![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2009 |
||
Krufft: Sonate voor piano en obligate fagot in F (1807) - Grande Sonate voor piano met fagotbegeleiding in Bes, op. 34 (1818). Kathryn Cok (fortepiano) en Wouter Verschuren (fagot). Challenge Classics CC72313 • 62' •
Totdat ik deze cd in handen kreeg had ik nog nooit gehoord van deze sonates van Nikolaus Freiherr von Krufft, die op 1 februari 1779 in Wenen het levenslicht zag als zoon van een Oostenrijkse minister van staat. Zijn moeder gaf hem de eerste pianolessen, later ging nam hij compositielessen bij Albrechtsberger. Tussen 1794 en 1800 bekwaamde hij zich aan de Weense universiteit in de vakken filosofie en rechten. In 1801 ging hij aan de slag bij de hof- en staats'geheimrat', die hem in contact bracht met graaf Klemens Wenzel Lothar von Metternich, die hem meenam naar Parijs en Italië. Tussendoor componeerde hij met volle overgave, meestal in de nachtelijke uren, wat uiteindelijk zijn tol eiste: op hij stierf door uitputting op 16 april 1818, slechts 39 jaar oud. In een in memoriam in de Allgemeine musikalische Zeitung werd hij omschreven als 'een pianist die schitterde door zeldzaam talent en door precisie als componist, dankzij geest en studie'. Zijn muzikale geheugen moeten buitengewoon zijn geweest. Het staat trots op het doosje: a world premiere recording. We hebben met een heuse wereldpremière op cd te maken. De Sonate in F is volgens Wouter Verschuren (die de uitstekende toelichting schreef, die door zijn levenspartner Kathryn Cok vlekkeloos in het Engels werd vertaald; Harry Verschuren, ja het lijkt een familieaangelegenheid, verzorgde de Duitse versie) nooit eerder in een moderne editie verschenen, terwijl een nieuwe editie van de Grande Sonate in de loop van dit jaar wordt uitgegeven. Ik volg de toelichting: naast de hier opgenomen twee sonates schreef Krufft sonates voor viool, hoorn and solopiano, met inbegrip van de 24 Präludien & Fugen naar Johann Sebastian Bach. Dan zijn er Kruffts liederen, die grote invloed hebben gehad op Franz Schubert. In technisch zijn de sonates voor pianoforte en fagot bepaald niet gering. Ze stellen niet alleen zeer hoge eisen aan de beide musici, maar niet minder aan de (authentieke) instrumenten. De toonomvang van de fagotpartij (Verschuren bespeelt een Cuvillier à St. Omer uit ca. 1810) is groter dan die van Mozarts Fagotconcert, Beethovens Septet en Schuberts Octet. Dan zijn er de vele guirlande-achtige passages, de enorme octaafsprongen (soms zelfs van 2,5 octaaf, van F naar c'') en de 'duivelse' modulaties die de allerhoogste eisen stellen, waarin de pianist overigens volop mee mag delen (Kathryn Cok bespeelt een fortepiano uit 2007 van Gerard Tuinman naar een Walter van ca. 1805, met een omvang van 5,5 octaaf). Ook wat betreft de tijdsduur zijn dit geen kinderachtige stukken: zo duurt het openingsdeel van de Sonate in F maar liefst 14:40 minuten, net zo lang als het openingsdeel van Beethovens Eroica! Dit zijn dan wel geen hemelbestormende stukken, maar ze zijn wel degelijk inventief gecomponeerd, met veel harmonische rijkdom en bepaald niet voor de hand liggende modulaties, eerder romantisch dan klassiek getint. Cok en Verschuren, beiden gepokt en gemazeld in de authentieke uitvoeringspraktijk, presenteren zich in dit recital niet als boekhouders van een lang vervlogen verleden, maar als spiritueel gedreven musici die met hart en ziel in deze muziek geloven en met aanstekelijk enthousiasme ons terugbrengen naar de huismuziek van de negentiende eeuw. Zoals het uit de luidsprekers komt, zó moet het dus in die intieme ruimten van toen geklonken hebben, denk je als luisteraar onwillekeurig. En de trillers? Die zijn héél moeilijk op zo'n fagot! Heerlijk! index | ||