CD-recensie

 

© Aart van der Wal, maart 2025

Kraft: Celloconcert in C, op. 4

(C.Ph.E.) Bach: Celloconcert in Bes, Wq 171 (H 436)

Jean-Guihen Queyras (cello), Ensemble Resonanz o.l.v. Riccardo Minasi
Harmonia HMM 902392 • 46' •
Opname: sept. 2023, 2023, Friedrich-Ebert-Halle, Hamburg

 

In het cd-boekje geeft Bach-kenner Peter Wollny (hij is als directeur verbonden aan het Bach-Archiv in Leipzig) een boeiend referaat over de betekenis van Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788), de tweede zoon van de beroemde Thomascantor.

Zijn componeerstijl werd door tijdgenoten als ‘empfindsam', ‘gevoelig', bestempeld, maar ook als oorspronkelijk. De componist en muziekcriticus Johann Friedrich Reichardt schreef in 1774: ‘Men herkent Bachs oorspronkelijke geest in al zijn werken, zelfs in de kleinste stukken; ze dragen allemaal het stempel van originaliteit; en allemaal zijn ze herkenbaar tussen honderd andere stukken, hoewel er in elk werk vindingrijkheid en nieuwheid schuilen.' Het zijn karakteristieken die vooral tot uitdrukking komen in C.Ph.E. Bachs instrumentale werken, waaronder zijn klaviersonates, waarin een geheel nieuwe ‘gevoeligheid' voor muzikale logica tot uitdrukking komt. Maar ook in zijn concerten (waaronder de tussen 1750 en 1753 gecomponeerde drie celloconcerten), waarvan de ritornello's zelfs aan het einde van de achttiende eeuw nog als vormtechnisch volmaakt werden beschouwd. En dan zijn er zijn symfonieën waarvan pracht, geest en individualiteit zelfs op Haydn en Mozart indruk maakten. Allemaal werken die bol staan van baanbrekende innovaties, gecomponeerd in een muzikale taal waarmee het tijdperk zich identificeerde en die een blijvende invloed erop uitoefende.

Antonín Kraft (1749-1820), afkomstig uit het kleine stadje Rokycany in West-Bohemen, studeerde aan de Universiteit van Praag en kreeg lessen van Franz Joseph Werner, een cellist in het orkest van de Kreuzherrenkerk in deze stad. Vervolgens verhuisde hij naar Wenen, waar hij indruk maakte met zijn briljante cellospel. In 1778 leverde zijn talent hem de positie op van eerste cellist in het hoforkest van Prins Nicolaus I Joseph Esterházy. Hier werkte hij onder leiding van Kapelmeester Joseph Haydn en speelde hij mee in de eerste uitvoeringen van al Haydns werken die werden gecomponeerd in de vorstelijke residenties Eisenstadt en Eszterháza. Geïnspireerd door Haydns kunst, volgde Kraft bij hem compositielessen. Na de dood van de prins en de ontbinding van het hoforkest vond hij voor enkele jaren een positie aan de kapel van Nicolaus' schoonzoon, Prins Grassalkovich. Na het overlijden van deze werkgever sloot Kraft zich aan bij het orkest van Prins von Lobkowitz in Wenen en nam ook deel aan diens kamermuziekconcerten, die altijd op vrijdagochtenden werden gehouden en waaruit het beroemde Schuppanzigh Kwartet voortkwam. Naast zijn hofaanstellingen lijkt Kraft regelmatig concertreizen te hebben ondernomen naar de muzikale centra van Europa.

Kraft moet een buitengewoon virtuoos op zijn instrument zijn geweest, wiens uitvoeringsvaardigheid en muzikale creativiteit de componisten van de Weense klassieke periode zelfs inspireerden tot het schrijven van veel van hun meest indrukwekkende werken. Haydns veeleisende Celloconcert in D werd speciaal voor Kraft gecomponeerd. Zoals Kraft ook de cellopartij voor zijn rekening nam in Mozarts Divertimento voor strijktrio in Es, KV 563 en tijdens de eerste uitvoeringen van Beethovens strijkkwartetten op. 18 en 59. De solocellopartij in Beethovens Tripelconcert op. 56 werd ook speciaal voor hem geschreven.

Kraft publiceerde slechts een klein aantal eigen composities, waaronder het Celloconcert in C dat rond 1804 verscheen bij Breitkopf & Härtel in Leipzig en dat van bijzonder belang is. Al lijkt het tamelijk ouderwets vormgegeven als we bedenken dat Beethoven in dat jaar al aan zijn revolutionaire ‘Eroica' werkte. Maar gezegd moet worden dat Kraft binnen het geijkte vormschema voor een buitengewoon veeleisende solopartij met haar halsbrekende acrobatiek heeft gezorgd, al is de invloed van zijn leermeester Haydn daarin even duidelijk merkbaar. Wat echter onomstotelijk daaruit blijkt is dat Krafts tijdgenoten hem niet zonder reden tot de ‘vooraanstaande meesters van dit instrument in Wenen' beschouwden.

Beide hier vertegenwoordigde werken zijn dankzij de Franse topcellist Jean-Guihen Queyras en het door Riccardo Minasi geleide, even op het scherp van de snede musicerende Ensemble Resonanz, in de best denkbare handen. Niet alleen omdat zij de ‘empfindsame' stijl tot in detail voor het voetlicht brengen, maar ook door het overrompelende esprit dat van deze vertolkingen afstraalt. Dat de cd slechts een speelduur van 45 minuten heeft is dan wel weer een spijtige constatering. Tegenwoordig blijkt zelfs 85 minuten mogelijk; er had dus wel het nodige bijgekund, maar gelet op de grote muzikale kwaliteiten van het gebodene is het glas wel beduidend meer dan halfvol.

_________________
Zie hier de bespreking van de Celloconcerten nr. 1 & 3, samen met de Symfonie in G van C.Ph.E. Bach, met Jean-Guihen Queyras en Ensemble Resonanz o.l.v. Riccardo Minasi.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links