld. Lachenmann mag dan nog zo progressief zijn, het traditionele symfonieorkest heeft hij nooit afgezworen. In de tijd vanaf de jaren vijftig toen in avant-gardistische kringen voor die 'oude vesting' de neus werd opgetrokken en de ensembletechniek met zijn 'nieuwe onbegrensde mogelijkheden' de toon moest gaan aangeven, bleef hij juist dóórschrijven voor dat als traditioneel en achterhaald gediskwalificeerde vehikel. Voor Lachenmann gold: het symfonieorkest is dood, leve het symfonieorkest! En dan componerend in een heel wat progressiever toonzetting dan zijn op de kleine ensembles stortende avant-gardistische collegae! Hoon was natuurlijk zijn deel, waarbij ik me gelijk afvraag of die hoon ooit wel echt is verdwenen. Niet zo verwonderlijk voor een muziekvinder die al ten tijde van de 'Notenkrakers' (die alles anders wilden) al veel verder in zijn muzikale denken was dan zij, een wapenfeit dat ook in al die jaren daarna helaas diep onder de radar is gebleven. Het componistenklasje van Kees van Baaren stak zelfs bleek af bij de in muzikaal oproer grossierende Lachenmann (die als karakter overigens de vriendelijkheid zelf is!) Lachenmanns werk getuigt voor alles van een werkelijk grenzeloze experimenteerdrift op ieder denkbaar gebied, met gebruikmaking van een ware stortvloed van daarvoor geschikte of door hem geschikt gemaakte middelen. Bij hem ging alles op de schop en kwam er van alles uit zijn toverkast: melodie (wat heet.), harmonie, ritmiek, puls, vorm, instrumentatie, stem, taal, stilte, dynamiek, (ge)ruis, akoestiek, elektronica en allerhande wel of niet buitenissige voorwerpen. Voor de luisteraar bleek dat uiteraard niet zomaar een gelopen race. Hij moest zich immers in een hem volkomen vreemde wereld storten, een geheel nieuw klankenspectrum eigen zien te maken. Niet eenmalig, maar steeds weer opnieuw, want geen enkel werk van Lachenmann lijkt op het andere. Hij heeft zich nooit en te nimmer herhaald: nieuw moest echt nieuw zijn en geen slap aftreksel van wat reeds bestond.
Welk effect heeft dat trouwens op de bezoekersaantallen gehad? In Duitsland stuitte ik op een tegenstrijdigheid die ik niet goed kon verklaren. Dat een concert met uitsluitend werk van Lachenmann wel degelijk een (vrijwel) volle zaal kon trekken had ik niet kunnen bevroeden, al was het publiek wel jong (een grijze haardos zag ik nauwelijks, wel merendeels twintigers en dertigers), blijkbaar nog niet gehersenspoeld door de 'traditie' en op zoek naar 'iets nieuws' (het waren, voor zover ik dat kon beoordelen, uitsluitend premières). Die toenmalige ervaring doet mij vermoeden dat ook cd's en streaming bij de jongeren gretiger aftrek vinden dan bij de ouderen. En dan te bedenken dat Lachenmann zelf inmiddels 85 is en nog steeds volop componeert, nog steeds 'terrible' maar uiteraard geen 'enfant'! Het voorliggende album is niet gewijd aan muziek van maar is een hommage aan Lachenmann. Dit naar aanleiding van diens tachtigste verjaardag op 27 november 2015: acht collega's hebben ieder met een eigen compositie hem willen eren als grote voorganger en tijdgenoot. In het boekje heeft Stefan Fricke de kern van Lachenmanns zo bijzondere kunst maar ook zijn pedagogische kwaliteiten bondig samengevat:
En over de acht composities, 'Gefühle':
U weet dus nu zo ongeveer wat u te wachten staat in deze bizarre wonderwereld van de elektro-akoestiek, waarin de stemmen van de componisten maar ook mij onbekende anderen zelfs letterlijk doorklinken... Zou Lachenmann het ook zo hebben gedaan? Vast niet! index |
|