CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2020 |
La vanità del mondo, de ijdelheid van de wereld, zo luidt de titel en is het centrale thema van dit nieuwe album van de Franse countertenor Philippe Jaroussky met 'zijn' net zo Franse ensemble Artaserse, waarvan de naam is ontleend aan de gelijknamige en tevens laatste opera van Leonardo Vinci (1690-1730) en waarin de lotgevallen van de Perzische koning Artaxerxes worden beschreven (met de kanttekening dat het libretto van Vinci's tijdgenoot Pietro Metastasio de geschiedenis niet op de voet volgt, maar dit terzijde). De titel van deze uitgave vinden we terug bij La Vanità del Mondo van Pietro Torri (Brussel, 1706) op een libretto van Carlo Francesco Melchiori (track 10, de aria 'Esiliatevi pene funeste'). Er kan danig over worden gediscussieerd of het begrip 'ijdelheid' vanuit bijbels perspectief in dit geval wel zo treffend is. Wat zegt Van Dale over 'ijdelheid'? De synoniemen lijken strikt helder maar voor meerdere uitleg vatbaar: 'vergankelijkheid', 'nietigheid', 'pronkzucht', 'zelfingenomenheid', 'verwaandheid'. In het bijbelboek Prediker zegt Prediker: 'Alles is ijdelheid en najagen van wind; lucht en leegte; er is niets nieuws onder de zon'. Zo staat deze verre van optimistische boodschap al ééuwen in de vaderlandse bijbelteksten. Voor wie wat minder bijbelvast is laat ik een aantal tekstfragmenten hieronder volgen:
In de Nieuwe bijbelvertaling (NBV) werd het begrip 'ijdelheid' evenwel vervangen door een nieuw begrip: 'leegte'. Daar valt zeker iets voor te zeggen. We associëren 'ijdelheid' immers voor de hand liggend met 'zelfingenomenheid' of 'verwaandheid' en niet zozeer met 'vergankelijkheid' of 'nietigheid'. Toch doelde Prediker daarop: op de vergankelijkheid, de nietigheid - en daarmee ook het vergeefse, want niets beklijft immers. Dat geldt voor alles wat zich door of onder mensenhand onder het hemeldak afspeelt, 'terwijl de aarde altijd blijft bestaan'. Zo bezien maakt dat het begrip 'leegte' in deze context bijna tastbaar. La vanità del mondo is gestoeld op een verzameling oratoriumaria's waarin die vergankelijkheid, het vergeefse van wat we op deze aarde nastreven, op sublieme wijze tot uitdrukking komt. Het lijkt een merkwaardige paradox: het vergeefse in muziek vatten die eeuwen later nog springlevend is en bovenal ook vandaag nog diepe indruk maakt. Zoals dat ook geldt voor het werk van grote schilders als Caravaggio en Rembrandt die de vele bijbelfiguren en -voorstellingen op onnavolgbare wijze op het doek hebben vereeuwigd. Maar Prediker dacht natuurlijk niet in eeuwen, zijn wijsheden zijn nu eenmaal niet aan (welke) tijd (ook) gebonden. Voor Jaroussky is La vanità een project, zo blijkt uit zijn in het cd-boekje opgenomen inleiding. Na ruim twee decennia opnamen te hebben gemaakt ziet hij dit nieuwe album puur als project ter aanvulling op de muziek die hij al heeft gezongen, van barokopera tot motet. Daarin ontbrak alleen nog het Italiaanse oratorium, zij het met uitzondering van zijn rol in Alessandro Scarlatti's Sedecia, re di Gerusalemme . Ook Jaroussky heeft ontdekt dat groot aantal Italiaanse componisten door de bijbelse figuren en taferelen sterk werden geïnspireerd. Zozeer zelfs dat die het beste uit hun creatieve vocabulaire naar boven wisten te halen. Dat zijn dan niet zozeer de pastorale of engelachtige idylles maar eerder het contemplatieve, bloeddorstige, tragische of onstuimige. Dat is de werkelijkheid van het muziekdrama, van het oratorium, de opera: dat uit een verraderlijk complot, een samenzwering of zelfs een regelrechte moordpartij doorgaans meer muzikale passie wordt losgewoeld dan uit een idyllische verhandeling over een naïef herderinnetje in een schilderachtige omgeving. Het toptalent Jaroussky (over zijn uitmuntende vocale en interpretatieve kwaliteiten is niet alleen op onze site al vaak genoeg de loftrompet gestoken) kruipt net zo soepel en overtuigend onder de huid van de meedogenloze legeraanvoerder Joab (volgens de Hebreeuwse overlevering de bevelhebber van het leger van koning David) als van Maria treurend op Golgotha. Het ensemble Artaserse onderscheidt zich opnieuw door de afwisselend fijnzinnige, gloedvol gepassioneerde en waar nodig ook ruw gebeitste klankkleuren. Dit is typisch zo'n album waarin de diep gelaagde expressie het voortouw neemt en die ook nog eens tot in de puntjes door Michelle Pierre in de RIFFX-studio werd vastgelegd. Het musicologisch voorwerk voor deze cd werd gedaan door Jaroussky en dirigent en bas-bariton Yannis François, voor wie ook in vocaal opzicht nog een - zij het uiterst bescheiden - rolletje is weggelegd in het recitatief 'Ardea di fiamma impura' uit Alessandro Scarlatti's La Giuditta. index |
|